^Pa/et'ó van <3luótitie
ZETEL VAN HET RECHT
6
I J et grote gebouwdat zo'n markante afsluiting van het WÜhelminapletn vormt, heet
officieel het Paleis van Justitie en zou, door deze benaming, gemakkelijk als een
soort sprookjesachtig verblijf beschouwd kunnen worden door degenen, die alleen de
buitenkant kennen. Niets is echter minder waar dan dat; deze burcht van liet Recht
vertoont aan de binnenkant veeleer de neerdrukkende somberheid, die zo goed aansluit
bij zijn bestemming. Want neerdrukkend en somher zijn de dingen, die zich hier in
kamers en zalen afspelen; hier vindt menige menselijke tragedie haar berechting en be
straffing. Uier wordt recht gesproken, in een koele, juridische sfeer, al laat de menselijke
bewogenheid van alle daarbij betrokkenen - van rechters tot berechten - zich niet
buitensluiten.
Een echt paleis kun dat gebouw dus moeilijk zijn, aan uiterlijke praal is hier minder
behoefte dan waar ook. Dat het Leeuwarder Paleis van Justitie de eis tot soberheid wel
met een zeer bijzondere stiptheid vervult, doet overigens bij sommigen wel eens de vraag
rijzen of het gebouw eigenlijk niet een beetje verouderd is. De lange, kale gangen zijn
de sombere toegangswegen tot de vele vertrekken, waarvan voor het publiek de rechts
zalen de belangrijkste zijn, afgezien van de portiersloge, die men het eerst betreedt en
speciaal ingericht schijnt te zijn om de bezoeker van de rest van het gebouw alle paleis-
illusies te ontnemen. In het koude seizoen heeft dit vertrekje het grote voordeel, dat het
bij het kacheltje lekker warm is. En dat kan men van de rest van het gebouw niet (altijd)
zeggen
De gangen, die liet zonlicht én de kachel-
warmte ontberen, zijn altijd kil en in de
winter koud. Menige getuige, die er heeft
lopen ijsberen, tot hij werd binnenge
roepen, kan daarover op klagende toon
meepraten. Centrale verwarming is er dus
niet en daardoor zijn in het bijzonder de
grote rechtszalen bij koud weer onbruik
baar, tenzij men lang van tevoren begint
met het stoken van de twee kachels, die
deze grote en hoge ruimten heten te kunnen
verwannen. Daarom worden doorgaans de
kleine zalen gebruikt.
Laten wc eerst even nader uiteenzetten hoe
het met ai die rechtszalen zit. Men moet
dan weten, dat in het Leeuwarder Paleis
van Justitie twee rechtscolleges zijn ge
huisvest: het Gerechtshof voor de drie
Noordelijke provincies en de Rechtbank
voor het arrondissement Friesland. Over
de taken van beide en over hun onder
linge verhouding zullen we straks meer
vertellen. Nu volstaan we met het uiter
lijke.
Zowel voor Gerechtshof als voor Recht
bank is er een grote en een kleine zaal.
De grote zalen zijn zeer ruim en hoog en
daardoor imponerend. Men gebruikt ze
echter zelden; dit gebeurt in hot bijzonder,
wanneer er veel publieke belangstelling
wordt verwacht. Daarvoor is hier de
luimte; zo'n honderd toehoorders kunnen
hier wel een plaatsje vinden. De grote zaal
van hot Gerechtshof is na de bevrijding
veelvuldig gebruikt door het Bijzonder
Gerechtshof, dat zich met de berechting
van oorlogsmisdadigers bezig hield. Voor
deze zaken bestond - althans aanvankelijk
zoer veel belangstelling.
Doorgaans houden Gerechtshof en Recht
bank hun zittingen echter in de kleine
zalen, die van hot formaat van een grote
kamer in een ouderwets patriciërshuis zijn.
Ze zijn veel knusser dan de grote zalen en
bieden hei publiek (doorgaans vrijwel uit
sluitend uit de verslaggevers van de dag
bladen bestaand) hot grote voordeel, dat
men hot aan weerskanten van de groene
tafel gesproken woord kan volgen. In de
grote zaal is dit vrijwel onmogelijk, vooral
omdat de verdachte en de getuigen zich
tot de president richten, dus mot de rug
naar het publiek staan en allerminst de
behoefte gevoelen om „voor de tribune"
te spreken.
Het allersomberste deel van het gebouw
vormen ongetwijfeld de cellen, waarin de
verdachten, die zich in voorarrest bevinden,
worden ondergebracht tot ze aan de beurt
zijn. De inrichting van deze „logeer
kamertjes" is (uiteraard) gespeend van elke
luxe
De rechtspleging
We hebben aldus een beeld gegeven van
de inrichting van en de sfeer in liet Leeu
warder Palcis van Justitie. Hierop aan
sluitend kunnen wc iets vertellen over de
gang van zaken bij de rechtspleging, zoals
die zich in dit gebouw afspeelt. Doel van
dit deel van ons artikel is in het bijzonder
de dagbladlezers, die geregeld rechtbank
verslagen onder ogen krijgen, ietwat weg
wijs te maken op dit terrein. Voor een
goed begrip van dergelijke verslagen is
liet nu eenmaal nodig, dat men weet wat
bepaalde juridische termen betekenen en
dat men op de hoogte is van de rollen der j
met naam en functie aangeduide mee
spelers in de rechtszaal.
We moeten dan beginnen met liet ver
schil tussen civiel of burgerlijk recht en
strafrecht. Hot civiele recht speelt zich ai
tussen twee personen of rechtspersonen.
Een rechtspersoon kan zijn: de staat, de
provincie, dc gemeente, een N.V., een
vereniging enz. Een van beide partijen
(die, welke zich benadeeld voelt) is de
eiser en de and ore (die dit nadeel zou
hebben veroorzaakt) is de gedaagde. Er
zijn uiteraard duizend en één mogelijk
heden voor een dergelijk geschil tussen
twee partijen. U leent in een hui van gulle
goedhartigheid iemand duizend gulden en
na verloop van tijd vraagt U beleefd of
hot gelegen komt, dal het geld wordt terug
betaald. Dat gaat echter niet vlot en ten
slotte blijkt het helemaal niet te lukken.
Welnu, dan moet de rechter er aan te pas
komen en wanneer u het wettig en over
tuigend bewijs kunt leveren, dat U dit
bedrag in de vorm van een lening heeft
afgestaan, dan kan de zaak in orde komen.
Geschillen over koop, verkoop, huur, ver
huur enz. horen thuis bij het burgerlijke
recht.
Met hot strafrecht is het anders gesteld.
Daarbij komt men niet in conflict met de
belangen van één persoon, maar met die
van de staat, de samenleving dus. Dit ge
beurt door het plegen van een overtreding
of door het plegen van een misdrijf. Over
tredingen kan men op allerlei vrij onschul
dige manieren begaan, zo in het verkeer,
waar hot noot brandende achterlichtje of
de niet uitgestoken arm bij het nemen van
een bocht aldra tot deze vonn van straf
baarheid kunnen leiden. Er zijn ook
ernstiger overtredingen mogelijk, maar de
omvang van het delict blijft toch door
gaans zo gering van vorm, dat men zijn
verdere leven niet door gewetenswroeging
gekweld hoeft te worden.
Met misdrijven is het anders gesteld: dief
stal, verduistering, mishandeling, doodslag
en moord zijn daarvan enkele voorheelden.
De veranderende omstandigheden kunnen