De ingang van het Paleis van Justitie. ook dwingen iets wat aanvankelijk als een overtreding werd beschouwd tot misdrijf te promoveren. In de laatste tijd is dit gebeurd met het „in kennelijke staat van dronkenschap" besturen van een voertuig, een fiets inbegrepen. De verzwaarde be oordeling hiervan heeft al menigeen enkele weken in de gevangenis doen ver toeven Over de gang van zaken bij het burgerlijke of civiele recht zullen we hier geen uit voerige uiteenzetting geven. Buiten de kring van de daarbij betrokkenen bestaat er doorgaans weinig belangstelling voor. Slechts in zeer bijzondere gevallen maakt de krant er melding van; bovendien ver slapt de belangstelling aldra, omdat de processen doorgaans ontstellend lang duren en voor een belangrijk deel schrifte lijk worden gevoerd door de advocaten (in dit geval procureurs geheten) van beide partijen. Voor de rechter gebeurt weinig meer dan het indienen van de schriftelijke vertogen van weerskanten, die „conclusies" worden genoemd. Heeft de ene partij zijn oonclusie overhandigd, dan vraagt de andere meteen enige weken uitstel om zijn verweer voor te bereiden. Het proces begint met een dagvaarding en dan volgen meestal met tussenruimten van verscheidene weken de conclusie van antwoord van de gedaagde partij, de con clusie van repliek van de eisende partij, de conclusie van dupliek van de gedaagde. Dan kunnen beide partijen vonnis vragen en daarvoor stelt de rechter een dag vast. De partijen kunnen ook nog verzoeken mondelinge pleidooien te mogen houden, de rechter kan het verhoor van getuigen gelastenmen is meestal wel een jaar tje ouder geworden, voordat er een beslis sing valt. In gevallen, waarbij snel een rechterlijke uitspraak vereist wordt om verder onheil te voorkomen, kan alles echter veel vlugger gaan. Men spreekt dan van een kort ge ding, dat voor de president van de recht bank wordt gevoerd. Deze beslist in dat geval na enkele dagen en daarna kan de partij, die in het ongelijk is gesteld het nog eens bij de rechtbank proberen. Is het in kort geding gewezen vonnis echter bij voorraad uitvoerbaar verklaard, dan zal deze partij zich aan de beslissing moeten houden, tot er eventueel een andere uit spraak komt. In dergelijke gevallen kan de rechter de veroordeelde een dwangsom op leggen, die hij telkens verbeurt, wanneer hij in de gewraakte handeling of nalatig heid volhardt. Bij het strafrecht zijn ook twee partijen aanwezig. De ene is uiteraard de man of de vrouw, die het misdrijf of de overtre ding heeft begaan en zich daarvoor moet verantwoorden. De andere is het Openbaar Ministerie, die de benadeelde partij, de staat dus, verteegenwoordigt. Dit Openbaar Ministerie, aan het hoofd waarvan de minister van Justitie staat, heeft tot taak de vervolging van strafbare feiten. De inlichtingen daarover krijgt het van de politie, in de vorm van processen- verbaal. Het is mogelijk, dat het O.M. be paalde zaken te onbelangrijk of onbewijs baar acht en dan kunnen deze geseponeerd (ter zijde gelegd) worden. Er komt dan dus niets van een vervolging, maar in de andere gevallen wordt de zaak voor de rechter gebracht. De vraag of een misdrijf wordt berecht is dus alleen afhankelijk van het oordeeel van het O.M., zelfs de eventuele benadeelde partij kan hierop geen invloed doen gelden. Wanneer iemand u besteelt en u zou de dief vergiffenis schenken, dan kan de zaak desondanks en dus tegen uw wil worden berecht, wanneer het O.M. op de een of andere manier van het misdrijf in kennis wordt gesteld. Een uitzondering vennen slechts de klachtmisdrijven, die niet vervolgd kunnen worden wanneer de benadeelde partij daartoe niet de wens te kennen geeft. Een bekend klaehtmisdrijf is be lediging. De berechting van overtredingen en mis drijven geschiedt verder in principe op dezelfde manier als in civiele zaken. Beide partijen (het O.M. en de verdachte, die vaak bijgestaan wordt door een advocaat als raadsman) wenden zich met gelijke rechten tot dc rechter of de rechters, die ten slotte het oordeel moet vellen en dit vastlegt in het vonnis. ZoMs gezegd, wordt de zaak bij de rechter aanhangig gemaakt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 7