/jmn en Tremen IN HET STADSBEELD Leeuwarden heeft in de binnen stad een gordel van groen, in de vorm van de Prinsentuin, de bolwerken, de Pier Panderheuvel, de Westerplantage en het Wester park. Wanneer men hierbij het Ren- gerspark voegt, dan blijkt wel, dat we, als erfenis van het voorgeslacht, een flinke groenvoorziening in het hart van de stad hebben. We mogen ons gelukkig prijzen, dat dit gedeelte der plantsoenen in de oorlogsjaren gespaard is gebleven, al werden hier en daar gazons vergraven en bunkers en schuilplaatsen gebouwd. De boom groepen bleven echter goeddeels ge spaard. Anders was het gesteld langs de grachten en straten; vooral in de laatste winter verdwenen tal van jonge bomen in de kachels. Alle zeilen werden bijgespannen 0111 de schade te herstellen. Het gemeen tebestuur stelde een flink crediet be schikbaar voor de herbeplanting, zo dat jonge bomen konden worden ge kocht. Bij dit werk werd de jeugd betrokken en zo gebeurde het, dat grote aantallen schoolkinderen hiel pen bij het planten van de jonge bomen. Wie herinnert zich niet de optochten van schoolkinderen, bewa pend met schoppen van allerlei for maat en voorafgegaan door een troepje amateur-trommelslagers? Tri omfantelijk werden de bomen ge plant, sommige zelfs met een oor konde er bij. Als beloning kregen dc jongelui een „boomplant-diploma". Zo werd Leeuwarden weer groen. Ruim tienduizend jonge bomen vonden een plaatsje in de straten en tevens in de harten van vele onzer stadgenoten. Vrijwel alle andere plantsoenen had den zéér van de oorlog te lijden ge had, zoals het Julianapark, het Oos terpark, het Oostervijverpark en vele kleinere. Er moest veel worden her- beplant; enkele parken werden daar bij tevens geheel gewijzigd, zoals het Oosterpark en het Oostervijvcrpark. Andere terreinen werden herschapen in bloeiende borders. Bijzondere zorg werd besteed aan de entrce's van de stad. We denken daarbij aan die van de Groninger straatweg in 1948 en die van de Verlengde Schrans in 1950. Thans rest ons nog de belangrijke ingang aan de Westzijde van de stad, welke dit voorjaar gereed wordt gemaakt. Met de uitbreiding van onze stad komt ook het punt van de groen voorziening en recreatie sterk naar voren. Sterker nog dan in de jaren voor de oorlog dringt de behoefte aan ruimte naar voren en zo zien we na de bezettingsjaren de nieuwe wijken groeien. Hier ontbreken wel iswaar dc grote parken, maar er wordt naar gestreefd de nieuwe bebouwing temidden van groen en bloemen te brengen. Hieraan werken vooral mee de gemeenschappelijke voor- en achtertuinen, die van ge meentewege worden aangelegd. Zij toch brengen eenheid in de beplan ting en geven aan de bebouwing de gewenste omlijsting. Een verheugend feit is, dat ook enkele particuliere woningstichtingen dit voorbeeld vol gen. Naast de aanleg van parken en plant soenstroken komt de behoefte aan speelruimte voor de jeugd. Om daar in te voorzien werden reeds enkele speelterreinen aangelegd, namelijk één aan de Becthovenstraat en één aan de Boerhaavestraat. Het terrein voor „Insulinde" is in bewerking.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 29