\i)g eens het statioiisprohleem Representatief uiterlijk bevordert centrumfunctie [n het Octobernummer van dit blad is een schema ontwikkeld voor de ver wijdering van de spoorwegovergang aan de Schrans met een minimum aan kosten en met een maximum aan voor deel, zowel voor de stad als voor de' Spoorwegen. In het Novembernummer is van de heer Terpstra een beschouwing gegeven over deze materie, waarin helaas het negatieve een belangrijke factor vormt. Met negatieve beschou wingen wordt echter geen stad gebouwd! Daarom hier nog enkele aanvullende bijzonderheden en nadere detaillering. 1. Een stationsgebouw moet zoveel mo gelijk gezellig midden in de stad liggen en er aantrekkelijk uitzien: het moet het publiek op de straat als 't ware uitno digen tot een bezoek. Dit is in het belang van stad en spoorwegen beide, want het kweekt contact en levert aspirant-reizi gers. Daarom dient een station dan ook te worden ingericht met een gezellige hal, een winkelgalerij en een restaurant, waar ook niet-reizigers kunnen zitten, met een vrij uitzicht op het trein-, auto- busverkeer, etc. Te Leeuwarden is de situatie bijzonder gunstig: hier kan voor weinig geld een practisch, representatief station worden neergezet en dan is de overweg meteen opgeruimd. Representatieve stationsgebouwen, die als voorbeeld voor een nieuw Leeuwar der station, zij het dan uiteraard in ge wijzigde vorm, kunnen genoemd worden zijn Statione Termini te Rome en Düs- seldorf Hbf. 2 Wanneer de spoorlijn naar Gronin gen wordt omgelegd, kunnen de vrijko mende terreinen aan de Spoorstraat worden gebruikt voor de aanleg van een monumentale boulevard. De Scandina vische auto's komende uit oostelijke richting langs de Groningerstraatweg, die wij zo gaarne in de binnenstad zien, maar die zo licht ontsnappen via de Noorderweg naar het westen, kunnen dan vanaf de Groningerstraatweg worden geleid langs de nieuwe ceintuurbaan, die uiteraard een monumentale bebouwing kr'jgt (etagebouw, electrische centrale, Condens, etc.) naar een aan te leggen plein bij de tweede overweg Achter de Hoven en vandaar westwaarts worden afgevoerd, waar men het monumentale stationsgebouw recht voor zich ziet. Daar gekomen kijkt men recht de Wir- dumerdijk op, wat gemakkelijk een invi tatie zal vormen tot het vervolgen van de weg via Wirdumerdijk, Nieuwestad en zo naar het westen. 3. Door de nieuwe stationssituatie zal verder het hotelwezen, dat hier ongun stig afsteekt bij Groningen, tengevolge waarvan Leeuwarden een onnoemelijke schade heeft doordat het steeds wordt gepasseerd, kansen krijgen die zich niet licht zullen herhalen. 4. Het winkelcentrum van Leeuwarden, dat thans abrupt afbreekt bij de Wirdu merdijk, zal bij de nieuwe situatie aan merkelijk vergroot worden en ziph on afgebroken uitstrekken van de Vrouwen- poort enerzijds en de Hoeksterpoort an derzijds, via de Wirdumerdijk tot aan de Huizumerlaan (de Schrans heeft een 70-tal winkels). Door stationsbouw op de passende plaats zal de stad dus met één slag veel aan trekkelijker worden en sterker komen te staan in de immer durende concurrentie strijd, vooral tegen Groningen. Nu de vraag, waarom het gemeente bestuur niet met een dergelijke oplossing bezig is. Dit is m.i. niet moeilijk te ver klaren. Het gemeentebestuur, dat met zijn bekwame technische staf al zeer veel tot stand heeft gebracht, is, hoe voort varend het ook moge zijn, altijd de ex ponent van de burgerij, en heeft dus ter dege met deze ingezetenen rekening te houden. En nu leert de ervaring, dat de burgers, enkele gunstige uitzonderingen daargelaten, zich weinig of niets aan de vooruitgang en bloei der stad gelegen laten liggen. Men kan dit opmaken uit de denkbeelden, die hier en daar in ge sprekken gelanceerd worden en vooral ook uit de rubriek der ingezonden stuk ken in de dagbladen. Zelden treft men daarin iets aan, dat op de stad betrek king heeft. Men kan er verzekerd van zijn, dat, als de burgerij maar toont in teresse te hebben en vooruit te willen, het gemeentebestuur wel spirit genoeg zal weten op te brengen om te komen met ver vooruitziende plannen. Boven dien: wie zegt ons wat het gemeente bestuur mogelijk niet in petto heeft zon der dit nu bepaald aan de grote klok te hangen? Dan de Spoorwegen, die zogenaamd niet zouden medewerken. Het is natuurlijk uitgesloten, dat een nationaal bedrijf als de Spoorwegen discriminatie zou toe passen. Het bedrijf heeft deze verden king dan ook meermalen weerlegd. Een 22-tal belangrijke steden heeft dan ook reeds zijn tweede of soms zelfs zijn derde station. (Hiervan moge alleen Eindhoven worden genoemd, waar de Spoorwegen, alleen omdat het gemeente bestuur het verlangde, een ruim veertig jaar oud, goed bruikbaar stationsgebouw hebben afgebroken en door een nieuw vervangen). Men kan er dan ook van overtuigd zijn, dat, zodra er een duidelijk omlijnd voor stel komt, de Spoorwegen hun best zul- 'en doen om het belangrijke verkeers knooppunt dat Leeuwarden vormt, een doelmatig, nieuw, representabel stations gebouw te geven, het centrum van Noord-Nederland waardig. Dit is immers ook in het belang van de Spoorwegen: hoe meer de stad trekt, hoe meer ver voer! Dat ogenschijnlijk het gemeentebestuur van de Spoorwegen niets gedaan zou kunnen krijgen, moet m.i. worden toege schreven aan een misverstand. Men dient terdege rekening te houden met de mogelijkheid, dat gemeentebestuur en Spoorwegen bij elkaar langs redeneren en elkaar niet begrijpen. Op deze wijze is dan gemakkelijk te verklaren de zo genaamde weigering der Spoorwegen om mede te werken aan een nieuw station, dat zij andere steden wel hebben ge geven, die er meermalen minder behoefte aan hadden dan Leeuwarden. Vermoede lijk denken de Spoorwegen, dat Leeuwar den niets meer vraagt, en met het op ruimen van de overweg en het een beetje bijlappen van het oude stations gebouw, kinderlijk blij zal zijn. De Spoorwegen moeten eerst duidelijk begrijpen, waar de stad behoefte aan heeft, voor zij iets kunnen doen. Mis verstanden zijn steeds in het nadeel van

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1955 | | pagina 7