U mag niet overal stoppen
Jhr. J. W. J. Witsen Elias "f"
ger dan tien jaar is, dan had deze op
een doelmatig en veilig zitje met vol
doende steun voor rug, handen en voe
ten moeten zitten.
Er waren deze keer vrij veel oplossingen
van de prijsvraag, die aan deze foto was
De prijsvraag gaf twee voorbeelden
van plaatsen, waar het verboden
is voertuigen te laten stilstaan.
Er zijn echter meer gevallen, waar dit
verboden is, ook voor fietsers. Men be
denke hierbij wel, dat elk stilstaan
reeds strafbaar is, ook al duurt dit
slechts enkele seconden. Het verbod tot
stilstaan gaat dan ook veel verder dan
het wacht- (of parkeer-) verbod.
Bij een wachtverbod mag men namelijk
wèl stilstaan gedurende de tijd die nodig
is voor en gebruikt wordt tot het onmid
dellijk in- of uitstappen van personen of
voor het onmiddellijk laden of lossen
van goederen. Bij een verbod stilstaan
mag dit niet. Bovendien geldt het verbod
stilstaan ook voor rij- en trekdieren en
vee. Het is verboden stil te staan:
1. Zodanig, dat de vrijheid van het ver
keer daardoor meer dan nodig wordt
belemmerd of de veiligheid op de weg
in gevaar wordt gebracht. Dit kan bij
voorbeeld het geval zijn, indien men
een vrachtauto in een smalle straat laat
staan, zodat andere voertuigen niet of
tenauwernood kunnen passeren.
2. Op rijwielpaden en op voetpaden.
Het is volkomen begrijpelijk dat op déze,
vaak smalle paden geen belemmeringen
mogen worden veroorzaakt. Het rijwiel
pad is voor de fietser; het voetpad voor
de voetganger. Wielrijders mogen echter
op fietspaden wel afstappen, maar zij
mogen daar niet blijven staan. Zij dienen
dan naast het rijwielpad in de berm, of
op het voetpad te gaan. Fietsen mogen
op voetpaden worden geplaatst, tenzij
dit door borden is verboden. Dit betekent
niet, dat men het gehele trottoir door
naast elkaar geplaatste fietsen mag ver
sperren, want dan komt men weer in
conflict met het bepaalde onder 1.
3. Op een brug, op een viaduct, in een
onderdoorgang. Een brug is vaak smal
ler dan de wegen die daarop uitkomen,
zodat daar stilstaande voertuigen de
vrije doorgang voor het overige verkeer
kunnen belemmeren. Bij het stilstaan
op een viaduct of in een onderdoorgang
kan het uitzicht worden belemmerd,
zodat gevaar kan ontstaan indien ver
keer uit tegengestelde richtingen het
stilstaande voertuig nadert.
4. In of nabij een bocht en op of nabij
het hoogste punt van een helling, indien
daardoor het uitzicht voor het overige
verkeer niet voldoende vrij blijft.
verbonden. Verschillende lezers hebben
uitvoerig verteld wat er naar hun oor
deel aan verkeerszonden in de Corelli-
straat was te vinden, toen onze fotograaf
de sluiter van de camera liet klikken.
De prijs van tien gulden gaat deze keer
naar: H. S. Swart, Gymnasiumstraat 18,
Leeuwarden.
5. Naast of op een afstand van minder
dan vijf meter van een verkeersheuvel,
tenzij de breedte van de rijbaan naast
de verkeersheuvel tenminste zes meter
bedraagt.
6. Op de middenbaan of één der mid-
denbanen, wanneer drie of meer rijbanen
naast elkaar liggen, zoals b.v. de Ver
lengde Schrans. Een uitzondering is hier
gemaakt voor autobussen, die wèl op de
middenbaan mogen stoppen bij officiële
autobushaltes. Andere auto's mogen dus
nooit op de middenbaan stoppen, ook
niet om zoals men vaak ziet even
een lifter op te nemen.
7. Op een als zodanig aangeduide over
steekplaats voor voetgangers of wiel
rijders. Deze zijn vaak op het wegdek
aangeduid door het bekende witte zebra
patroon en voorts door borden.
8. Bij kruisingen of splitsingen van
wegen binnen een afstand van tien meter
van het snijpunt van de rijbaankanten
of de verlengden daarvan. (Hierop werd
de vorige maal reeds de aandacht ge
vestigd).
9. Op wegen of weggedeelten, waar een
stopverbod bestaat.
Het stilstaan op de bovengenoemde
plaatsen is dus niet aan enige tijdslimiet
gebonden, d.w.z. zodra men op één van
de bovengenoemde plaatsen STOPT, is
men reeds in overtreding.
Dit is niet geval met het WACHT
VERBOD. Hier mag men dus wel stoppen
en blijven stilstaan, maar dan aileen
gedurende de tijd welke beslist nood
zakelijk is om in- of uit te stappen of
om te laden en te lossen. Zodra men
hiermede klaar is, moet men verder
rijden. Een wachtverbod geldt in de eer
ste plaats in die straten, waar dit door
borden is aangegeven. (Rond met rode
rand en diagonaal, middencirkel blauw).
Men kent wachtverboden die te allen
tijde gelden, maar ook voor slechts een
helft van de weg (b.v. Wirdumerdijk),
of voor bepaalde dagen en uren.
Ten slotte is het verboden te wachten
(parkeren) voor een uitrit. Velen ver
keren in de mening, dat de uitrit is ver
meld bij het hiervoren opgenomen aantal
stopverboden. Dit is niet juist. Voor een
uitrit mag dus wel worden gestopt voor
uit- en instappen en voor laden en los
sen, maar men mag daar niet blijven
staan nadat men daarmede gereed is.
Terwijl wij bezig zijn dit num
mer van „De Leeuwarder
Gemeenschap" te drukken,
bereikt ons het bericht van het
plotselinge overlijden van Jhr.
J. W. J. Witsen Elias. Ons woord
te zijner nagedachtenis moet om
technische redenen kort zijn, maar
het lijkt ons ook geheel in over
eenstemming met zijn gehele per
soonlijkheid, wanneer wij de be
scheidenheid toepassen, die een
zijner meest karakteristieke eigen
schappen is geweest. We zouden
de overledene echter tekort doen
wanneer we niet memoreerden
hoeveel hij heeft gedaan voor de
totstandkoming van dit blad, niet
alleen als lid van de redactie
commissie, maar vooral als direc
teur van de Erven Koumans Sme
ding, die „De Leeuwarder Gemeen
schap" uitgeeft en verzorgt. Zonder
de door dit bedrijf en in eerste
aanleg dus door de directeur
betoonde offervaardigheid ten behoeve van dit commercieel eigenlijk
onbestaanbare stukje gemeenschapswerk, zou ons blad nimmer van de
pers zijn gekomen. De belangstelling van Jhr. Witsen Elias voor de
burgerzin demonstreerde zich trouwens al veel eerder in zijn lidmaatschap
van de Stichting Leeuwarder Gemeenschap.
Wij mogen volstaan met dit korte en ten aanzien van het hele leven
en de algehele werkzaamheid van de overledene stellig onvolledige
„in memoriam".
4