bij het deelnemen aan het verkeer \/I eer dan 1500 mensen sterven per jaar in Nederland ten gevolge van I verkeersongevallen, terwijl er tienmaal zoveel ernstig gewond 1 raken- De materiële schade, door aanrijdingen veroorzaakt, bedraagt reeds meer dan honderd miljoen gulden per jaar. Iedere dag worden er gemiddeld vier tot vijf gezinnen in rouw gedompeld door het verkeer. Soms zijn kinderen, op wie de ouders hun hoop hadden gevestigd, het slachtoffer; soms zijn het oude mensen, die zich niet meer aan de geweldige ontwikkeling van het moderne verkeer kunnen aanpassen. Maar ook mannen en vrouwen in de kracht van hun leven vallen voortdurend ten offer aan het verkeer, terwijl zij niet gemist konden worden als vader en moeder, terwijl ze ook voor de maatschappij onschatbare waarde hadden. Er is dus alle reden om eens even stil te staan bij deze zinloze verwoesting van mensenlevens. Moeten wij dit alles maar aanvaarden als iets onvermijdelijks? Het deelnemen aan het verkeer brengt grote risico's mee. Wij zijn hieraan reeds zo gewend geraakt, dat wij ons dit al niet eens meer realiseren. De dagbladen maken dagelijks melding van zoveel ver keersongelukken, dat wij deze berichten nauwelijks een vluchtige blik waardig keuren. Alleen als wij ervaren, hoe een onzer naasten of kennissen het slacht offer is geworden, blijven wij er even langer bij stilstaan; dan zijn wij onder de indruk van het gebeurde en beden ken wij, dat ook óns iets dergelijks had kunnen overkomen. Maar het leven gaat verder en even later storten wij ons weer Sn het verkeer en jagen weer voort. Eigenlijk moest het nooit uit onze gedachten zijn, dat wij als deelnemer aan het verkeer voortdurend een gevaar voor onszelf en anderen be tekenen. De jongeman, die met zijn fiets nog juist tussen twee auto's door weet te glippen, beseft dat niet. Hij heeft haast, want hij is te laat van huis gegaan en moet de verloren tijd ten koste van alles inhalen om nog op tijd op school of op het werk te zijn. Zijn bewustzijn is uitsluitend met dit probleem bezig en hij denkt er niet aan, dat hij op dit moment in de eerste plaats een verkeersdeelnemer is, die zich in het belang van zijn eigen en ander mans veiligheid aan de regels van de weg moet houden. Echter ook als de school- of werktijd voorbij is, heeft men weer haast om vlug thuis te zijn. Nauwelijks heeft de klok het sein gegeven, of duizenden storten zich in het verkeer met een niemand en niets ontziende haast. Deze haast drijft hen tot handelingen, welke even ondoor dacht als gevaarlijk zijn. Men gaat ge lijktijdig in grote horden huiswaarts. Hoewel iedere wielrijder zo langzamer hand wel weet, dat het verboden is, met meer dan twee fietsers naast elkaar te blijven rijden, ziet men dit overal bij de Schrikbeeld. uitgangen van scholen, fabrieken en kan toren. Zij nemen daardoor meer ruimte van de rijbaan in beslag dan toelaatbaar is en hinderen het overige verkeer meer dan nodig is. Grote groepen wielrijders berijden de volle breedte van fietspaden, zodat an dere wielrijders in de berm worden ge drongen. Tot overmaat van ramp worden de rijwielpaden bovendien onveilig ge maakt door vele bromfietsers, die met grote snelheden tussen de wielrijders door laveren. Ten gevolge van de enorme voortschrij ding van de techniek wordt het verkeer op de wegen steeds drukker. Ieder jaar komen er tienduizenden auto's, motor fietsen, scooters en bromfietsen bij. Het geleidelijk hoger wordend vermogen van de motoren in die voertuigen en de gro ter wordende verkeersdrukte maken het noodzakelijk, dat wij ons er hoe langer hoe meer van bewust moeten worden, dat er steeds hogere eisen aan ons ver antwoordelijkheidsgevoel als weggebrui ker worden gesteld. Nog veel te veel bestuurders worden door de technische mogelijkheden, welke hun door hun moderne voertuigen wor den geboden, verleid tot het rijden met snelheden, die onder de gegeven om standigheden te groot zijn. Zij trekken zich niets of te weinig van hun mede weggebruikers aan. Zij halen op gevaar lijke ogenblikken voorgangers in, snijden op roekeloze wijze en passeren anderen rakelings, zonder zich om eventuele ge volgen te bekommeren. Zij naderen kruis-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1956 | | pagina 2