Pietersburen: karakteristiek hoek in
Personeel van Pieter w/oonde «hun
10
I -v e oude pakhuizen mogen dan deels
J gemoderniseerd zijn, de bomen
mogen dan goeddeels gekapt zijn,
het Vliet is nog steeds een der meest
romantische en bedrijvige hoekjes van
de stad. En met deze constatering gaan
we dan bewust voorbij aan het feit dat
het Vliet, vroeger altoos gespeld als
Het Fliet, gedurende vele honderden
jaren beslist niét bij de stad hoorde en
er ook niet toe gerekend wilde worden.
Het Vliet, de nijvere streek aan weers
zijden van de stroom, die voor de ont
wikkeling van Leeuwarden zo belangrijk
was, vormde een wereldje apart. Er is
heel veel veranderd en ongemerkt gaat
men van het ene stadsdeel in het andere,
maar nog altijd vormen ,,de Vlietsters"
een aparte bevolkingsgroep. Men sprak
en spreekt o.m. nog van de Vlietster
school en daarop gingen tenslotte ook
de kinderen uit de omringende straten,
maar het werd als een soort eer gevoeld
tot de Vlietsters te worden gerekend,
als zijnde een rasechte, hecht verbonden
groep.
Mogelijk is die hechte verbondenheid
van de bewoners nog een rudiment van
de strijd die de Vlietsters moesten voe
ren tegen de stedelijke overheid van
Leeuwarden, die het eigenlijk niet goed
kon hebben dat er zich buiten de stads
wallen een welvarende streek ontwik
kelde. Toen het Vliet officieel bij de
stad werd ingelijfd, en dat was al in
1515, bleef de gespannen verhouding,
mede ook, doordat de bewoners van
het Vliet zich niet als Leeuwarder bur
gers beschouwden en dus hun eigen
gangetje gingen, hoezeer zij daarin ook
werden tegengewerkt.
De tijd dat er aan het Vliet nog lijm
en zoutziederijen, oliemolens, een hout
zagerij, een tichelwerk, een pottenbak
kerij en enkele scheepstimmerwerven te
vinden waren, is voorbij, maar nog
steeds heerst er een gezellige bedrijvig
heid en varen de schepen af en aan in
dit vaarwater dat nog slechts van één
kant bereikbaar is.
De brug van de Bote van Bolswertstraat
naar de Bleeklaan mag dan een verkeers
technische verbetering van jewelste
hebben betekend, zij ontnam het Vliet
een belangrijk deel van de scheepvaart-
drukte. En zo viel dus dit stadsgedeelte
in tweeën uiteen. Bepalen we ons tot het
kleine doodlopende gedeelte voorbij deze
„betonbrug" aan de zuidkant van het werkzaamheden als „kiepeplukker" ver- ge
Vliet, dan vinden we een buurt, die richtte, ondervond meer dan eens hinder k'
zelfs in deze aparte wereld die Vliet heet van de zichzelf best vermakende jeugd. H
nog een aparte plaats innam en eigenlijk Pietersburen houdt de naam levendig bi
nog steeds inneemt: Pietersburen. van Pieter Luitjens van der Meulen, een et
Te weinig Leeuwarders zijn bekend in man, die iets durfde ondernemen en in vi
dit prachtige hoekje, dat eigenlijk alleen het leven slaagde. Hij was het, die met w
maar van dichtbij te bewonderen is, zijn broer Hermanus uit Donkerbroek ir
omdat op de wallekant waar vroeger naar Leeuwarden kwam (waar hij in 1772 zc
lange bleken waren, een vierkant, lelijk burger werd) en daar de molen aan het le
gebouwtje werd gezet, dat van de noord- Vliet liet bouwen. Hij verbond allerlei s<
zijde van het Vliet het gezicht op het bedrijfjes aan zijn zaak en zou nu met v
„poortsje" belemmert. Het ronde poortje recht industrieel worden genoemd. Voor D
is de karakteristiek van Pietersburen. zijn personeelsleden liet hij een rij wo- ti
Het geeft toegang tot de kleine straatjes ningen boven pakhuizen bouwen en te o
keurige huisjes met kleine, welverzorgde zijner ere werd deze buurt Pietersburen d
bleekjes ervoor, dat Achter Pietersburen
heet en dat merkwaardigerwijs met wei
nig omhaal genummerd werd als Zuid-
vliet 394 a, b, c, d, enzovoort, tot en
met q.
De machinefabriek, die nu de afsluiting
vormt van het Zuidvliet, maakte vroeger
deel uit van het bedrijf van de heer Hek
man, die de fabricage van lijnkoeken
voortzette in de voormalige oliemolen,
die de oudere bewoners van Pietersburen
zich nog best zullen weten te herin
neren. Het was een molen met de stam
pers, die heel wat mensen uit de buurt
werk gaf en steeds in vol bedrijf was.
Het was mogelijk achter de molen langs
naar Welgelegen, het mooie buiten aan
het Vliet, door te gaan. Men ging daar
toe door het poortje en dan links af.
Een smal houten bruggetje gaf toegang
tot het terrein van dit buiten, dat afge
sloten was door een op het Vliet uit
lopende sloot. Er is meer veranderd,
want door het poortje gaande vond men
rechts de kwekerij van Van der Meulen,
wiens bloemen niet altijd gerespecteerd
werden door de jongens van Pietersbu
ren, en dat waren er heel wat. Ondanks
het hekje om de kwekerij en ondanks
het feit dat tot de bewoners van Achter
Pietersburen een „plisie" vierde klas
behoorde. Ook „ouwe Jellema", die in
de veilige beschutting van de poort zijn
Gezien van het Noordvliet levert het hekje va
gezicht op. Op deze plaats mondde de slootie Pieti
(rechts) uit in het Vliet. De hoek van Pietfcburen
met de links ervan gelegen huizen, er tsen in
Op de plaats waar nu het schip ligt zorg de BI
van Leeuwarden, voor de verbinding tusse Moord
bevonden zich vroeger aan de tot var