JlLm I VERDWENEN GRACHTEN IN LEEUWARDEN IN DE TWEEDE HELFT VAN DE VORIGE EEUW 10 In een serie artikelen in vorige nummers hebben wij iets verteld over de veranderingen in het Leeuwarder stadsbeeld, ontstaan door het slopen van de poorten en het slechten der wallen. Dit geschiedde in de eerste helft van de vorige eeuw; de tweede vijftig jaren van dit tijdvak zouden even eens ingrijpende wijzigingen bren gen en wel door het dempen van verschillende grachten - een han deling waartoe men in deze tijd gemakkelijker, om niet te zeggen: lichtvaardiger, overging dan in de tegenwoordige tijd, nu het behoud van oud stedenschoon een factor is, die toen nog nauwelijks mee telde. De grachten, die in de vo rige eeuw zijn gedempt, verdwenen dan ook uit louter practische over wegingen; ze hadden hun functie als vaarweg verloren en waren de moeiten en kosten van het onder houd derhalve niet meer waard. Een zakelijk relaas over deze dem pingen heeft onze medewerker de heer R. ter Horst, ambtenaar bij het archief der gemeente Leeu warden, in enige artikelen ge geven; het eerste verschijnt in dit nummer. 1 De bewoners van de Eewal en het Heerenwaltje dienden in 1871 een request bij de Gemeenteraad in tot demping van de gracht voor hun huizen. In 1880 herhaalde men dit ver zoek; men voerde hierbij aan, dat de gracht als vaarwater weinig meer werd gebruikt, dat zij bij lage waterstand een ondraaglijke stank verspreidde en ge wezen werd op het wenselijke van een brede rijweg in het centrum der stad. Ofschoon de Raad de voordelen van een Zo zag A. Martin het Hee renwaltje in 1884, het jaar van de demping demping dadelijk erkende, moest het werk door de vele moeilijkheden daar aan verbonden, voorshands blijven rusten. Het plan werd echter niet uit het oog verloren en ten gevolge daarvan kocht de Gemeente in 1882 de molen ,,De Leeuw" met het daarbij behorende mo lenaarshuis op de dwinger „Het Klein Fentje", aan de Noordergracht, ten wes ten van de Prinsentuin, aan, om door gedeeltelijke afgraving van deze hoogte de voor demping benodigde aarde te verkrijgen. De molen moest voor dit doel worden afgebroken. Bij de afgraving werd tevens de scherpe hoek van deze dwinger ten behoeve van het groot- scheepsvaarwater afgerond. De verla ging van de fraaie dwinger ontmoette enige tegenstand bij hen die vreesden, dat Leeuwarden weer een gedeelte van zijn plantsoen zou moeten opofferen. In dit gemis heeft het Gemeentebestuur echter voorzien door het blijvende deel der hoogte in 1885 te laten aanleggen en beplanten. Terwijl nu de voor de demping te ge bruiken grond gevonden was, kwam een ander bezwaar tegen dit werk aan de orde: aan de gracht kwamen namelijk verscheidene kelders uit, welke bij het verdwijnen van dit water van licht en uitgang beroofd zouden worden. Deze kelders behoorden aan de eigenaars der aan de straat staande huizen. Voordat er een besluit genomen werd, wenste de Raad er zeker van te zijn, dat er van hun zijde geen moeilijkheden tegen de tot standkoming van dit werk zouden rijzen. Zoveel mogelijk kocht de Gemeente daartoe deze kelders aan, doch waar de eigenaren niet tot de verkoop genegen waren, sloot zij met dezen overeenkom sten om de kelders van gemeentewege van bovenlicht te voorzien. De Eewal, met gracht, in het laatste jaar van het bestaan van dit vaarwater: 1884. De tekening is van A. Martin Toen de zaak zover gevorderd was, nam de Raad de 9e December 1883 het besluit tot demping van de Eewal en het Hee renwaltje. En in 1884 verdween hier de oude Ee met haar hoge, groene wallen, haar stenen bogen en haar lommerrijk geboomte, verder het aardige Heeren waltje met zijn huizen, die aan de ene zijde uit het water oprezen en met hou ten bruggetjes verbonden waren met de smalle kade aan de overkant. Jammer dat bij zoveel practische verbeteringen dikwijls zoveel schilderachtigs verloren moet gaan. Aan de demping van de gracht langs de Eewal en het Heerenwaltje, met de daardoor noodzakelijk geworden verla ging van de Wortelhaven, legde de Ge meente 80.000 ten koste, waarvan de riolering alleen voor 14.700 werd aan besteed. In de loop van het volgende jaar werden op de Eewal jonge bomen langs de brede trottoirs geplant, die de

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 10