L De Heerestraat w/as een straat van de handel A1 10 4 De Heerestraat gezien van de kant van de Korfmakersstraat. In het huis rechts, op de hoek van de Ciprianussteeg, woonde vroeger de weduwe Watse van der Wal, die een bierhandel dreef. De opslag was in de kelder van de Cipria nussteeg. De zoon van weduwe Van der Wal verbaasde de buurt door zich in een vat met glas te laten rollen. Hij had trouwens meer fakiristische staaltjes op zijn naam staan. Eertijds schijnt de in 1894 gedempte gracht van de Tweebaksmarkt ook wel Heerengracht te zijn genoemd naar de in de Kanselarij zetelende „Heeren" en de parallel aan de gracht lopende Heerestraat zou naar dezelfden zijn geheten. Er bestond trouwens een nauwe relatie tussen Tweebaksmarkt en Heerestraat. Nóg vindt men naast perceel no. 2 (een merkwaardig, van achteren torenachtig bouwsel, waarin een steen met een fami liewapen der Lycklema's ingemetseld is) een groene deur, die vroeger toegang gaf tot de grote tuin achter het prach tige patriciërshuis aan de Tweebaks markt, waarin nu de Openbare Leeszaal gevestigd is. In dat huis woonde zon vijftig jaar geleden de heer Fokkema, die rechter was. Zelf had hij, zoals de ls een bejaarde aristocraat, wiens fiere verschijning het glorie rijke verleden nog doet vermoeden, ondanks de verschoten hoed en het gelapte jasje, zo presenteert zich ons, mensen van 1956, de Heerestraat. Nog steeds biedt deze straat tussen Oude Oosterstraat en Korfmakersstraat een zeer gevarieerd beeld; het is een typische centrumstraat met afwisselend indrukwekkend grote gebouwen en nederige woninkjes, een straat met café's, werk plaatsjes en pakhuizen. Wanneer we de klok een halve eeuw terug draaien, vinden we op de hoek van de Heerestraat en de Oosterstraat het porceleinwinkeltje van de jood Van der Kaas en op de hoek van de Korfmakersstraat, waar nu de Provinciale Waterstaat zetelt, het pakhuis in koloniale waren van de firma Ottema „Het Gouden Anker welk gevelteken men nu nog op het Schoenmakersperk kan zien hangen. En daartussen bevonden zich aan weerskanten de huizen van de mensen, die door hun zaken tot buren werden en die met elkaar de straat, hun straat, karakter gaven. vroegere bewoners van zijn huis, geen stoeterij meer, maar het koetshuis stond nog aan de Heerestraat en er achter bevond zich de oranjerie. In het koets huis treft men nu een meubelmaker aan, in de oranjerie is sedert geruime tijd een schildersatelier gevestigd, eerst van Jentje Popma, nu van Jan Murk de Vries. Aan de tuinkant, waar nu nog fraaie, grote bomen prijken, is een uit bouw als een Italiaanse loggia, gesteund door mooie consoles, met een glaswand van maar liefst zes meter breedte. De tuinbaas van Fokkema bewoonde het ondiepe huis Heerestraat 4. De man zou schrikken wanneer hij de tuin terugzag, want van de keurige aan leg en verzorging is niet veel overge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 10