Gemeente Reiniging
werd op een nieuwe
leest geschoeid
13
legen en legen in Leenwarden
De Gemeente Reiniging was na
bevrijding wel bij uitstek do
dienst die zich geroepen voel
de vele ongerechtigheden uit de weg
te ruimen. Ongerechtigheden van
materiële aard wel te verstaan, die
zich hadden opgehoopt door gebrek
kig .materiaal en een gebrek aan
materiaal voor het uitvoeren van de
dienst. Bovendien was de taak van
de Reiniging in 1944 nog verzwaard
door de annexatie van een deel van
Leeuwarderadeel. Na de oorlog
stond men dan ook voor de taak het
bedrijf uit te breiden en het tegelijk
grondig te vernieuwen. De paarden-
tractie moest plaats maken voor
autotractie, maar op 1 Januari 1945
beschikte men nog slechts over acht
tien - goeddeels verouderde - auto's.
Wanneer U dan weet, dat er op
1 Januari 1955 34 bedrijfsauto's in
gebruik waren, dan blijkt wel, dat er
fors is aangepakt.
Van 1945 tot 1955 werd het auto
park aangevuld met drie huisvuil-
auto's voor uniforme belading; elf
privaattonnenauto's; een veegauto;
een auto voor de kolkdienst; een auto
voor het vervoer van goederen voor
de ontsmettingsdienst; vijf vracht-
autos; een dieselzuigauto; een huis-
vuilauto met zijbelading ten behoeve
van de gemeente Leeuwarderadeel
en de dorpen Hempens, Teems,
Swichum, Wirdum, Wijtgaard en
Lekkum. In dit tijdvak werden twee
Minerva-tractors gesloopt en vijf ver
sleten vrachtauto's en een huisvuil-
auto met zijbelading uit het bedrijf
genomen.
Het wintermateriaal werd na de be
vrijding tot 1955 uitgebreid met drie
voorspansneeuwploegen en drie zand-
strooimachines. Bij de straatveeg-
dienst werden de oude handwagens
afgeschaft, terwijl voor 24 straat-
veegwijken driewielige veegrijwielen
in gebruik werden genomen. Voor
vuiivervoer naar dc stortterreinen te
Wartena werden negen nieuwe pra
men van 48 ton in de vaart ge
bracht, waartegenover staat dat een
gelijk aantal versleten pramen werd
afgeschaft.
Deze metamorphose van het bedrijf
had tot gevolg dat in 1951 de paar
denstal overbodig was geworden.
Deze stal is omgetoverd tot een ont
spanningszaal voor het personeel,
waar tevens bedrijfsvergaderingen
kunnen worden belegd. Het perso
neel maakt hiervan een dankbaar ge
bruik.
Op 1 Januari 1945 waren er nog
achttien bedrijfsauto's aanwezig, in
hoofdzaak verouderd materieel.
Tot 1951 gebeurde het ledigen van
de pramen en het verwerken van
het afval op de vuilstortingsterreinen
te Wartena op wel zeer primitieve
wijze door middel van kruiwagen en
schop. Nadien is deze arbeid ge
mechaniseerd. Met een op een pon
ton opgestelde verplaatsbare grijper-
kraan worden de vuilnispramen ge
ledigd, waarna, via een vultrechter,
het afval met kipwagens, getrokken
door een locomotief op smalspoor,
over de terreinen wordt gebracht.
Het zal U wel duidelijk zijn dat
deze modernisering voor het perso
neel een grote verbetering is.
Een belangrijke reorganisatie van de
huisvuilophaaldienst kwam in 1950
tot stand. Aan de bewoners van
Leeuwarden werden uniforme huis
vuilemmers ter beschikking gesteld.
De oude Faun-huisvuilauto's werden
omgebouwd voor uniforme belading
en drie nieuwe Ford-huisvuilauto's
werden in gebruik genomen. Op 1
januari 1955 waren 25.000 uniforme
vuilnisemmers bij de bevolking in
gebruik.
Met de mechanisatie van het bedrijf
kwam ook het probleem van de huis
vesting. De garages in de Schrans en
aan de Greunsweg waren te klein,
de terreinen en gebouwen van dc
oude reiniging aan de Tijnjedijk kre
gen een andere bestemming, stal
ling in particuliere garages was niet
mogelijk. In 1950 konden terreinen
en een loods aan de Smidsbuurt-
Ilofstraat worden gehuurd en daar
kunnen negentien auto's worden ge
stald. Voor vijf bedrijfswagens is
thans geen garageruimte aanwezig,