J-fet Princesseljj van vorstelijk woonhuis tot museum 6 /n een andere stad pleegt men wei alle bezienswaardigheden te bezoeken, maar in eigen stad laat dat meestal wel iets te wensen over. Wie de gasten boeken van de Leeuwarder musea er op naslaat zal de bevestiging vinden van deze voor bijna alle inwoners van alle steden geldende eigenschap. Dat het museum Princessehof in de Grote Kerkstraat hierop een vrij gunstige uitzondering maakt, zal voor een niet gering deel te danken zijn aan de tentoonstellingen die de Maat schappij tot Bevordering van Schilder- en Teekenkunst regelmatig in twee beneden- zaaltjes van dit museum houdt. Er wordt gesproken en geschreven over deze expo sities in het „Indisch museum'' enover de verbeteringen die de laatste jaren aan dit historische Leeuwarder gebouw zijn aangebracht. In 1484 is er al sprake van dit gebouw. Het is een deel van de Papingastins, waar toe ook de toenmalige naastgelegen huizen behoorden. Het was een van de grootste Leeuwarder Stinsen en het bezat een eigen kapel met een eigen priester. De huizen gingen in bezit over van de ene familie aan de andere. In 1728 kocht de weduwe van Johan Willem Friso, Maria Louise van Hessen—Cassel (Marijke Muoi) de drie huizen en voegde ze weer bij elkaar. Het gebouw dat haar als woon paleis zou dienen, het Princessehof, werd van binnen en van buiten grondig opge- knapt en van rijke ornamentering voorzien. Marijke Muoi bewoonde dit paleis tot haar overlijden in 1765 en toen viel het helaas weer in drie delen uiteen. Het tegenwoordige gebouw werd door ver schillende particulieren bewoond, het laafst door burgemeester P. Lyclama a Nijeholt. De gemeente Leeuwarden kocht het ge bouw in 1916. Het middelste gedeelte, het tegenwoordige museum, werd van een toegang in het midden voorzien en een brede gang door sneed de grote voorzaal. De expositiezaal, linies van de gang en de Friesma-kamer rechts vormden eertijds een geheel. In de tuinzaal met het rococo-goudleerbehang vindt men nog een loze deur, die toegang gaf tot het vroeger naastgelegen gedeelte van het gebouw. De restauratie van het Princessehof, die een jaar tijds heeft gevorderd en onlangs gereed is gekomen, was er op gericht de vrij sterk verzakkende baksteengevel met zandsteen- versieringen te herstellen. Tegelijkertijd zijn de ramen weer van een vakverdeling voor zien, zodat het gebouw thans weer beant woordt aan de voorstellingen op zeven tiende eeuwse gravures. De overheid droeg bij in de kosten van de restauratie en Monumentenzorg oefende toezicht uit. Leeuwarden behield dankzij deze restau ratie een van de fraaiste gevels voor een van de oudste huizen van de stad. Ook inwendig zijn er tal van verbeteringen aangebracht. Enkele zalen werden van nieuwe vloeren voorzien, de opstellingen werden gewijzigd en verbeterd en in bet hele gebouw is een electrische verlichting aangebracht. Hierdoor is het mogelijk ge worden gedurende de wintermaanden op de eerste Maandagavond van elke maand excursies te houden langs de schatten van dit rijke museum. Dr. mr. F. J. Duparc van het ministerie van O.K. en W. legde er bij de officiële heropening van het Princessehof niet ten onrechte de nadruk op dat, er maar weinig provincieplaatsen zijn, die, als Leeuwarden kunnen bogen op het bezit van twee bij zonder fraaie musea. Het gebouw zelf met 18e eeuwse poortjes, trapleuningen en fonteintjes mag alleen al een bezoek waard zijn, de opstellingen zijn uniek. Er is een mooie collectie Indische kunst voorwerpen opgesteld. De plaatsing is zeer instructief en deze zaal is dan ook bij uit stek geschikt voor de schoolexcursies die hier regelmatig worden gehouden. De belangrijkste collectie van het Princesse- aof is evenwel die in de Nanne Ottemazaal, waar een chronologische ceramiek-opstel- ling een plaats vond. Hier vindt men een unieke verzameling Chinees porcelein van de Han-periode (omstreeks Christus' ge boorte) tot en met de achttiende eeuw, die de aandacht van de verzamelaars uit de gehele wereld trekt. Na de restauratie is de bovenverdieping speciaal bestemd voor Europese kunst nijverheid. Hier ziet men vijzels, eetgerei, glaswerk, sier- en gebruiksporcelein, waaiers, kast- en klokbeslag, muurankers en tegels. Het ligt in de bedoeling op deze afdeling van tijd tot tijd andere exposities in te richten, waarbij kan worden geput uit de rijke voorraden van de depots.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 6