Doodstraf voor dronken man,
die ritmeester dodelijk wondde
Grote belangstelling voor zitting
Hof van Friesland
Ruim een jaar geleden
Oud verhaal in moderne stijl
LEEUWARDEN, 17 maart 1619. Een doodse stilte heerste
gisteren in de zaal van het Hof van Friesland, waar het anders
menigmaal zo rumoerig is, dat men de heren rechters nauwe
lijks kan verstaan. Overvol was de voor het publiek bestemde
ruimte; een binnengedwaalde straathond kon te nauwernood
tussen de benen der belangstellenden doorkomen en zocht al
spoedig zijn heil op de Tweebaksmarkt de straat waar onze
Kanselarij staat en waar een hond bij de schepen der bakkers
wellicht iets van zijn gading vindt. Voor de heren rechters
stond in zijn haveloze kledij de man, die zijn vonnis zou ver
nemen het oordeel over zijn euveldaad, die het leven heeft
gekost aan een onzer hooggeachte ingezetenen, de ritmeester
Anthonis van Aleva. De vale kleur, die hij in de kerker heeft
gekregen, veranderde in een doodsbleke tint, toen de president
met enkele woorden het vonnis bekendmaakte: in de naam en
vanwege de heerlijkheid der landschap van Friesland werd de
gevangene veroordeeld om bij de scherprechter op het schavot
geleid, met het zwaard geëxecuteerd en van het leven tot
dood gebracht te worden. Het Hof bepaalde, dat het lichaam
begraven mag worden.
de wandelweg van de Grote
Kerkstraat naar het poortje
zwiepen. Slechts weinig men
sen waren op straat. Op het
kerkhof, bij het koor van de
kerk, liep de ritmeester Antho
nis van Aleva met zijn vrouw,
twee dienstmaagden en de
knecht. Zij ontmoetten daar
Cornelis Cuijck, die beschon
ken ronddwaalde op deze stille,
Hiermee had het recht zijn
loop gehad over het verschrik
kelijke drama, dat ruim een
jaar geleden in de nacht van
15 op 16 februari 1618 is voor
gevallen bij de Jacobijner kerk.
Het was een gure avond; de
wind blies om het gebouw en
deed de kale boompjes langs
In het jaar 1619 waren er nog geen kranten, althans niet
in Friesland, want het oudste blad in ons gewest, de „Leeu
warder Courant", begon pas in 1752 te verschijnen. Was
er in 1619 een krant geweest, dan zou de rechtbankverslag
gever daarvan ongetwijfeld met intense belangstelling het
proces tegen CORNELIS CUIJCK hebben gevolgd en hij zou
er ongetwijfeld een verslag van hebben geschreven. Want
Cornelis Cuijck moest in dat jaar terechtstaan wegens een
aanslag, die hij in 1618 pleegde op de ritmeester Anthonis
van Aleva of Aylva. Deze misdaad had de dood van het
slachtoffer tot gevolg. Zwaar moest Cornelis Cuijck voor
deze in dronkenschap bedreven gewelddaad boeten; het
Hof van Friesland veroordeelde hem op 16 maart 1619 tot
de doodstraf.
De bijzonderheden over deze aanslag en het vonnis zijn
opgenomen als bijlage in het oud Fries Adelsboek. Ze
worden daarin gegeven in de vorm van het proces-verbaal,
dat dienst deed bij de rechtzaak. We hebben dit moeilijk
leesbare verhaal niet als zodanig overgenomen, maar de
gegevens gebruikt om er een verslag in de moderne vorm
van te maken.
sombere plaats. Het gezelschap
schonk geen aandacht aan deze
voorbijganger, maar het omge
keerde was helaas niet het ge
val. Plotseling viel de dronken-
man de ritmeester en zijn vrouw
aan, waardoor de hoed van de
heer Aleva afviel.
Vertoornd
De ritmeester was hierover, zo
als men begrijpt, zeer ver
toornd. Nadat hij zijn hoed
weer had opgezet sloeg hij met
de vuist de aanvaller tegen de
grond en liet hem liggen. Toen
de heer Aleva en zijn gezel
schap hun weg vervolgden,
bleek, dat deze afstraffing niet
van de degen op de schouders.
Hij meende ervan overtuigd te
kunnen zijn, dat Cuijck onge
wapend was en stak de degen
in de schede.
Hoe deerlijk had de ritmeester
zich vergist! De dronkenman
liep op hem toe en stak naar
de rechterzij van de heer Aleva,
die meteen voelde, dat hij ge
wond was. Desondanks sprong
hij op zijn belager af, smeet
hem tegen de grond, ontfutselde
hem het mes, waarmee hij had
gestoken en bedreigde de man
met zijn eigen wapen, zeggende:
„Als ik nu wilde, dan kon ik
jou, een aantal steken naar je
dood geven
De vrouw van de ritmeester
hoorde dit en kwam huilend op
haar man af. Deze stelde haar
echter gerust, beval haar te
zwijgen en zei, dat hij geen
Hier werd Cornelis Cuijck berecht
voldoende was geweest om de
man buiten gevecht te stellen
of tot rede te brengen. De rit
meester werd op het kerkepad
al spoedig door Cornelis Cuijck
gevolgd en met beledigende
woorden nageroepen.
Toen de ritmeester, zijn vrouw
en bedienden bij de loods van
de stadsomroeper waren ge
komen, begon dit hinderlijk
volgen de heer Aleva duchtig
te vervelen. Hij liet zijn vrouw
staan, nam de degen van de
jongen en sloeg daarmee over
de straat. Daarna trad hij op
zijn achtervolger toe en som
meerde hem heen te gaan. De
dronken man bleef echter op
dringen en kreeg een paar
ferme tikken met de platte kant
bloedige wraak zou nemen. Hij
brak het mes aan stukken en
trok het deel, dat in het heft
was gebleven, enige malen
over het hoofd van Cuijck.
Daarna ging de heer Aleva met
zijn gezelschap naar huis.
Thuisgekomen bleek de rit
meester ernstiger gewond te
zijn dan aanvankelijk was ver
moed. De heer Aleva werd ern
stig ziek en overleed de middag
daarna. Het Hof van Friesland
heeft gemeend, dat deze zaak
met zeer kwade gevolgen, an
deren ten voorbeeld niet onge
straft mocht blijven en zo heeft
het, na rijpelijk beraad, het
zwaarste vonnis over Cornelis
Cuijck geveld.