Een der vele bezittingen van liet rijke geslaelit der C'ainmiiiglia's treffende, welke luidt: „Willems Jans klept de klok om een nieuwe grietman te maken" (in het begin van 1594). Zijn weduwe verkocht in Augustus 1594 de woning op de hoek van de Bollemans- steeg. Zij zelf overleed in 1604. Bij de dood van Sybrand vererfde zijn ouderlijk huis op zijn broer Wytze van Cammingha, die in 1606 kinderloos te Emden stierf. Deze liet de stins, waarin zijn „salighe olders" ge storven waren, na aan de zoon van Sybrand, Frans van Cammingha, en het ,,cleyn-huys" dat door Aelcke Donia werd bewoond, aan zijn zuster Saepck van Cammingha, wed. van Joost van Ockinga. In 1662 was het gehele pand weer in ééne hand verenigd, en wel in die van Foeck van Eelsma, weduwe van de raadsheer Aede van Eysinga. Zij verkocht het grootste deel van de stins, welke twee hoge gevels aan de Kerkstraat had, aan Willem van Haren, stalmeester van graag Ernst Casimir en kapitein der garde. Dat gedeelte bevatte volgens de koopacte: „het sael, voorhuys, dagkamer, somerkoken ende poeskoken daerafter. met de plaats en de schuyr." Van te voren had zij het andere deel van de stins met het cleynhuys (nu Grote Kerk straat 20) reeds verkocht aan haar moei. Kiem van Galama. Dit perceel kreeg zij bij accoord terug en verkocht het aan de vaan drig van de garde, Thomas van den Bergh. Hierbij behoorde een zomerkeuken, een kruidtuin en een grote „heerlijke" plaats en bleekveld. Buiten de koop bleven ech ter de wapens van Eysinga en Eelsma, welke in Bentheimersteen boven de deur waren uitgehouwen. In 1635 verkocht Willem van Ilaren zijn huis aan de hellebardier Alons le Gentil; drie jaar daarna ging het over aan Albert van Loo en zijn vrouw Machtel van Aern- sma. Hij bewoonde het nog in 1657. Daarna werd het huis geruime tijd niet meer in de consentboeken vermeld, totdat bet, bij de verkoop van de stal op de hoek van de Bolleinanssteeg in 1788, in handen bleek te zijn van Johan Sippo van Harinxma thoe Slooten. Het bleef lange tijd in dit ge dacht: in 1840 werd het bewoond door rijn kleindochter, freule Margaretha Titia van Harinxma thoe Slooten. De laatste bewoner van het oude huis was Willem Hoevenaar, controleur van de waar borg; deze vertrok in December 1874 naar Arnhem. Het huis kwam aan H. D. F. van Sixma van Heemstra, die liet liet slechten en er een nieuw huis voor in de plaats liet bouwen. Hij overleed in 1900. Zijn weduwe vertrok in 1903 metterwoon naar Den Haag. Zij verkocht haar huis in twee percelen, n.l. aan mr. A. Menalda en mr. J. L. van Slo- terdijck, die het op hun beurt verkochten aan de Provincie, welke er de keurings dienst in vestigde. Intussen was de vaandrig Thomas van den Bergh, uit Vianen, niet lang eigenaar ge bleven van dat gedeelte van Cammingha- huis, dat hij in 1625 had gekocht. In 1630 droeg hij het over aan Johan Hessel van Bootsma, ontvanger-generaal van Friesland, die het twee jaar later verkocht aan Buwe Gabbema. In 1635 veranderde het opnieuw van eigenaar: het werd toen, ten behoeve van de schuldeischers van Aba Freerks Gabbema, verkocht aan Sjoerd van Rispens, gedeputeerde Staat van Friesland en zijn vrouw Commerke van Velsen. Daarna kwam het aan Gysbertus Siercxma, die het verkocht aan de advocaat Richard van Bol- ten. Deze droeg het in 1657 over aan dr. Jacobus Adius, secretaris van Leeuwarden en Tietske van Burum. Sinds 1723 behoorde het aan Johan Saeckema van Wyckel, die het huis waarschijnlijk heeft vernieuwd, daar de huurprijs daarna werd vertienvoudigd. In 1804 verkocht de weduwe van de secretaris Hans Hendrik van Wyckel het aan de raadsheer Anne Regnerus de Wendt in 1830 behoorde het D.C. van Kolde Re- neman, in 1840 aan Seerp Brouwer, die eerst geneesheer in Leeuwarden en daama hoogleeraar te Groningen werd, welk ambt hij in 1835 neerlegde. Na zijn overlijden in 1856 bleef zijn weduwe, Sj. Brouwer—Cats, er tot haar dood in 1875 wonen. Het huis kwam daarna aan W. J. Oosterhoff, die het in 1887 overdroeg aan A. J. Joosten. In 1904 werd E. J. J. van Weyröther eigenaar die het in 1919 verkocht aan dc arts dr. H'. R. Gerbrandv. R. T. H. ZWANEN IN DE NEVEL. Deze foto werd gemankt in het Voiseparkje,

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 5