Feiten en feitjes
uil de vorige eeuw
29 Maart 1824. Verkoop van een verzame
ling physisehe, mathematische en optische
instrumenten van wijlen J. N. Baron du
Tour te Leeuwarden.
5 April 1824. Verkocht bij J. Proost te
Leeuwarden de bibliotheek en rariteiten van
wijlen mr. H. J. Albarda.
7 Juli 1824. De werkzaamheden der triangu
latie (driehoeksmeting) door de landmeters
eerste klasse A. van Giezen en S. J. Vissers,
die met de kadastrale opname van Leeuwar
den belast zijn, beginnen.
16 Juli 1824. Rosalie Brccher uit Luik ver
toont op de Leeuwarder kennis een ver
zameling wasfiguren uit historie en mytho
logie, o. a. het anatomsieh beeld van de
jonge Thisbe alles op welvoegelijke wijze
voorgesteld.
voetgangers grondig kennen. Dit alles
wordt door de leiding in spelen verwerkt.
Is de welp 11 jaar geworden dan kan hij
overgaan naar de afdeling verkenners, waar
de hopman de leiding over neemt en hem
voortbouwend op zijn welpenkennis, gereed
maakt voor de z.g. derde klasse eisen, welke
ook al zijn ingesteld op het dagelijkse leven.
Een verkenner moet zioh kunnen redden
onder ook zeer moeilijke omstandigheden.
Hij moet zijn eigen brood kunnen bakken,
hij moet kunnen koken, kortom wanneer hij
gaat kamperen dan moet hij van niemand
afhankelijk behoeven te zijn. Zo wordt ge
bouwd aan zijn karakter en wordt getracht
dit te vormen naar de bedoeling van B.P.
Heeft de padvinder voldaan aan de derde
klas eisen dan komt voor hem het belang
rijke ogenblik van de installatie en legt hij
de hierboven vermelde belofte af. Hij is dan
verkenner, mag de groepsdas en het instal
latieteken dragen kortom op dat ogenblik
maakt hij officieel deel uit van de grote
wereldbroederschapsorganisatie en weet hij
dat hij waar ook ter wereld kan rekenen op
de steun van zijn medepadvinders. Het zou
te ver voeren om tot in details het leven en
streven van de padvinder te beschrijven.
Het was enkel de bedoeling om in enkele
zinnen hier een kort beeld te geven van de
padvinderij, er daardoor de aandacht voor
te vragen en misschien waardering te wek
ken, waardering, welke in Leeuwarden
heus wel iets groter kon zijn.
Want hier in Frieslands hoofdstad blijft het
ondanks het feit dat deze jeugdbeweging,
geheel „self-supporting" overigens, nog
De akéla met rondom zich de welpen verzameld. Zo meteen gaat het spel beginnen.
steeds moeilijk medewerking te krijgen
wanneer het op huisvesting der zeven be
staande troepen aankomt. Maar één van de
stelregels van de padvinder is nooit te wan
hopen en dus ook niet in dit opzicht.
HOPMAN
12 Februari 1824. S. H. Lantinga geeft in
de grote zaal der gewezen loge te Leeuwar
den proeven van buikspreken en goochel
kunst.
20 Februari 1824. Het departement van
Binnenlandse Zaken en Waterstaat, afdeling
Gevangenissen, laat aanbesteden het ver
timmeren der Kanselarij te Leeuwarden tot
een huis van burgerlijke en militaire ver
zekering.
Het is niet alles goud wat er blinkt, maar dat vermindert de waarde van deze
koperen miniatuur gouden koets" geenszins. Het werkstuk was te zien op het
.Stokpaardje".
4 Augustus 1824. Geklaagd over het verval
der Wirdumer kermis, vooral in de wafel-,
koek en snuistcrijkramen, wegens de lage
vee- en zuivelprijzen, gepaard met hoge
huren.