0VO7O 1 1 Een verhaal voor de kinderen van Tante Pannekoek liet is nog vóór schooltijd en toch hoor je al lawaai in het holletje van de mui- zenschool. ,,Pokkie, hier, houd die slinger eens vastl „Hè, Flikje, je staat op m'n staart! Zo kan ik de bloemen niet mooi schikken! „Maak toch niet zo'n lawaai! Straks komt juffrouw Kriebelstaart kijken, wat er toch gebeurt, en dan is het geen verrassing meer!" Wat doen de muizenkinderen eigenlijk? Toen de bazar afgelopen was, heeft Pikje het geld mogen tellen. Er waren zo ver schrikkelijk veel centjes, dat Pikje drie keer de tel kwijt raakte. Gelukkig maar, dat Flikje zo veel beter kan rekenen dan haar broertje. Zij kwam er bij en toen wisten ze al gauw, hoeveel de bazar had opgebracht. Meer dan genoeg, om een nieuwe bril te kopen. Nu kwam het goed uit, dat juffrouw Krie belstaart twee dagen later jarig was. De hele klas wandelde naar de brillenkoopman, dat was een oude uil, die er zelf ook altijd één op had. Hij woonde in een oude holle boom, maar hij kwam dadelijk naar bene den, toen hij de stoet muizenkinderen zag aankomen. Het was moeilijk om een bril te kiezen, want zij waren allemaal even mooi. Maar eindelijk was er een, die was nog mooier dan de anderen en die kochten ze toen. Na tuurlijk wilde de uil graag weten, voor wie de bril was en toen vertelden ze hem het hele verhaal, van Pikje in de koperen para- plubak en van Kater Bietebauw en van meester Trilstaart en hoe juffrouw Kriebelstaart Pikje had gered door Kater Bietebauw het hele huis door te laten rennen. Zij zagen het niet, maar de uil kreeg af en toe een kleur. Want hij had ook wel eens aohter muisjes aangejaad en hij wist dus hoe lekker ze waren! Maar déze muisjes waren zo aardig, die ging hij niet opeten. Met de nieuwe bril, mooi ingepakt in een doosje, gingen de muisjes weer naar huis. En toen hielden ze vergadering wanneer en hoe zij die aan Juffrouw Kriebelstaart zou den geven. Er waren natuurlijk heel veel plannen, maar tenslotte spraken ze af dat zij 's morgens vroeg zouden kamen, dat zij zachtjes zou den doen - want Juffrouw woonde boven de klas - en dat zij bij de ingang slingers zouden ophangen. Zij zouden allemaal één bloem meebrengen, daarvan werd dan een mooi boeket gemaakt en dat mocht Pikje geven en Flikje mocht het cadeautje aan bieden. Een heleboel moeders en vaders zouden ook komen kijken en dus zou het een écht feest worden. Nu was dan de ochtend van de verjaardag van Juffrouw Kriebelstaart aangebroken en de muisjes waren bezig te versieren, te schikken en elkaar in de weg te lopen. Zij dachten, dat zij héél stil deden en dat de juffrouw er niets van zo horen. Maar de juffrouw had al lang gemerkt, dat er iets gaande was. Zij ging niet kijken, want zij begreep, dat het een verrassing was! Eindelijk sloeg de klok 8 uur. Juffrouw Kriebelstaart, met haar Zondagse japon aan, kwam de trap af. Toen de hoek om: en, daar zag zij de opening van 't holletje hele maal met papieren slingers versierd in al lerlei bonte kleuren. Het was prachtig! En meteen begonnen de kinderen te zingen: „Lang zal zij leven, lang zal zij leven in de gloria!" Het klonk eerst wat vals, maar één van de vaders nam de leiding en toen ging het zó mooi. Juffrouw Kriebelstaart moest op haar stoel gaan zitten en toen zwegen ze aUemaal. Pikje en Flikje kwamen samen naar voren. Pikje hield de bloemen op zijn rug. Hij moest wat zeggen, dat had hij zo goed uit 't hoofd geleerd. Maar toen hij t zou zeg gen, was hij het helemaal vergeten! Hij kon alleen nog maar fluisteren: „Juffrouw Krie belstaartik dank u welik dank u welen ik hoop en ik hoopdat u de nieuwe bril mooi vindt!" En toen wist Juffrouw Kriebelstaart meteen wat er in het pakje zat, dat Flikje haar gaf, maar zij keek toch heel verbaasd toen zij het open maakte. Zij had nooit kunnen denken, dat zij ooit nog zón mooie bril zou krijgen! Zij wist niet hóé zij de muisjes, klein en groot, jong en oud, moest bedanken. „Vanmorgen ga ik voorlezen en vanmid dag tracteer ik op worstvelletjes", zei ze. „Hoera!" riepen ze allemaal „lang leve Juffrouw Kriebelstaart!"

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1954 | | pagina 11