ie cle ócWoen paóte, trok Wem aan VAN EEN JOFFER-VAN-VROEGER AAN DE VROUW-VAN-NU 10 /^~Vn paar nieuwe schoenen 'n pro- bleem? Eigenlijk in 't geheel niet. Mis schien kostbaar, maar dat is alles. Men stapt naar een schoenenzaak en men kiest en past. Hoge hakken, lage hakken, met veters, zonder veters, voor de weekdag of de Zondag, zwart, wit, bruin, blauw, rood, groen, grijs, gaat u maar zo door. Niets dan 'n kwestie van tijd, van overleg en van beurs. Natuurlijk loopt iedereen op schoenen! Nu, zó natuurlijk is dat ook alweer niet. Een jaar of tien geleden, toen de oorlog op z'n eind liep, toen liepen we op klompen en kleppers en onze voeten werden er niet beter van. Nu kunnen we weer kiezen uit een grote en verleidelijke voorraad. Een linkerschoen voor de linker-voet en een rechterschoen voor de rechter-voet verbeeld je, dat je zulke nonsens opschrijftl je draagt toch natuurlijk de goede schoen aan de goede voet. Ook al weer niet zo natuurlijk. Schoenen, vervaardigd naar de voet-vorm (dus ver schillend voor linker- en rechtervoet) heb ben we pas sedert het einde van de vorige eeuw! En de dames wilden er eerst zelfs niet aan; het zijn de mannenschoenen ge weest die hebben doorgezet, de vrouwen zijn gevolgd en de kinderenkregen ze eerst in het begin van déze eeuw. Men droeg réchte schoenen en men droeg ze óm en óm, want anders mocht de schoen eens naar de vorm van de voet gaan staan. In dit opzicht was onze beschaving zeer onbeschaafd. Want twee verschillende schoenen voor het menselijk voeten-paar hadden al bestaan, maar dat was érg lang geleden. Namelijk in Egypte, 'n slordige vijftien eeuwen geleden het kunnen er ook twintig of tien zijn geweest. In de zeer grijze oudheid droeg men voor namelijk sandalen en de voetbeschermers die van riet en palmbast werden verv aar digd bleven eeuwen lang bestaan en tonen ons nu nog de leest van die tijd. Wat van leer was, kon de eeuwen niet trotseren. Er was verschil tussen de sandaal van de vorst en die van zijn onderdanen, tussen die van de man en die van de vrouw. Op een gegeven moment was het sierlijk om sandalen met zulke lange punten te dragen dat men de punt met een riempje om de enkel moest bevestigen, anders kon men niet lopen. En ziet! In de vijftiende eeuw, wanneer in West-Europa het nauwsluitend middeleeuws costuum wordt gedragen, dan vindt men ook daar de overdreven „snavel schoen", die met een riempje wordt vast gemaakt. Een soldatenschoen uit 't wereldrijk Rome heeft zwaar bespijkerde zolen; 'n jaar of tien geleden hoorden we dat nare geluid van eenzelfde soort soldatenlaarzen in onze straten weerklinken. Onze Germaanse voor ouders droegen een soort beenwindsels, die SCHOENEN IN HET FRIES MUSEUM. Links een gildeproefstuk uit de zeventiende eeuw. Rechts op de achtergrond een rode fluwelen slof uit het einde van de zeventiende eeuw. Daarvoor een overschoen of galoche uit de achttiende eeuw. we later weer terug vonden in onze voor oorlogse soldaten-puttees. Onze tegenwoordige slof-achtige leren damesschoenen doen sterk denken aan de schoenen uit het Verre Oosten; soepel, zon der bandje en met geen of weinig hak. Laarzen waren heel vroeger het schoeisel van de koning en van de vooraanstaanden; in de vorige eeuw werden zij door de ele gante dames gedragen, in het begin dezer eeuw liepen de kinderen er mee en nu zijn zij eigenlijk alleen in gebruik bij de sport van wandelen en schaatsen. Natuurlijk zijn ook de schoenen aan mode onderhevig, want zij zijn immers een on derdeel van onze kleding. Zo worden meestal schoenen zonder hakken gedragen, wanneer het middel hoog ligt (de Empire- japonnen uit de Napoleontische tijd) en met hakken, wanneer het middel op de nor male plaats zit. In plaats van een hak, droeg men in de Middeleeuwen een houten trip onder de schoenen en zodoende stond men wat verder af van het vuil der niet-onder- houden wegen en straten. In de zeventien de eeuw was het in Venetië mode, dat de dames op steltvormige witte schoenen lie pen van zo'n 35 centimeter hoogte. In die zelfde eeuw kwam de hak in de mode, zo als wij die nu nog kennen. Maar omdat tot voor kort de vrouw weinig liep en niet aan sport deed, is het elegante schoentje einde loos lang in de mode geweest en zouden onze voor-moeders het bestorven zijn, wan neer zij onze brede wandelschoen-met- platte-hak hadden moeten dragen! Geheel ongelijk geven we hun niet, want, hoewel deze schoenen onontbeerlijk zijn in onze tegenwoordige wijze van leven, er zijn weinig vrouwen die er elegant mee uitzien. Op de schilderijen van Frans Ilals en Van der Helst dragen de heren-der-schepping geweldige laarzen; in die dagen waren door de langdurige oorlogen ook de cos- tuums voor de oorlog geschapen en leefde men tijdelijk in vrede wel, dan stond het maar wat „mannelijk". In de tijd van Lodcwijk XIV, de Zonnekoning van Frank rijk, was het voor de heren aan 't hof mode om zwarte schoenen met rode hakken te dragen en nog is in Frankrijk een „talon rouge" (rode bak) de benaming voor een voornaam heerschap. Fluwelen schoentjes, geborduurde schoen tjes, schoentjes van naaldkant (de meest kostbare kant, die ooit heeft bestaanvan satijn en van zijde, schoentjes met ruches of grote strikken, met gespen en kruis linten, u hoeft maar even op oude schilde rijen of prenten te kijken en u vindt ze in alle denkbare modellen en soorten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1954 | | pagina 10