loomèt Joden haar karakter Gezien van de plaats, waar eens de Dominicuskerk stond, geelt het weionder- houden kelderhuisje het meest karakter loze deel van de Speelmanstraat toch nog een romantisch accent oefende de joodse schoenmaker Du Pont zijn beroep uit. Helaas is betrekkelijk kort geleden zijn fraaie huisje met een trapgevel gesloopt. De afbraak aan de andere zijde van de Speelmanstraat was bepaald geen verlies, integendeel, er kwam een fraai gezicht vrij op het prachtige patriciërshuis Bij de Put 15 en de Grote Kerk. In dit gedeelte woonde de bekende schoenpoetsersfamilie Cohen en ook tante Roosje (Turksma), die ge trouwd was met de „kiepejoad", die zijn werk op de markt verrichtte. Naar de vroegere bewoonster, die petroleum verkocht werd dit huisje generaties lang het „petroliehüske" genoemd, terwijl nog maar weinigen wisten hoe men eigenlijk aan deze naam kwam. Het tijdperk van vrolijke gezelligheid, van handel en bedrijvigheid en van buurtsolidariteit is voorgoed afgesloten,- in het begin van de oorlog voltrok zich het drama, dat door enkele ioodse be woners al met angst was voorzien, door anderen tot de laatste dag met een on begrijpelijke zorgeloosheid tegemoet ge zien was. Na die deportatie van het kenmerkendste deel der bewoners, zat niemand meer op de stoep een praatje te maken, verdwenen de winkeltjes één voor één en werden er nimmer meer feesten gehouden waarover de hele stad sprak. Soms immers was de Speelman straat prachtig versierd, stonden er ere poorten en werden de kinderen uit de straat verenigd aan lange tafels, midden op de weg. Het was voorbij. Wie nu uit de Speelmanstraat verdwijnt keert er niet terug, maar vroeger was het geen uitzondering wanneer men, zoals slager Bottinga, vier of vijf keer verhuisde binnen dezelfde straat. Dood eenvoudig omdat men van de straat hield. F. L. SCHOUSTRA H. W. KEIKES moest betalen voor soepgroente, net zo lang om de kar bleef lopen tot er een halve cent afging. Diezelfde zuinigheid kwam ook tot uiting bij het lectuur- winkeltje en de bibliotheek van de heer Zuydendorp, een gezellig winkeltje met een étalage achter een raam met kleine ruitjes. Een bewoonster kocht regel matig gelezen tijdschriften voor een cent per stuk, maar na lezing probeerde zij ze prompt van de hand te doen voor twee cent. Een bibliotheekboek maakte in een week tijd niet zelden een hele reis; de buurvrouwen lazen in ijl tempo, opdat het leesgeld van een stuiver over zoveel mogelijk lezeressen kon worden omgeslagen. Voordat de lectuurhandel hierin geves tigd werd, bewoonde het duo Van der Geest dit pand. Het duo was graag ge zien op feesten en partijen, die het met zang en voordracht opluisterde. Gaven enerzijds de joden de Speelman- straat karakter, anderzijds waren het de katholieken, die hier hun Dominicus kerk hadden. De Huygensstraat heeft er haar ontstaan aan te danken, want de afbraak van het huis van de familie Huygens aan de Eewal was nodig om de kerk een ruime toegang te verschaf fen. De kloosterlingen van de Domini caner Orde werden naar hun kleding vroeger de „bonte papen" genoemd, waaruit ook de naam van de steeg ver klaard is, al zijn er dan ook altijd Leeu warders geweest, die hardnekkig bleven spreken over de Pompmakerssteeg. Schuin tegenover de kerk dreef ouwe Troostwijk zijn lompenhandeltje op de hoek van de Suupsteeg en vlak bij hem ak- las- jen ren 'er- and jen de urt. de len, de :afé cht de de jna als ens aid, egd ig" een nen ge en ade ste.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 11