Keesje Eikeldop 17 Na de herfststormen was de sneeuw gevallen. De dennebomen hingen zwaar van de witte vacht naar beneden en elk takje had een jasje aan van rijp. Keesje Eikeldop was al driemaal vol sneeuw thuisgekomen en toen had tante Kraai gezegd, dat hij niet wéér moest uitgaan. „Ja, maar tante, ik vind die sneeuw zo heerlijk! Je kunt er mee spelen en het is zo lekker koud aan je handen en ik heb al twee sneeuwmannen gemaakt!" was het antwoord van Keesje. „Dat begrijp ik best", zei tante Kraai, „maar straks is het donker en dan wordt het ongezellig in het bos. Blijf dus nu maar wat bij mij zitten. Dadelijk komt oom ook thuis." ,,'t Is bijna een jaar geleden dat ik in de dorre bladeren wakker werd, hè tante?" vroeg Keesje. „Ja, en dat je dacht dat je helemaal alleen in het bos was! Maar dat viel toch wel mee, gelukkig." „Ja", zei Keesje dromerig, ,,'t viel zeker mee. Al die lieve vogels en mooie bloe metjes en elfjes en nog zoveel meer." „Wat vond je nu het prettigste wat er in dit jaar gebeurde?" vroeg tante Kraai. „Dat het elfje geboren werd? Of dat je mocht zeilen op het kleine meertje? Of dat je met de insectenkindertjes ging spelen?" Keesje keek naar tante Kraai. „Ja, wat vond ik eigenlijk het prettigst? 't Was heerlijk dat de zon scheen en dat de lente kwam en dat ik kon helpen toen de dieren in nood waren. Dat was alle maal erg fijn, maar dat was toch niet het Allerprettigste!" „Wat was dat dan wél?" vroeg tante Kraai. Keesje Eikeldop dacht heel diep na. „Ik weet het al", zei hij en zijn gezichtje straalde. „Het allerprettigste vond ik "Nu?" zei tante Kraai lachend. „Het Allerprettigste vond ik, dat de Boze Kabouter niet meer boos is en gewoon met ons mee speelt en iedereen helpt. En nu is ook niemand meer bang voor hem. En niemand wil meer Boze Kabou ter tegen hem zeggen!" „Dat is aardig van je, Keesje", zei tante Kraai. „Ja, het is ook heerlijk, dat de Kabouter zo vriendelijk is geworden en daar heb jij óók een handje bij gehol pen! Ik hoor hem net beneden door de sneeuw lopen, zal ik hem roepen om boven te komen?" Zo gezegd, zo gedaan. En toen oom Kraai thuis kwam, vond hij gezellig om de tafel zitten: tante Kraai, Keesje Eikeldop en de Kabouter, die niet meer boos was. En samen hadden zij een héérlijke avond! M. J. VAN HEEMSTRA En hier is dan de hele bosiamilie, de vriendjes van Keesje Eikeldop, voor het laatst nog eens bij elkaar. Het is een mooie tekening, maar hij zou nog véél mooier worden, wanneer alle dieren en de bomen en de bloemen gekleurd waren. Zouden jullie dat eens voor ons willen doen? Met krijtjes ol met waterverf is er iets heel moois van te maken. Wanneer je er klaar mee bent, dan moet je de gekleurde plaat maar eens sturen naar de redactie van „De Leeuwarder Gemeenschap". Dan kun je een aardig prijsje winnen! Maar je moet je inzending niet later dan 10 Januari insturen, want dan ben je te laat. Het adres is: Voorstreek 103. Veel succesl

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 17