■H TOEN HET BEGON TE DOOIEN V. V-.-: "M ;v% tp S» Feilen en leitjes uit de vorige eeuw van Leeuwarden is opgetreden, liet huis bezeten. Hij bewoonde, althans op latere leeftijd, het oostelijk gedeelte van zijn huis en verhuurde het westelijk deel aan L. M. A. Waubert de Puiseau en diens vrouw Cornelia Jacoba Trese, die daar een Fransche kostschool hielden. In genoemd jaar besloot de heer Faber het oude ge bouw te verkopen: van de westelijke helft werd Jhr. Waubert de Puiseau eigenaar; de oostelijke helft kwam aan de heer Ynzo van der Veen. Lang zijn de beide helften ook nu niet gescheiden gebleven; reeds het volgende jaar droeg de laatste zijn woning aan.de eerste over, die daarop het gehele gebouw tot kostschool inrichtte. Toen Jhr. Waubert de Puiseau in 1828 naar Luik vertrok, kocht de gemeente Leeuwarden liet huis aan en liet dit enigermate verbe teren. Doch daar het op den duur onge schikt bleek te zijn voor een kostschool, is het in 1846 afgebroken om plaats te ma ken voor het gebouw, dat sinds 1875 de H.B.S. voor meisjes is. o verdween het oude patricische huis, dat stellig vier eeuwen, zo niet langer, had gestaan, al had het in de loop der tijden vele veranderingen ondergaan. Het heeft zelfs de glans gekend van een vorste- lijke residentie te zijn. Op grond van een tekening van J. Stellingwerf uit 1724, welke tot onderschrift draagt: ,,'t Oude Hof van wijlen Hare Hoogheit „Princesse Albertina van Oranje Nassau te Leeuwar den, in de „Groote Kerkstraat", wordt aan genomen, dat dit huis de residentie van deze Prinses is geweest, na de meerder jarigheidsverklaring van haar zoon, Hen drik Casimir II, in 1679. Nadat Albertina Agnes haar regentschap had neergelegd, maakte zij een reis door Duitsland en keerde in 1681 naar Friesland terug. Zij stierf in 1696 op haar lustslot „Oranje woud." In dit tijdsverloop zal zij waar schijnlijk 's winters dus Dckama-huis heb ben bewoond, ,,'t Oude Hof", zoals Stel lingwerf dit in 1724 heeft getekend, gelijkt inderdaad, met enkele kleine afwijkingen, op een gedeelte van Dekama-huis, dat om streeks 1780 werd afgebeeld door J. Ver- stege, en in 1845 door A. Martin en G. Menalda. Doch, zoals onomstotelijk blijkt uit de rij van opeenvolgende eigenaren, die hierboven zijn genoemd, heeft het Huis van Nassau dit gebouw nooit beze ten. Prinses Albertina Agnes moet het van Catharina Nitphen hebben gehuurd. Eekhoff deelt me<Le, dat ook prinses Amalia van Anhalt hier gewoond zou heb ben, nadat haar zoon Johan Willem Friso np 22 November 1707 het bewind over Friesland als stadhouder had aanvaard. Dat blijkt echter nergens uit; zelfs niet uit het onderschrift van de tekening van Stelling werf, uit 1724, hoewel deze Vorstin een tijdgenoot van hem was. Amalia van Anhalt heeft korten tijd, nadat zij het regentschap had neergelegd, Friesland verlaten. Op 8 Mei hield zij haar intocht in Diez en ves tigde zich op het slot Oranienstein, waar zij in 1726 overleed. R. T. H. 24 Mei 1820. Aanbesteed het afbreken van de buitenste Vrouwen Landpoort en het af graven van een stuk bastion aldaar. 15 Juli 1820. Op de Leeuwarder kennis zijn het panorama der slag van Waterloo, geschilderd door J. Kamphuysen en een menagerie met nijlpaard, kwaggapaard, Senegalse leeuwin, een panter, een tijger- kat, 20 andere kleine dieren en 50 vogel soorten, waaronder „de vogels streuss, man en wijf, zij zijn bijna 7 voeten hoog, het mannetje weegt meer dan 200 pond; deze vogels kunnen niet vliegen maar loopen het snelste paard gelijk, hebben geen tong en kunnen ijzer en staal verteeren; de aan- schouwers zullen verwonderd zijn, daar men het kleinste vogeltje er bij zal zien, dat niet groter is dan het lid van een duim".

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1954 | | pagina 6