Wat de huisvrouw j
vroeger moest weteri
Voorlichting in 1843
ry ij, die gebogen zitten of hebben ge
zeten over de leerboeken der
moderne huishoudscholen, weten na
tuurlijk dat de schone kunst van het
huishouden doen al eeuwenlang werd
doorgegeven van moeder op dochter,
maar misschien weten zij niet, dat men
ook in vroegere tijden geleerde boeken
voor de vrouw samenstelde, welke haar
inlichtten over alle eventualiteiten op
het gebied van het huishouden: koken,
inkopen, enz.
Zulk een boek werd eertijds geschre
ven door Maria Haezebroek en bewerkt
door P. Gros „Eerste Kok van wijlen
Z.Af. Willem I." Daar deze koning over
leed in 1843weten wij meteen dat het
boek al weer ruim honderd jaar oud
is. Het is „opgehelderd door Houtsnee-
Figuren'.
Nu moet u vooral niet denken, dat dit
boek alleen maar gaat over koken, bak
ken en braden en hier en daar iets over
liet verdere huishouden te zeggen heeft.
Neen, het gaat veel verder. Wat zegt u
bijvoorbeeld over de onderwerpen: Het
vernielen van rupsen, het huren van
dienstboden, het schoorsteenvegen, be
trekkingen der huismoeders tot de werk
lieden en de leveranciers, oppassing van
zieke dienstboden ,keus en aankoop van
wijnen, opmerkingen omtrent sommige
eigenschappen der brandstoffen, uitroei
ing van insecten in de kamers, enz. enz.
Aan de verzorging van zieken en ziek
ten zijn vele bladzijden gewijd; men
kan verder zijn licht opdoen over de
verschillende kruiden, bloedzuigers,
trekpleisters en mostaardpappen.
Ook de was neemt een voorname plaats
in bij Maria Haezebroek; hoe zou dat
Een keuken uit vroegere tijden, zoals deze is ingericht in het Fries Museum
ook anders kunnen in een tijd toen
eigenlijk alles in huis met eigen krachten
gewassen, gemangeld, gestreken en ge
vouwen werd? Toen men nog de kunst
verstond damast op te maken, zodat het
telkens weer even blank en rein op tafel
kwam, goed in de vouwen en niet uit
gerekt en gekreukeld?
Natuurlijk ontbreekt ook niet het on
derhoud van tafelzilver en van bronzen
en koperen voorwerpen; denkt u maar
eens aan de geweldige grote keukens
met al die koperen pannen, kannen,
puddingvormen, enz.! Ook hoe de meu
bels onderhouden en de eindeloze mar
meren gangen schoongemaakt moeten
worden, wordt u precies verteld. Het
schoonmaken van schilderijen, platen en
boeken wordt op zeer degelijke wijze
behandeld. Leert men dat nog op onze
hedendaagse scholen?
Bij. het hoofdstuk over de „Kleederen"
wordt ons verteld dat de overjas en de
sluitjas de twee kledingstukken zijn, die
de man in alle jaargetijden kan dragen
en dat de zwarte lakense rok de ver
plichte dracht is bij avondfeestjes, men
draagt daarbij een zwart satijnen vest.
Wat de kinderkleding betreft: „Men be
wijst aan de kinderen, vooral aan de
jonge meisjes, eene zeer slechte dienst,
wanneer men hen, gedurende hun eer
ste levensjaren gewent aan eene weelde
in de kleeding, welke zij later niet kun
nen volhouden en die daarenboven
slechts geschikt is, om ijdele gedachten
in hen op te wekken, hen aan de ijdel-
heid te gewennen." (Een goede raad,
die niet aan een jaartal gebonden is!).
Van de vrouwenkleding wordt gezegd,
dat die aangepast moet zijn aan het kli
maat; „Ongelukkiglijk is dit niet altijd
het geval, dank zij de griligheid der
mode en der fantaisie, die zelden in
overeenstemming zijn met de rede en
het gezonde verstand." Gelukkig, dat
wij tegenwoordig wat meer ons gezond
verstand kunnen gebruiken bij de aan
schaf van nieuwe garderobe-onderde
len!
Wanneer we het boek doorbladeren,
raken we wel doordrongen van het feit,