Grote veranderingen in het stadsbeeld in de eerste helft der vorige eeuw HET AFBREKEN DER POORTEN EN SLECHTEN DER WALLEN (II) - 10 ij vertelden in het Maart nummer van ons blad iets over de belangrijke veran deringen in het Leeuwarder stads beeld in het begin van de vorige eeuw. Toen verdwenen achtereen volgens de Tuinsterpoort (1818), de Lieve Vrouwe-buitenpoort (1820), de Wirdumer buitenpoorten (1822), de Hoekster poorten (1831) en de Wir dumer binnenpoort (1835). Verder werd een groot deel van de wallen geslecht en er werden verbeteringen aangebracht aan de toegangswegen naar de stad, in het bijzonder voor de richtingen Oost en Zuid. Westerplantage Intussen waren tot in de dertiger jaren van de vorige eeuw twee belangrijke problemen onopgelost gebleven en wel de oude en lange Vrouwepoortsbrug en het Oldehoofster Kerkhof, dat sedert het inrichten van de stedelijke begraaf plaats buiten de stad (Spanjaardslaan) in 1833 in een zeer vervallen toestand was geraakt. Op 25 September 1837 werd besloten de Vrouwe-binnenpoort op afbraak te verkopen, de stadswal tussen de beide waterpoorten aan weers kanten daarvan te slechten, de gracht daarnaast te dempen en op dit terrein, met de dwinger, één grote beplanting aan te leggen, volgens het plan van de heer Roodbaard. Onmiddellijk werd met dit belangrijke werk een begin gemaakt en het kreeg nog een uitbreiding door het leggen van een nieuwe brug over een geschiktere plaats van de stads gracht. De stad kreeg daardoor aan de Westkant een mooie ingang en een flinke wandelplaats, die één geheel vormde met het beplante kerkhof, waar over in 1844 een rijweg werd gelegd. Dit was dus de Westerplantage een be langrijke aanwinst voor de stad. Stadsziekenhuis Nadat een deel van de stadswal aan de Zuidoost-zijde in 1838 was afgegraven, ter vergroting van het terrein van het Huis van Bewaring, gaf de stichting van een nieuw Stadsziekenhuis in 1841 aanleiding tot slechting van de wal tussen dit ziekenhuis en de vroegere waterpoort bij de Weaze en tot het be- puinen van een straat langs deze kant van de stad naar de Tweebaksmarkt, de Nieuweweg dus. Twee huizen moesten hiervoor wijken, maar verscheidene Leeuwarders lieten op deze goede stand woonhuizen bouwen, zodat hier een nieuwe buurt ontstond. Militair ziekenhuis Intussen was aan de Noordkant van de stad in 1837 op de, reeds vroeger voor dit doel afgegraven, Jacobijner-dwinger een Stads Militair ziekenhuis gebouwd. Het gebouw was groot genoeg om in 1838 tot voorlopige zetel van het nieuw ingestelde Provinciale Gerechtshof in gericht te worden. (Dit gebouw is thans het bureau van Gemeentewerken). Ter verbetering van de toegang in deze richting werd de stadswal tussen dit gebouw en de voormalige Hoekster- poort geslecht in 1841. De vrijgekomen ruimte kreeg de bestemming van lig plaats voor schepen en werd in 1845 be plant, bij welke gelegenheid het Hoek- sterpad ontstond. Door het dempen van de zogenaamde trekschippershaven werd een groot stuk grond gewonnen, waarop in 1840 een cavalleriestal werd gebouwd en in 1845 een gasfabriek. Prinsentuin Aan deze kant van de stad vroeg ook de Prinsentuin de aandacht. Twee eeuwen daarvoor had het stadsbestuur het ruime terrein hiervoor afgestaan aan de Friese stadhouders voor de aanleg van een lusthof. Na de Franse tijd werd de Tuin weer aan de stad afgestaan en het plan ontstond het overigens smalle gedeelte van de oude wal, dat daar zon der samenhang omheen slingerde, af te graven en dit terrein bij de Prinsentuin te voegen. Deze plannen waren in een concreter stadium gekomen toen men in 1842 in de Tuin en op de wal een groot hoofdgebouw had geplaatst. Om een goede toegangsweg daarheen te krijgen, ging men in het begin van December 1842 over tot het afgraven en later tot het beplanten van de wal tussen dit ge bouw en de Jacobijnerdwinger. In het volgende voorjaar werd dit werk voort gezet langs de Westkant van de Prin sentuin, waar een groter terrein aange legd moest worden, omdat ook de hele Oldehoofsterdwinger in dit -plan was begrepen. Deze Noorderplantage werd nu in verband gebracht met de vroegere Westerplantage bij de Oldehove. Paleis van Justitie De afgraving van de twee laatst over gebleven gedeelten van de stadswal stond in verband met de bouw van een groot Paleis van Justitie in deze stad. Na zeven jaar van overweging werd in Zo was de Prinsentuin in het begin van de vorige eeuw. Het gebouwtje is het zogenaamde Zomerhuis, dat tot 1842 heelt bestaan. Deze tekening is van de hand van Eelke Jelles Eelkema

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 10