Tussen Oldegalflén
buurt, die langzcnm
Waar nu
huizen staan
groeiden eens de
bergamotteperen - - -
\uIAjS
10
Aan het eind van het Oldegalileën, tussen de gebouwen
van Practische Hulp, de huisjes van het Pieterselie-
waltje en het water van de Dokkumer Ee, ligt een oude
buurt langzaam te sterven. Het is de buurt, die zich uitstrekt
aan weerszijden van de typische, smalle in het niet verdwij
nende straat, die overbleef van het eens zo levendige en
volkrijke Panwerk achter het nog steeds beslaande poortje,
dat iedere bewoner van dit bejaarde Leeuwarder stadsdeel, in
weerwil van het andersluidende naambordje, als het „Pan-
bakkerspoortsje" kent.
De petieterige, al in een ver verleden onbewoonbaar ver
klaarde, huisjes van de deerlijk verwaarloosde Drooge Haven
horen daartoe, evenals de restanten van het Waltje, de Kloos
terburen, de Kloostersteeg en de Steenhouwerij meest uit
gemergelde eenkamerwoninkjes, die alleen maar bij de gratie
van de woningnood kunnen blijven bestaan.
Wanneer dat nijpende tekort aan woningen er niet was
geweest, zouden ze allemaal al lang tegen de grond zijn
gegaan. Nu bleven nog een groot aantal van deze krotjes
bewaard als een erfenis van een tijd, die niet meer de onze is.
ar
se
le
he
en
de
Ze
ve
Ol
ne
do
he
die
rac
va
ge
de
wc
Els
Dr
he
on
ha!
Hij
brc
hel
Eens stonden er wel vier grote, schilder
achtige molens aan deze zijde van de
Ee een korenmolen, een houtzaag
molen, een roggemolen en een molen
bij de chichoreifabriek en brachten
deze industrie en de (dak)pannenbakkerij
aan de oever van de rivier, heel wat
drukte met zich mee.
Het Pieterseliewaltje was toen nog een
landelijk weggetje, dat aan één kant
werd begrensd door de rij kleine huizen,
die er nu nog staan en aan de andere
kant door een sloot, waarlangs weelde
rig de wilgen groeiden.
Van deze smalle zijtak van de Dokkumer
Ee maakten de pramenschippers gebruik
om meel te vervoeren naar de brood
fabriek De Zelfstandigheid, die in zijn
zijmuur, als een sprekende herinnering
aan dit vervoer, nog altijd een ring be
waart, waaraan in die oude tijd de
schepen werden vastgemaakt.
Ook het Oldegalileën werd in zijn volle
lengte doorsneden door een sloot en
waar bij de bakkerij de sloten van
Oldegalileën en Pieterseliewaltje elkaar
kruisten lag een houten bruggetje.
Tegenover de huisjes aan weerszijden
van het Panbakkerspoortje,* die volgens
een steentje in de muur in 1822 werden
gebouwd, lag Het Streekje, dat ook weer
uit vijf van deze miniatuurwoninkjes
bestond, waarin door de jaren heen bij
zonder kroostrijke gezinnen hebben ge
woond. Daarnaast en daarachter strekten
zich de boomgaarden van „ouwe Rit-
man", van Jorna en van Sip van der
Weide uit heerlijke oorden voor de
opgeschoten jeugd.
Waar nu de huizen van de Leliestraat,
van de Violen- en de Anjelierstraat
staan, groeiden dus eens de steen- en
bergamotteperen en op de plaats, waar
nu, in een van die panden, een dressoir
oi een theetafeltje prijkt, kwamen vroe
ger de belhamels van de Oldegalileën
bijeen om zich te beraden over de wijze,
waarop ze zich zonder betaling het beste
van een zak vol Iruit konden voor
zien Een tastbare herinnering aan
deze gar denier slanden is er nog steeds
in de vorm van een vierkant lapje grond
tussen de Willem Sprenger-, de Rozen-,
de Hoekster- en de Pieterseliestraat, dat
nimmer werd bebouwd.
Ook op de plaats, waar nu het Mariahof
is, werd kostelijk fruit geoogst. Daar
lagen de tuinen van Bauke Mendel, die
zelf in het Panwerk woonde en dus het
gezicht op zijn bezittingen had, wat
heus niet overbodig was.
Tussen die tuinen en de Dokkumer Ee
was en is nog steeds het Vierkant,
een blokje woningen rond een klein
tioi
Par
zitt
sme
hij
not
zijn
De
ook
doo
Stie
buu
twij
onz
Ied<
enic
boo
klin
huis
lig
wel
gesl