*^Baby~ en ^Cinder hier en
VAN EEN
JOFFER-VAN-VROEGER
AAN EEN
VROUW-VAN-NU
IN VROEGERE EEUWEN
10
met alles eraan en eronder, wat bij die
onpractische maar kostelijke kledij paste,
Daar speelden zij dan, gehinderd in al
hun bewegingen door de baleinen cor-
setjes, de lange krullen, de kanten man
chetten, de parelsnoeren en de kleine
schoentjes. En al zullen Alle kinderen
er wel niet Altijd zo op z'n Paasbest
C
J
hebben uitgezien, als op het ogenblik
dat de schilder zijn penseel opnam om
hem of haar te conterfeiten, zo had de
kinderkleding toch stellig niets te ma
ken met het kinderlichaam,
We kennen ze nu nog uit de weinig over
gebleven klederdrachten van Marken,
Volendam, Huizen, Staphorst en Urk:
het is aardig en kleurig en schilderach
tig, maar zouden wij onze kinderen nog
graag omhullen met de lange rokken, de
wijde broeken, de keursjes, de mutsjes?
En tóch is het jammer, dat al die pracht
is verdwenen, want er ligt zoveel tradi
tie en waardigheid en geschiedenis in
de streekdrachten. Wat zien diezelfde
man en vrouw en kind er anders, gewo
ner uit, wanneer zij de kleren van nü
aantrekken. Wat een verschil tussen de
Zeeuwse en de Scheveningse met de
lange, deinende rokken en de zwaar af
hangende cape en de vrouw in het niets
zeggende katoenen jurkje! En do Urker
Tweejarig meisje in de vroegere
kledij. Naar een schilderij in het
Fries Museum. De schilder is onbekend
7 aar bestaat uw baby- en kincer-gar-
k de robe uit
„Wat een vraag!", horen we mom
pelen. „Natuurlijk uit alles wat gemak
kelijk zit, wasbaar is en niet verkleurt".
Zo natuurlijk is dat niet. Misschien reali
seert u zich niet dat het eerst 'n twee
honderd jaar geleden is, dat men er toe
overging voor de kinderen een eigen
kleding te maken!
De pasgeboren mensenkinderen werden
stevig in het pak gerold; hoe zij ooit het
gebruik van hun armen en benen kon
den beoefenen, is ons een raadsel. En
waren zij dan een keer zo ver dat zij
gesteund door een loophek en beschermd
door een valhoed hun stuntelige eerste
schreden op onze aardbodem konden ma
ken, dan werden zij meteen een man
netje en een vrouwtje in zakformaat.
Of men nu een Romeinse afbeelding be
kijkt, waarop zo'n kleine Claudius en
Agrippina staan afgebeeld, of dat het
de middeleeuwse Gozewijn en Elsabé
zijn, of een kleine Louis en een dito
Ninon uit de pruikentijd al die kin
deren zijn de dubbelgangertjes van hun
ouders.
De zware plooien van de toga, het hoge
hoofddeksel-met-sluier, de lange smalle
hozen, de stijve keurslijfjes, de fluwelen
wambuizen, de grote vilten hoeden-met-
veer, het witte pruikje, de kanten kra
gen, fichu's en lubben, de degen op zij,
de satijnen rokjes tot aan de grond, het
waren de kleren van vader en moeder
Wie zou een padvinder beter met castagnetten kunnen leren omgaan dan een Spaanse danseres?