i De veiligheid begint bij de zorg voor de tweewieler FIETSEN EN FIETSERS IN HET VERKEER (I) c^eeuwarber ^emeenscljA^ In een serie artikelen over het verkeer, zullen we het probleem van de veiligheid op wegen en straten in het bijzonder bekijken van de gedragsregels van de fietsers en bromfietsers uit. Zij vormen de grootste groep van de weggebruikers en tegelijk zijn ze de „ongeschoolden" in het verkeer, althans wanneer ze op school geen onderricht op dit punt hebben gehad of zichzelf hierin hebben verdiept. De automobilist en de motorrijder daarentegen hebben een examen moeten afleggen voor ze hun voertuigen mochten besturen en zij worden dus geacht „geschoold" te zijn. Of theorie en praktijk elkaar altijd dekken is natuurlijk een andere vraag, maar „De Leeuwarder Gemeenschap" gaat toch meer van het standpunt uit, dat aan de fietsers en de bromfietsers de meeste nieuwtjes te vertellen zijn over het verkeer en dat zij ook de ernstige wil hebben zich in deze aangelegenheden te verdiepen. Het gaat immers om hun persoonlijk welzijn en dat van anderen. We mogen dan beginnen bij het begin en dat is de fiets zelf, het karretje, dat de „gewone man" dagelijks door het drukke verkeer draagt en dat aan aller lei voorwaarden moet voldoen, wil het zijn taak getrouw en met een maximum Maandblad onder auspiciën van de Stichting „Leeuwarder Gemeenschap" 5e jaarg. No. 1 Januari 19 5 6 R*dacti«-commls>i« Dr J. G. Aaiden Mavr. A. J. Bearda Bakkar-Stulvallng J. K. Dijkstra Pater P. v. d. Eisen O.P. Jhr J. W. J. Wltsen Ellas Hoofdredacteur: W. H. Kuipers, Tel. 2003 Adres Redactie en Administratie Voorstreek 101-103. Telefoon 2046 en 2047 Abonnementsprijs f 1.80 per jaar Giro-nummer 800910 ten name N.V. Erven Koumans Smeding. Leeuwarden een andere manier, bijvoorbeeld door te remmen en/of uit te wijken, kunt voor komen, dan mag geen belsignaal worden gegeven. Van de bel gebruik maken om andere weggebruikers te waarschuwen dat u hen wilt inhalen is alleen geoor loofd buiten de bebouwde kommen van gemeenten. De grenzen van de bebouwde kommen worden aangegeven door de bekende plaatsnaamborden, die van ge meentewege worden geplaatst. In alle andere gevallen is het geven van een belsignaal verboden en ook mag een fietser niet andere geruchtmakende mid delen (claxon of toeter bijvoorbeeld) ge bruiken. De belsignalen mogen boven dien niet langer duren dan nodig is. Een jongeman die zijn vriend of vriendin voor het huis wil laten weten dat hij staat te wachten mag hiervoor de bel dus niet gebruiken. De hoofdpersoon in het beroemde liedje „Als ik tweemaal met m'n fietsbel bel, nou dan weet je 't wel" was bijgevolg in overtreding1 aan veiligheid volbrengen. De Wegen verkeerswet spreekt overigens niet van „fiets" maar van „rijwiel", een naam die wij nog nooit hebben kunnen be grijpen, omdat dit vehikel buiten het variété over een tweevoud van wielen pleegt te beschikken, Alvorens met uw fiets op pad te gaan dient u te weten en ervoor te zor gen dat deze is voorzien van: 1Een deugdelijke stuurinrichting. Er mag geen speling in de onderdelen daar van aanwezig zijn, maar het stuur mag ook niet zo vast zitten, dat beweging moeilijk is. Er mag geen breuk of scheur in voorkomen. 2. Een bel, waarvan het geluid op een afstand van 25 meter duidelijk hoorbaar is. Een goede bel is nodig om andere weggebruikers, bijvoorbeeld plotseling overstekende voetgangers, op uw nade ring attent te maken. Dit mag echter alleen wanneer door uw nadering voor de ander gevaar dreigt en dit belsignaal nodig is om dit gevaar af te wenden. Als u het gevaar van een aanrijding op ,,De Leeuwarder Gemeenschap" begint in dit nummer met de publicatie van een serie arti kelen over de verkeersregels, speciaal voor zover ze betrek king hebben op de gedragingen van de fietsers. Hiervoor hebben wij de medewerking verkregen van de heer H. J. Snoekc, in specteur van de verkeerspolitie te Leeuwarden. 3. Ten minste één goed werkende rem. Een bepaald soort is niet voorgeschre ven, maar wel moet de rem deugdelijk zijn. De meeste fietsen zijn voorzien van een terugtraprem; trommelremmen en velgremmen zijn ook goed. De thans niet zo veel meer voorkomende bandrem is vooral bij natte wegen niet altijd be trouwbaar en u kunt deze daarom beter vervangen door een andere en betere. Ook een rijwiel zonder vrijwiel-inrichting (een „doortrapper") moet van ten minste één goede rem zijn voorzien. 4. Een achterspatbord, dat gemeten van het ondereinde af over een lengte van ten minste dertig centimeter wit is. Hier mankeert nogal eens iets aan. De bepaling is van belang wanneer men in het donker rijdt en velen zijn dan ook

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 2