„c/eeuwahW JjemeenscljAK Het nieuwe Pier Pandermuseum in de Prinsentuin Nieuws van de Stichting 3 in de overdaad en haar bange vraag is nu, of het nog altijd zo fragiele bouw sel van haar kunst zal worden vermor zeld onder het Romeinse hoefgekletter. Haar schuchtere angst is dezelfde, die ze vertoonde, toen omstreeks 1930 het geweld van het filmgeluid over haar hoofd losbarstte. Laten we proberen haar bemoedigend toe te spreken en dan niet alleen met de verzekering, dat een kunst, die een maal geboren is, niet sterven zal. Want daarvoor is de film noodzakelijker- wijS te sterk verbonden met commer ciële belangen. Belangen, die voorop zijn gegaan bij de uitvindingen op film gebied van de laatste tijd, want men heeft naar een middel gezocht om te ontkomen aan de nijpende concurrentie van de televisie en niet in de eerste plaats naar nieuwe wegen voor de film. Anders dan bij de toevoeging van het geluid lag hier de oorzaak van de ver nieuwing buiten het terrein van de ci nematografie zelf. Dat heeft het hele proces geboren uit zakelijk lijfsbe houd iets geforceerds en krampach tigs gegeven en zelfs verdeeldheid over het toe te passen systeem geschapen. Maar dit is ongetwijfeld van tijdelijke aard; ook om zakelijke redenen zal er binnen korter of langer tijd wel eenheid over de methode ontstaan. En dan blijft alleen het feit, dat het volgens de hui dige techniek mogelijk is de beeldkwa liteit (zoals deze zich o.m. in de beeld grootte demonstreert) en ook de ge luidsweergave tot ongekende hoogten op te voeren. Daarmee zal de film een belangrijke mijlpaal op haar weg heb ben bereikt, een weg, die bij het aloude „trilbeeld" begon. In de strijd om de technische perfectie zal de bioscoop al dus zijn voorsprong op de televisie aan zienlijk hebben vergroot. Een ontwikkeling, die geen grote terug slag op de artistieke kant van de film hoeft te hebben, omdat de kunst niet geschaad wordt door een volmaakte techniek. Maar wil de film in haar nieuwe gedaante de afgrond vermijden, dan zal zij zich moeten bevrijden van de pompeuze stijl van Hollywood. Dat dit geen vrome wens hoeft te zijn leert alweer de filmhistorie, waarin de Ame rikaanse droomfabrieken slechts een zeer bescheiden plaats innemen, wan neer het om het culturele aspect daar van gaat. En tóch heeft de film het aanzien gegeven aan een nieuwe kunst. De (Europese) krachten, die dit in het verleden hebben bewerkstelligd, zullen wellicht ook nu weer de ideële leiding kunnen overnemen en dan kunnen we meer goeds verwachten van Cinema- Scope en dergelijke, dan de serieuze filmliefhebber thans in de bioscopen kan vinden. K- De actie voor de sociëteit voor ouden van dagen, die gevoerd wordt door een speciale commissie van de stichting „Leeuwarder Gemeenschap", heeft ver schillende bemoedigende reacties opge leverd. maar het totaal daarvan is tot dusver tóch nog beneden de verwach tingen gebleven, zo deelde de voorzitter van deze commissie, de heer J. K. Dijk stra, ons mede. Een beroep op de grote werkgevers om financiële steun te verlenen had hier en daar succes, maar niet in voldoende mate om een basis voor dit werk te scheppen. Het contact met deze groep zal in September-October opnieuw wor den opgenomen. Het plan als zodanig bleek weliswaar de algemene instem ming te kunnen verwerven, maar de offervaardigheid bleek daarmee nog niet in overeenstemming te zijn, in hoofd zaak door het feit, dat tegenwoordig van vele kanten om steun wordt ge vraagd. Bij de kleinere werknemers vertoonde zich ongeveer hetzelfde ver schijnsel. Verder is een poging ondernomen om houders van nachtpermissies tot offer vaardigheid te bewegen. Voor dit doel is een speciale vertegenwoordiger van de commissie op pad geweest, maar ook dit onderdeel van de actie bleek niet geheel aan de verwachtingen te vol doen. Dan zou de algemene bron van inkom sten van de stichting, de vijf-cents-actie, nog in een ruimere mate kunnen vloeien, wanneer méér verenigingen enz. de extra stuiver aan de toegangsprijs voor bijeenkomsten wilden verbinden. Dit seizoen is het aantal deelnemers welis waar groter geworden, maar het moest toch eigenlijk zo zijn, dat het in Leeu warden regel wordt deze vorm van fi nanciële steun aan de stichting te ver lenen. Misschien kan dit ideaal het volgend seizoen bereikt worden?

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1954 | | pagina 3