I I I eigen kracht is aangewezen, hetgeen een heilzame bevrijding betekent. En de be rustende, dat hij zijn doodse lijdelijkheid moet overwinnen en met Gods hulp dient mee te werken aan zijn gezondmaking. Dit is alles wat theoretisch beschouwend ge schreven; patiënten zelf zeggen het prak tisch duidelijk, b.v. zó: „Ik was lang zamerhand volkomen horizontaal gaan leven, hier lig ik op mijn rug en leer weer verticaal leven". liet geloof was weer levend en krachtig geworden. Zij, die namens de christelijke kerk hun zieken bezoeken, hebben dus de moeilijke en mooie opdracht om de mensen te helpen hun ziek-zijn gelovig te dragen, niet alleen-vechtend en vooral niet dom-be- rustend, maar in overgave van zichzelf aan hun God en Vader. En in dit specifieke werk zijn zij op hun wijze bondgenoten van de dokters! O O O Nu nog iets over het werk zelf. Dat is uiteraard zeer gevarieerd. Want elk mens is anders en er is een even grote ver scheidenheid van kwalen als van levens houding in het ziek-zijn. Er zijn optimisten en pessimisten, oppervlakkigen en veel-te- crnstigen, gemakkelijke en lastige patiën ten, enz. Sommigen zijn al bang voor een kleine operatie, anderen zijn of doen over moedig. Wat zegt u anders van de vitali teit van een man van 94 jaar, die zich wel bewust nog van een breuk liet opereren en andere hulpmiddelen opzij schoof? „Want", zei hij, „ik wil mijn hele leven van dat ding geen last hebben!" Het werk van geestelijke verzorging is moeilijk, omdat het telkens weer vraagt zich in te leven in de toestand van de pa tiënt, die behalve ziek naar het lichaam te bed ligt met zichzelf, d.w.z. met wie weet hoeveel zorg en vrees en vragen in het hart. En een gezond iemand is aan een ziekbed toch eigenlijk toeschouwer. Dit bracht het is al vele jaren geleden een predi kant ertoe om veel te spreken van eigen doorstane ziekten en operaties. „Een mid denoor-ontsteking?" Vriend, daar weet ik van mee te praten. U hebt het nog maar aan één oor, ik had het aan beide kanten". Of: „Galstenen? De mijne konden ze niet opbergen in uw doosje, dat half vol is. Ik weet bij ervaring, wat u doorstaan hebt". Of: „Blinde darmoperatie? De mijne is er uitgehaald, toen ze nog niet zo over ver dovende middelen en techniek beschikten als nu", enz., enz. Geen kwaal of hij liet welgemeend uitkomen, dat hij de patiënt begrijpen kon als geen ander. Maar het was net een tikkeltje te erg. Waarom de zusters ondeugend tegen elkaar zeiden: „laat die dominee op zijn tong passen, wanneer hij op de kraamzaal komt!" O O O 1 nderdaad maakt leed eenzaam en zijn bezoekers aan het ziekl>ed „toeschou wers". Een mens moet heel persoonlijk zijn ziek-zijn verwerken. Maar de geestelijke mag hem wijzen op Hem, Die alle leed peilt en met ons mee wil dragen. Bevoor recht is de zieke in wiens hart een liekend kerklied resoneren gaat: „Ik weet aan Wien ik mij vertrouwe, al wiss'len ook dag en nacht". Daarom en dit als slot moet men niet kwalijk nemen, indien een geestelijke, die weliswaar zijn eigen parochianen komt bezoeken, op een zaal vraagt voor allen uit de bijbel te mogen lezen en een gebed uit te spreken. Zo u tot geen kerk wilt ge rekend worden, dan kunt u van uw stand- pun; uit terecht zeggen: „ik liet mij hier opnemen voor behandeling van mijn ziekte, om geestelijke verzorging van wie en hoe ook heb ik niet gevraagd". Of zoals iemand eens openhartig zei: „Dominee, deze po lonaise niet aan mijn lijf!" Anderzijds zal elke patiënt toestemmen, dat een zaal een wonderlijke, sterke éénheid is, waar de zie ken elkaar snel en vaak zonder gereser veerdheden leren kennen en delen in el- kaars lief en leed. Komt nu b.v. een pre dikant op een zaal om alleen een eigen broeder of zuster van zijn gemeente te be zoeken, dan heeft de goede man zijn hielen nog niet gelicht of er wordt gezegd: „is dat uw eigen dominee? Een mooie is dat: wij zijn zeker allemaal lucht voor hem Daarom gaat een geestelijke graag even langs alle bedden en leest en bidt hij voor heel de zaal. Wie er niet van gediend is, gunne toch de zielzorger deze gelegenheid, bedenkende, dat er ook anderen zijn, die zijn boodschap zeer op prijs stellen. Melden we nog, dat hier in Leeuwarden namens de Hervormde Gemeente Mej. ds. H. E. Dusseldorp aangesteld is als zieken- huispredikante, terwijl ondergetekende deze speciale arbeid verricht in opdracht van de gereformeerde kerken van Friesland Ncord. Uiteraard heeft ook dc R.Kath. Kerk voor deze arbeid haar eigen geestelijken. Zo ontbreekt het in de ziekenhuizen van Leeuwarden, die zulk een goede naam hebben, wat betreft bekwame medische be handeling en toegewijde verzorging, ook niet aan de even nodige geestelijke ver zorging Ds. G. MAK. Een vredig beeld in het dorp Marssum

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 5