09
A":
13
Een verhaal voor de kinderen
van Tante Pannekoek
Ut ïnuizenkiiidercn hadden zo hard
ezongen van: „Toen onze l'oes een
poes-jt was" en van: „Miauw! Piep-piep.
Miauw! Piep-piep!", dat zij er schor van
waren. Flikje moest er zelfs van hoesten
Juffrouw Kriebelstaart legde het stokje,
«aar zij de maat mee had geslagen weg
en zei: „Nu krijgen jullie eerst aardrijks
kunde en daarna maak ik de tekening af.
Nu is de aardrijkskunde, die muizen leren,
heel anders dan die jullie op school leert'
Want muizen hoeven niet te weten hoe de
«rale rivieren heten en hoe de stad heet,
waar je woont en hoe de namen van de
kanalen zijn. Nee, muizen moeten weten
hoe zij het vlugste van de ene kamer m
de andere kunnen komen en waar alle
muizengaatjes zijn, waar zij zich in kunnen
verstoppen. Want de muisjes weten nooit
zeker of Poes Miauw niet opeens door luns
gaat wandelen. En, zoals zij net hadden
gezongen: poezen houden van muizen, niet
om cr mee te spelen, maar om ze op te
eten. En de muizen moeten natuurlijk altijd
proberen, om vlugger te zijn dan de poes,
zodat zij niet gevangen kunnen worden.
„Pikje, vertel jij nu eens, hoi' je van^ vader
en moeders huis naar school loopt.
Pikje schraapte zijn keel en zei: „Eerst
pakken we onze schooltassen en dan geelt
Moeder ons een zoen en dan doen wc
zachtjes de voordeur dicht want we mo
gen niet met de deuren slaan, zegt Moeder.
En dan steken we vlug een gangetje over,
want in dat gangetje zijn geen muizengaat
jes en dat is dus gevaarlijk terrein. En
dan.en dan.
„Door de mensen-eetkamer fluisterde
Flikje, die aan de andere kant van de klas
zat.
„Niet voorzeggen, Flikje!" zei de juffrouw;
„Pikje weet het best, hij moet alleen oven
nadenken".
Pikje zat met diepe rimpels in zijn voor
hoofd. „En dan gaan we door de mensen
eetkamer, waar al die grote houten dingen
staan".
„Stoelen!" fluisterde een ander muisje,
maar Pikje luisterde er niet naar.
„En zijn er in die kamer wel muizengaat
jes?" vroeg de juffrouw.
„Ja, juffrouw, er zijn er drie. Een in de
hoek bij dc kast, een onder het buffet en
een naast de spiegel waar Flikje altijd voor
staat te kijken", t
Flikje kreeg een kleur als vuur. En Pikje
I schrok, dat hij dat gezegd had, want hij
I luid helemaal niet bedoeld iets over zijn
zusje te vertellen.
De juffrouw' begon te lachen. „En wat
doe je daar dan voor die spiegel, Flikje?
Flikje kreeg nóg meer kleur en zei zacht
jes: „Ik kijk erin, juffrouw".
'„En wat zie je dan, Flikje?" zei de juffrouw
Flikje schrok; de juffrouw had het dus tóch
weer.
„Ik zie mezelf, juffrouw", antwoordde
Flikje.
„En wat nog meer, Flikje:
„De nieuwe blouse, die Moeder voor mij
gemaakt heeft", zei Flikje heel verlegen.
Alle muisjes begonnen te lachen en de
juffrouw zei: „Ik vind, dat je moeder
prachtig kan naaien, Koor! En ik begrijp
best, dat je eens even voor de spiegel wilt
kijken. Maar je moet zorgen, dat je daar
door niet bijna te laat op school komt een
volgende keer".
gemerkt, dat zij op 't laatste nippertje in
de bank was gegleden. Een volgende keer
zou zij zorgen op tijd te zijn.
De juffrouw vroeg nog verder aan Pikje,
hoe de weg naar school liep, waar hij langs
kwam en hoeveel muizengaatjes er waren.
En ook de andere muisjes vertelden hoe zij
naar school liepen.
Toen kwam het vrij kwartier en de muizen
mochten gaan spelen in de lange marmo
ren gang. Daar kon je zo mooi glijden over
de stenen vloer en bokje springen in een
lange rij en je verstoppen achter de poten
van de meubels. Pikje rende de gang door,
om een mooie schuilplaats te ontdekken en
opeens zag hij zichzelf niet in een
spiegel, maar in de koperen paraplubak.
Hij schrok ervan, maar moest toen lachen;
want de muis, die hij zag komen aan
rennen, dat was hijzelf. Hij stond naar de
mooie paraplubak te kijken en dacht: als
ik mij daar nu eens in kon verstoppen, dan
konden ze me helemaal niet vinden.
Maar meteen ging dc schoolbel en alle:
muizen renden zo vlug mogelijk naar de
klas terug.
„En nu ga ik de tekening afmaken", zei
juffrouw Kriebelstaart en zij nam haar
krijtje weer op. „Leggen jullie allemaal je
tekenschriften klaar, dan mag je mijn teke
ning straks namaken
Toen de juffrouw klaar was, zei ze: „Hier
zien jullie de kop van een echt roofdier.
Van welk dier is deze kop?"
De hele klas antwoordde tegelijk: „De kop
van dit roofdier is de kop van een stoute
kater!"
..Juist", zei de juffrouw, „dat hebben jullie
netjes geantwoord. En nu zal ik jullie eens
wat vertellen. Er is hier een nieuwe kater
komen wonen, de tuinman heeft hem in
huis gebracht. Hij kan heel hard spinnen
en hij heet
„Bietebauw", riep Pikje heel hard.
Van verbazing liet juffrouw Kriebelstaart
haar krijtje vallen. „Hoe weet je dat,
Pikje", zei ze verwonderd.
En toen vertelde Pikje van zijn droom: van
de kaas in dc winkel, waarin hij zat en
van het jongetje, dat met zijn moeder cle
kaas kwam kopen en van de spinnende
kater in de keuken.
„Dat is grappig, Pikje, dat je dat allemaal
droomde. Nu weet je meteen hoe de kater
er uitziet en nu kun je de andere muizen
waarschuwen, als hij in de buurt komt.
't Is nu tijd 0111 naar huis te gaan; wees
jullie allemaal voorzichtig met de nieuwe
kater!"
De juffrouw veegde het bord schoon, de
muisjes stonden op en liepen netjes in een
rij naar de gang.
„Dag juffrouw! dag juffrouw!" klonk het
van alle kanten.
„Dag kinderen! Tot morgen,
juffrouw.
riep
de