oek in apart wiereIdje, dat Vliet heet \de iihuïzen tegenover Blauu/e brug STADSGESCHIEDENIS VAN HOREN - ZEGGEN 1 1 •1 «■■I i - n'>:. er- der gd. dig >en in iet iek '72 iet lei iet >or ro te en gedoopt. De huizen werden in het derde kwart van de achttiende eeuw gesticht. Hier ligt dus zeer vermoedelijk ook de binding van de bewoners aan het bedrijf en dientengevolge aan de buurt. In het verloop van deze serie artikelen is trou wens steeds weer duidelijk gebleken dat in de verschillende Leeuwarder wijken zon dertig, veertig en vijftig jaar ge leden een aanzienlijk sterkere gemeen schap bestond dan men tegenwoordig vindt. De bijna onafgebroken kibbelarijtjes tussen het Vliet en de stad waren er ook de oorzaak van dat het heel lang duurde tot ook het Vliet in de straat verlichting werd opgenomen. Hier en daar bescheen een gaslantaarntje de oude huisjes en als overal elders vorm den de „lanteerns" ook in en om Pie- dat ze als verbinding van groot belang was. Hij kreeg immers alle mensen van Pietersburen in de winkel en toen een maal de betonbrug aangelegd was, kwa- tersburen de centra voor de jeugdactivi- teit en de gezelligheid. Het was een gezellige buurt, zo werd ons ook nu weer door de oude Pieters- buursters verzekerd. En het hoogtepunt rt het hekje van Pietersburen nog een bekoorlijk s de slootie Pietersburen scheidde van Cichoreibuurt van Pietfcburen is nog authentiek, evenals de poort zen, er tsen in kwamen enkele nieuwere panden, ligt zorg de Blauwe brug, de laatste „trapkebrug' ling tusse Moord- en Zuidvliet. Voor de huizen links aan de fot van het water lange bleken van de herinnering is de boottocht, die de bewoners van het Vliet en ook van Pietersburen telkenjare maakten. Het was een feest van belang wanneer men na zo'n tocht op het Vliet terugkeerde. Niet zelden werd er bij Pietersburen aangelegd en dan was er muziek en dik wijls ook vuurwerk. Drommen mensen waren er steeds ter begroeting aanwe zig, want het feest had een reputatie in de gehele stad. Het is wel voorgekomen dat er door het gedrang van de om de muziek stuwende menigte enkele mensen in het water werden geduwd, maar dit drukte de feestvreugde meestal niet. Dat aanleggen gebeurde dan voor de zo genaamde Blauwe brug, die de verbin ding van het Noordvliet met het Zuid- vliet vormde vóór de „betonbrug" werd gelegd. Tussen Cichoreibuurt en de Noordvlietstraat vond men de Blauwe brug, die zo genoemd werd naar de blauwe kleur, waarin zij geschilderd was, in tegenstelling tot de Witte brug, die tegenover de Tuinmanssteeg over het Vliet lag. De Blauwe brug was de laatste „trapkebrug" binnen de stad, want zij verdween nog na de Poppebrug. Het was maar een vrij smal geval, maar de nu 78-jarige heer Goedemoed, die 43 jaar lang een tabak- en sigarenwinkel dreef tegenover de brug aan het Noord- vliet, herinnert zich nog maar al te goed men de Pietersbuursters eigenlijk nooit meer aan „zijn" kant van het Vliet. Geen wonder dat ook hij deze wijk verliet om elders in de stad zijn geluk te beproeven. Ook het naast hem gevestigde café an nex kruidenierswinkeltje deelde in de za kelijke vreugde van de goede verbinding. In de gemeentelijke verzameling op het stadhuis van Leeuwarden bevindt zich nog een fraai schilderij, waarop Pieters buren in het begin van de vorige eeuw staat afgebeeld. Men herkent er nog duidelijk de tegenwoordige toestand in, al verdween kleur en fleur van deze wijk. Op het schilderij torent de molen nog trots boven de gebouwtjes uit en boven het tweede kajuitje van rechts is een koepeltje dat de strakke lijnen ver breekt. „Welgelegen", dat inderdaad wèl- gelegen was aan het Vliet, dat aan de noordzijde nog geen bebouwing had, gaat nog schuil in de mooie bomen die het buiten omringen. Vergeleken met dit schilderij valt er nog maar weinig te genieten, maar wij niet-verwende twin- tigste-eeuwers zijn gauw tevreden. Naast het poortje woont Biegel, die later portier van het gasthuis werd, niet meer, en evenmin ouwe Jellema, de konijnen koopman en Gorter de melkventer. Ja, eigenlijk zijn er nog maar heel weinig echte Pietersbuursters. De sloot, die men moest passeren voorbij de Cichorei buurt om Pietersburen te bereiken werd gedicht, evenals de sloot die Welgelegen omringde, zodat men nu zonder over gang de buurt binnenstapt. Verhuiswa gens kwamen en gingen en zo is er eigenlijk alleen nog maar een gedeelte van dit hoekje bewaard gebleven aan weerszijden van het flauw gebogen poortje en herinnert alleen nog het naambordje aan de buurt, die zovelen aangename ervaringen meegaf en aan Pieter van der Meulen. F. L. SCHOUSTRA H. W. KEIKES

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 11