jVlmjke yHuji IN HET NIEUWE LEEUWARDEN N VAN EEN JOFFER-VAN-VROEGER AAN EEN VROUW-VAN-NU 7 £7~er gelegenheid van de opening van het Cultureel Centrum in de Prinsentuin en op de eerste dag van het Congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, in Friesland's hoofdstad, zal op 25 Mei een historische optocht door onze straten trekken, waarvan Marijke Muoi de hoofdpersoon is. Zij heette eigenlijk Maria Louise van Hes- sen—Cassel en zij werd geboren op 7 Febr. 1688 op het kasteel van Landgraaf Carl van Hessen—Cassel, haar vader, en Maria Amalia, hertogin van Coerland, haar moe der. Het „Hessenland" wordt het meest militairistische vorstendom van die tijd ge noemd en menig vorst knoopte vriend schapsbanden met de Landgraaf aan, om daardoor gebruik te kunnen maken van diens onderdanen wat het zelfde wil zeggen als: soldaten. Soldaten, die vast en zeker ter overwinning voerden! Maria Louise had als meter voor haar eer ste naam Prinses Maria van Oranje, vrouw van Prins Willem III, die een jaar na de geboorte van Maria Louise koningin van Engeland werd. Op 21 April 1709, zij was dus 21 jaar oud, trouwde zij met Johan Willem Friso, pete kind van onze stadhouder Willem III. De stadhouders stamden af van Willem de Zwijger, Johan Willem Friso van diens oudste broer, Graaf Jan de Oude. Prins Willem III toonde steeds zeer veel belang stelling voor zijn neef en benoemde hem tot universeel erfgenaam. Maar toen Wil lem III was overleden erkenden de Staten van Holland en van de andere provincies hem niet en Johan Willem Friso bleef stad houder, uitsluitend van Groningen en Friesland. Het was geen rustige tijd, waarin de jonge mensen huwden en hun intrek namen in Leeuwarden. De oorlog met Frankrijk woedde nog steeds voort en oorlogen kosten geld. Het „Hof" was verbouwd en de mooiste meubelen uit de paleizen van Den Haag, Dieren en het Loo waren naar hier gebracht. De Staten van Friesland schudden de wijze hoofden over de veel vuldige uitgaven en de grote bruidschat; Johan Willem Friso was gewend royaal te leven en te geven. Men hoopte dan ook, dat zijn vrouw er de zuinigheid in zou brengen! De eerste acht maanden van hun huwelijk bleef Maria Louise bij haar ouders. Eerst in het eind van 1709 kwam zij naar Fries land en wel naar Oranjewoud. Op 1 Januari van 1710 Vertrok de stoet in de richting van Leeuwarden. Men overnachtte te Bergum en werd de volgende dag met vlag en wimpel in de hoofdstad ingehaald. In Leeuwarden was men al weken lang druk bezig met confereren hóé Prins en Prinses ontvangen zouden worden en we kunnen aannemen dat commissies en sub commissies urenlang aan het vergaderen zijn geweest. De lijfwacht stond buiten de Hoeksterpoort opgesteld, toen de stoet van staf-officieren in blauw en scharlakenrood met veel goud en juwelen de splinternieuwe prinselijke karos aankondigden. Het prinselijk paar was omringd door hellebaardiers en hun karos werd gevolgd door een aantal rij tuigen, door vier paarden getrokken. Van de Hoeksterpoort tot aan het Hof stond de burgerwacht in groot ornaat opgesteld. Kanonnen maakten bekend, dat iets zeer bijzonders in Frieslands hoofdstad zich vol trok en 's avonds was er een groots vuur werk. Natuurlijk bracht Maria Louise haar eigen koffers en kisten mee en enige dierbaar heden, zoals: een koffiekan, een beddepan en een kistje met poppengoed! Zij was vergezeld door: „een hofmeesteres met haar kamenier, t\Vee freules elk met eigen kamenier, een stalmeester, twee hofjongens, twee pages, een kamerdienaar, vier lakeien, drie kameniers, een wasmeid, drie koetsiers en drie voorrijders". Het gelukkige huwelijk, waaruit op 2 October 1710, een dochtertje - Anna Charlotte Amalia - werd geboren, heeft niet lang geduurd. Op 10 Juli 1711 ver dronk Johan Willem Friso, toen hij de Moerdijk wilde oversteken, komende van Brussel en op weg naar Den Haag. Twee dagen na het ongeluk vond de beurtschip per op Bergen-oj)-Zoom het lijk van de Prins, dichtbij de plek van het ongeluk. Het lijk werd gebalsemd en naar het Oranje woud gebracht, waar het stond opgebaard. Op 1 September, nog vóór de begrafenis van Johan Willem Friso, is zijn stamhouder te Leeuwarden geboren, Willem Carel Hendrik Friso. •k De stoet die nu over enkele dagen door Leeuwardens straten trekt laat ons Maria Louise zien, zeven jaar na de dood van haar man. Zij is gekleed, zoals Accama haar heeft uitgeschilderd op de portretten, die in het Friesch Museum en het Prin- cessehof hangen. Eenvoudig, in een ivoor kleurige japon, de kleine zwarte weduw- sluier op de witte pruik. Zij komt van buiten, van haar geliefde Mariënburg, dat kort na haar aankomst in ons land voor haar was gebouwd. Zij is naar de stad ge komen om te zien wat men van haar park, de latere Prinsentuin, heeft gemaakt. Zij rijdt met groot gevolg: herauten, officieren en soldaten te paard en te voet, de edelen van Friesland te paard, haar hofdames en pages, de boerenmeisjes en boerenzoons die haar vanuit de provincie naar de stad begeleiden, haar lijfarts, haar jager met de hazewinden voor de lange jacht. Zij wordt ontvangen door de achttiende eeuwse burgemeester en door een groep van Leeu warder burgers en burgeressen met hun kinderen. Maar zij zit niet alleen in de grote glazen

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1954 | | pagina 7