U/eer een Fotowedstrijd
FLINKE JONGENS
In het juli-nummer van de Leeuwar
der Gemeenschap las ik een artikeltje
over „Flinke jongens" en ik dacht,
in verband met die titel, een stuk te
zullen lezen over een paar jongens,
die op de ene of andere manier een
best stukje werk hadden verricht.
Bij het lezen van dit stuk bleek mij
evenwel, dat er niet sprake was van
„flinke jongens" maar van „jeugdige
booswichten", die zich niet hebben
ontzien een weerloos diertje te mar
telen door het met stenen en kluiten
modder te vermoorden, want een
betere benaming weet ik voor een
dergelijk gedoe niet.
Dit geval vertoont overeenkomst met
wat enige tijd geleden in de kranten
stond, namelijk dat enige jongens een
poes die in blijde verwachting was
met stokken zodanig hadden gesla
gen, dat het dier door de „Dieren
bescherming" uit zijn lijden moest
worden verlost.
Er zijn echter ook andere jongens die
wèl de betiteling van „flinke jongens"
verdienen. Herinnert u zich ook nog
een krantenberichtje waarin sprake
was van een groepje kleine jongens
van een jaar of vijf dat aan het
spelen was, toen een poesje parman
tig door de haagjes en over de gras
perkjes heenstapte en tussen de spe
lende peuters doorwandelde? Een der
kleinen zou het poesje pakken,, maar
stoven met vuur meer meegenomen wor
den naar de kerk. De organisten wordt
gelast, om bij het beginnen van het klok
luiden muziek op het orgel te maken
„om het geraas te verdooven".
Nog in april en september 1785 is er
briefwisseling met het Hof over deze
zaak. Zeer veel goederen zijn namelijk
niet afgehaald door de eigenaarsdeze
moeten in bewaring blijven. Nogmaals
wordt de veronderstelling van boos op
zet van de hand gewezen. Toch wordt
hier nog op gezinspeeld in de twee
Brieven van een Vriend aan een Vriend,
die hier werden gedrukt en uitgegeven
(o.a. herdrukt in de Nieuwe Friesche
Volksalmanak van 1854). Het zal zeer
moeilijk, zo niet onmogelijk zijn, het
oordeel van het Hof over deze kwestie
met bewijzen te bevestigen of af te
wijzen. Daarvoor beschikken wij over
te weinig gegevens.
W. DOLK
een vriendje zei toen: „Niet doen,
want die poes is in opwachting".
In stilte heb ik deze kleine knaap een
eresaluut gebracht want hij scheen,
hoe jong ook, te weten dat men deze
ARNOLD WAGENMAKERS
uit de Franekerstraat
diertjes in zo n geval toch maar beter
met rust kan laten.
Een ander geval.
In een der dagbladen las ik eveneens
enige tijd geleden, dat de twaalfjarige
A. W. uit een boom in het Vossen-
park was gevallen, maar liefst van
een hoogte van ongeveer tien meter.
Ik wist toen niet welke jongen dat
was, doch des avonds vertelden mij
enige zijner vriendjes dat het een
De redactie van „De Leeuwarder
Gemeenschap" is benieuwd naar
de foto's, die u in de afgelopen
zomer nu ja, zomer.... heeft ge
maakt. Tijdens uw vacantie en uw uit
stapjes, foto's van uzelf, van uw kinde
ren, van mooie plekjes in binnen- of
buitenland. Zegt u nu niet: „Het is hele
maal geen weer geweest om te fotogra
ferenwant dat is beslist niet waar,
want al mag licht onmisbaar zijn voor
deze bezigheid, de zon hoeft niet bepaald
aan een wolkenloze hemel te staan om
het welslagen van de foto te garan
deren. Die helle, harde prentjes kunnen
soms aardig zijn, maar zeker is, dat men
zelfs bij somber en regenachtig weer
treffende beelden op de gevoelige laag
kan krijgen. Desnoods van een stel ver
kleumde vacantiegangers, in plastic ge
huld tegen de regen en met krampach
tige gezichten in de sfeer van „Houd er
o'nzer clubleden was en gelukkig
bleek dat de valpartij, wonder boven
wonder, nogal goed afgelopen was.
Maarwat deed deze knaap in de
boom?
Hij had gezien dat enige jonge uil
tjes belaagd werden door een paar
kraaien, die onophoudelijk naar deze
weerloze diertjes pikten, totdat ten
slotte een dezer uiltjes naar beneden
viel, bloedend uit verschillende wond
jes.
Arnold besloot aan de roofzucht der
kraaien een einde te maken en klom
resoluut in de boom, doch toen hij
ongeveer tien meter hoog was, zette
hij de voet op een dode tak en plofte
neer. Daarna ambulance, ziekenhuis
enzovoort.
Deze knaap riskeerde dus heel wat
om een dier te redden en hij werd zelf
het slachtoffer van zijn liefde voor
het weerloze dier.
Dat hij ondanks de valpartij mee kon
met het „Triumphator-kamp" is voor
hem zowel als mij een groot genoe
gen geweest omdat ik bij voorbaat
reeds wist dat ik hem gerust bij het
bosgedierte en de gevleugelde vrien
den om de kampschuur kon laten,
want deze dieren hadden in hem een
flinke beschermer.
H. RIJPMA Bzn.,
Alg. leider „Triumphator"
de moed maar in!" Heeft u dergelijke
foto's niet gemaakt? Meende u, dat daar
geen eer en roem mee te behalen zou
zijn? Hoe deerlijk heeft u zich vergist,
want juist daarmee had u wellicht een
prijs kunnen winnen in de fotowedstrijd
voor amateurs van „De Leeuwarder
Gemeenschap", die we bij deze gelegen
heid aankondigen.
Het is de derde keer, dat ons maandblad
een dergelijke fotowedkamp organiseert.
Op de twee vorige zien wij nog altijd met
veel genoegen terug, omdat er zo n ver
heugend aantal inzendingen binnenkwam
èn omdat velen zulke goede foto's in
stuurden. Dat waren heus niet uitsluitend
de trotse bezitters van dure camera's,
de mensen die gebukt gaan onder een
grote voorraad theoretische en prak
tische kennis van de fotografie, maar
ook de gewone kiekjesmakers. De men
sen dus, die een eenvoudige box of klap-