IX' Groningerstraatweg omstreeks de eeuwwisseling tussen de koeien en stond na enige seconden weer op. „Klaar!" klonk het en de troep trok weer verder. \\/e keren terug naar de Groninger- str.weg. Even voorbij Werkmans- lust. waar nu het Groningerplein is, kon men rechts afslaan naar het Kalverdijkje, dat verderop toegang gaf naar de schietbaan. Daar moch ten echter alleen militairen komen; er stond altijd een schildwacht op post om te zorgen, dat geen onbe voegden het schietterrein betraden. Nog enige meters verder op de Gro ningerstraatweg draaide de Lek- kumerweg naar links af. Deze weg liep verder evenwijdig met de Gro ningerstraatweg en tussen dat ge deelte van beide wegen lag een gro te terp, die later is afgegraven. De jonge kinderen van Werkmans- lust bezochten de bewaarschool op de Oldegalileën. Ik herinner me nog het hoofd daarvan, Mejuffrouw Klin kenberg, een dame met pijpekrullen. Onderwijzeres was mejuffrouw Aukje Plantinga. JJit Werkmanslust vertrokken we in 1892 om te verhuizen naar de Landbuurt, waar toen het eerste twintigtal woningen in een weiland werd gezet aan een puinweg, die naar de boerderij van Wassenaar leidde. Deze boerderij, midden in het weiland gelegen, had eveneens een afrit naar de Harlingerstraat- weg. Iedere avond om ongeveer zes uur haalde ik de Leeuwarder Courant van de drukkerij aan de Noorderweg. In het winterhalfjaar was het een sombere tocht langs de Spanjaards laan. Van de Stienserweg af was die laan aan weerskanten beplant met hoge populieren tot dicht bij het kerkhof. Dan volgden kastanjebomen tot de Singelstraat. Struikgewas tussen de hoge bomen vormde met deze een donkere gang, slechts spaarzaam verlicht door enige gas lantaarns met vleermuisbranders. Qp Zondag maakte ik met een schoolkameraad vaak een wande ling rondom de stad. We begonnen bij de Vrouwenpoortsbrug, waar op de hoek de wagenmakerij van Rader- sma was. Dan ging de tocht voorbij het tramstation, langs de korenmo len van Sluyter. Aan de binnenkant van de gracht stond toen op het ho ge bastion een dergelijke windkoren- molen van Wijga, die zelden maal de en later afgebroken werd. De mo len van Sluyter ging over aan Vos man, die de windkracht deed vervan gen door motorische aandrijving en het bedrijf aanzienlijk uitbreidde. Voorbij de zoetwatervijver (verbo den terrein!) ging de wandeling langs de brood- en meelfabriek „De Hoop", waarvan eerst eigenaar was de heer Sprenger, later de heer Dalenoord. We liepen dan langs Westersingel, Willemskade en Grachtswal. Als het kon legden we het zo aan, dat we naast de gevangenis aan de overkant van de gracht waren als de lantaarns opgestoken werden. Dan kregen we namelijk iets interessants te zien! Onder toezicht van een bewaker kwam één der gevangenen de lan taarns aan de Zuid- en Oostkant van het gebouw opsteken. De ladder rust te op zijn rechterschouder en tegen de rechterkant van zijn hoofd maar werd niet vastgehouden. In militaire pas schreed de gevangene naast de bewaker voort tot bij de lantaarn. Dan kwam er een hand aan te pas; met een vlugge beweging werd de ladder op haar plaats gezet en de lantaarnopsteker liep zonder een hand voor steun te gebruiken, naar boven op de smalle sporten. Hij ontstak de lantaarn en dan kwam het! De ge vangene (ongetwijfeld een acrobaat) maakte een spreidsprong en gleed pijlsnel langs de ladder naar bene den. Wanneer hij „rechtsomkeert" had gemaakt en naast de ladder stond, dan nam hij met één handbeweging de ladder weer op de schouder, zo dat deze precies in evenwicht lag. Dit alles gebeurde sneller dan het beschreven of verteld kan worden We konden onze wandeling vervolgen over de Kanaalsbrug. Ik herinner me nog de tijd, dat deze niet bestond. De Grachtswal maakte een bocht en in die bocht was een ovaalvormig plantsoentje, door een laag ijzeren hek omsloten. Over de Vlietsterbrug liepen we over het Hoeksterpad en langs de school. Naast de school was een terrein met oude knotwilligen een zoetwatervij ver. Na de bocht kwamen de tuinen van bloemisterij Maurer, van de weg gescheiden door een brede sloot. Het terrein van de gasfabriek bleef nog geheel binnen de stadsgracht. Van de Kippeloop tot de Noorder- brug was het enige stuk, dat binnen de stadsgracht moest worden afge legd. Daarna kon de wandeling weer langs de buitenkant van de gracht worden voortgezet. Het gedeelte tus sen Noorderbrug en Singelstraat heette in de volksmond Achter de Gouden Bal", zo kwamen we op het uitgangspunt van onze wandeling te rug. W.W.Helmholt, Dintelstraat 106 II, Amsterdam-Zuid.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 7