J
zorg voor de gezondheid
29
I, (i II
Ook de Gemeentelijke Genees
kundige en Gezondheids
dienst behoort tot de nieuwe
instellingen in het na-oorlogse Leeu
warden. Nadat in 1948 een voor
lopige organisatie was uitgewerkt,
werd de nieuwe organisatie in 1949
geregeld.
Welke zijn de taken van deze dienst?
Hier zijn zo
De zorg voor alle van gemeentewege
te verstrekken geneeskundige hulp;
het geneeskundig toezicht van ge
meentewege; de bestrijding van be
smettelijke en andere de volksge
zondheid bedreigende ziekten; het
geven van adviezen op medisch en
hygiënisch gebied; werkzaamheden
ten behoeve van het verlenen van
eerste hulp bij ongelukken; verzor
gen van geneeskundige statistiek;
alle andere werkzaamheden, die naar
de aard tot de taak van de dienst
behoren.
Het eigen gebouw van de Dienst
de Zweedse barak in de Jelsumer-
straat werd in 1948 in gebruik
genomen.
De districts-schoolartsendienst werd
in 1951 opgeheven en Leeuwarden
ging toen zelfstandig deze taak rege
len. De schooltandverzorging startte
op 24 Januari 1951. De Stichting
Schooltandverzorging laat thans
regelmatig de gebitten van alle
schoolkinderen onderzoeken en, zo
nodig, behandelen. Naast het Alge
meen Leeuwarder Ziekenfonds ne
men aan deze stichting deel verte
genwoordigers van de gemeente en
van de schoolbesturen. Aanvankelijk
werd het werk, bij toerbeurt, door
de Leeuwarder tandartsen verricht,
maar na korte tijd werd een eigen
tandarts benoemd. De „dental-car"
bleek in 1953 te klein te zijn en
daarom werd een wagen met dub
bele apparatuur aangeschaft. Er wer
den ook pogingen gedaan een twee
de tandarts te benoemen.
Voor het verlenen van eerste hulp
bij ongelukken werd tot 1947 een
brancard op een driewieler gebruikt.
In dat jaar kreeg men de beschik
king over een Canadese legerauto en
in 1953 werd deze vervangen door
een moderne ambulancewagen.
Door de uitbreiding van de Sociale
verzekering is de geneeskundige
armenverzorging welhaast historie
geworden. In de vacature van de ge
neeskundige armenpractijk werd niet
voorzien, toen dokter Uffelie eind
1949 deze neerlegde.
Onder de G.G.D. ressorteren verder
twee inrichtingen en wel de barak
voor besmettelijke ziekten met 45
bedden en het Stadsziekenhuis met
tachtig bedden. Tot 1954 was het
ziekenhuis officieel een „instelling
van weldadigheid", maar het karak
ter van de inrichting was langzamer
hand veranderd. Sinds het vorige
jaar is deze inrichting een gewoon
gemeentelijk ziekenhuis. Door re
organisatie en doelmatiger inrichting
is het Stadsziekenhuis gemoderni
seerd. In 1945 waren er 722 patiën
ten met 21.099 verpleegdagen en in
1954 1420 met 27.868 dagen.
We mogen nog vermelden de op
richting op 1 Maart 1951 van het
Provinciaal Instituut voor de Volks
gezondheid, als „filiaal" van het
Rijksinstituut voor de Volksgezond
heid in Utrecht. Het instituut houdt
zich bezig met bacteriologische en
pathologisch-anatomische onderzoe
kingen. In 1951 werd een onderzoek
naar struma ingesteld. Daarbij ble
ken 38 van de kinderen der lagere
scholen en 50 van de kinderen
boven dertien jaar te lijden aan ver
groting van de schildklier. Op grond
hiervan wees de minister van Sociale
Zaken Leeuwarden aan als gemeen
te, waar jodiumhoudend bakkerszout
moet worden gebruikt.
Wat doet de G.G.D. ten slotte nog?
We noemen de kosteloze inenting
tegen pokken en difterie, de dood-
schouw en de werkzaamheden in
verband met besmettelijke ziekten.
Ook wordt het gemeentepersoncel
•vóór indiensttreding gekeurd en bij
ziekte gecontroleerd. t
De barak aan de Jelsumerstraat van de G.G.D.
I1