6 Waar nu aan de stille kant van de Nieuwestad de Tivoli-bioscoóp staat, daar was vroeger een Katholiek kerkje, waarvan deze tekening een afbeelding is. De kerk was toegewijd aan de II. Bonifacius. (Tekening Gom. Archief) katen, ijverige ambtenaren en dominees, en somwijlen de woede van het volk. Toch bleef ook hier in Leeuwarden een kem van trouwgeblevenen, die in de loop der zeven tiende eeuw vanuit België en Holland haar noodzakelijke geestelijke verzorging her kreeg. De Bonte-Papenstecg is nog steeds een on aanzienlijke steeg midden in de stad, toe gankelijk uit verschillende straten, en was in die tijd voor de verboden godsdienst oefeningen dus een aangewezen gelegen heid. Omstreeks 1700 waren deze kerkhui zen zo ingericht, dat de benedenverdieping diende tot woning van de pastoor-missiona ris, en de bovenverdieping was ingericht tot kerk. Want uiterlijk mocht zulk een kerk zich niet onderscheiden van een nor maal woonhuis. De steeg herbergde niet minder dan drie „kerken!' Twee in het complex, dat voor de Hervorming het klooster der Dominicanes sen had gevormd (de tegenwoordige Waalse Kerk was toen Kloosterkerk). Dominicanen en Franciscanen huisden daar. Were ld pries ters bezaten een kerk tegenover de heide eersten in het midden der steeg. Men denke niet, dat de ligging der schuil kerken slechts aan Katholieken bekend was. Neen, de hele stad wist 't, de stedelijke overheid incluis. En men deed er, ondanks de voorschriften, niet veel tegen. We moe ten niet uit 't oog verhezen dat 't in die tijden nog gewoonte was, dat 'n ambt zich zelf betaalde. Een schout verdiende bijv. zijn brood uit de bekeuringen en boeten die hij had opgemaakt. Wat was voor zo'n man nu gemakkelijker dan dat hij zichzelf alvast een „basissalaris" verzekerde door de Katho lieken jaarlijks een hoeveelheid „recognitie gelden" te laten betalen, waartegenover zij de „bescherming" van de schout verkregen. Ho Leeuwarder katholieken in de laalslilm De Nederlandse Katholieken vieren deze maanden een bijzonder feest. En ook de andere Christenen kunnen slechts met een Gode dankbaar gemoed herdenken, hoe honderd jaar geleden de grootste godsdien stige groepering in ons land haar normale, gereglementeerde bestuursvorm terugkreeg, toen in April 1853 de bisschoppen hun taak weer als van ouds konden opvatten. Men heeft mij verzocht in 'n enkel artikel te tekenen welke gevolgen de gebeurtenissen hadden voor de kleine gemeenschap der Katholieke Leeuwarders. Ik moet cr bij zeggen, dat deze „tekening" in de vaag heid van een aquarel zal blijven en niet de scherpte van een ets kan bereiken. Dat ligt nu eenmaal aan de aard van het onder werp: niet de schets van de groei ener poli tieke partij, te kleuren in felle verschillen van zwart of rood, maar veeleer de uitbeel ding van een ontwikkeling in het gods dienstige vlak, gehouden in mystieke tinten van wazig geel en wit. Het jaar 1580 betekende voor de Katholieke Kerk een rampjaar. Toen kwam er immers een eind aan de periode van ruim acht eeuwen, waarin zij in een wisseling van bloei, verval en wederopstanding de Friese landen haar geestelijk voedsel had mogen geven. Nu werden op smadelijke wijze haar vertegenwoordigers: monniken, priesters en nonnen op last van de Leeuwarder overheid via de Hoéksterpoort de stad uitgezet. Met deze diesater begon een nieuw, uiter lijk minder glorieus tijdvak, waarin de aan hangers der leer der Moederkerk het ille gale duister moesten kiezen, van alle kan ten bedreigd door strenge decreten en plak- De Katholieken kenden nog meer onder duikadressen. Er zijn Franciscanen geweest in de Breedstraat, Jezuïeten aan de Voor streek en de Nieuwestad. Sommige van deze huisheiligdommen groei den uit tot parochiekerken-in-zakformaat, die, slechts een kleine kudde verzorgend, een nogal kwijnend bestaan leidden. De bestuurlijke reorganisatie na 1853 oordeel de voor Leeuwarden twee parochies vol doende: De S. Dominicus- en S. Bonifatius- parochies, die nog steeds bestaan. De rest werd opgeheven. Van de oude huiskerkjes is nog slechts de plaats aan te wijzen. Maar wie reali seert zich tegenwoordig nog, als hij in zaal Schaaf danst, of kaartjes koopt voor een film in Tivoli, dat dit eens gewijde grond

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 6