fójstbaar beken
uit de Ottema-Kmgma Stichting
7
Licht rijtuigje van
prinses (later konin
gin) Victoria van
Engeland (uit
Carriages and
coaches", door
Ralph Straus)
Notaris Nanne Ottema heeft aan Friesland een zéér
grote collectie kostbaarheden nagelaten. De verzameling
bevat ceramiek in het Princessehof, bekend in binnen-
en buitenland, zilver en schilderijen in het Fries Museum,
tegels, volkskunstige voorwerpen, geboortelepels, antieke
kleding, letterlappen, houtsnijwerk het is te veel om
op te noemen. Al die grote en kleine schatten zijn in
diverse musea in Friesland te zien. In de loop van dit
jaar hopen wij u er het een en ander over te vertellen
hadden op vaste afstanden „wisselplaat
sen" waar men verse paarden kreeg,
want een paard kan nu eenmaal niet
lang achter elkaar lopen zoals wij dat
gewend zijn van onze motoren.
Toen de steden zich uitbreidden kreeg
men ook in de stad behoefte aan vervoer
en de Londense „cabs" (onze „aapjes")
kwamen in de mode. De koetsier troonde
achter of naast de passagier en het kon
gebeuren dat bij slecht weer de passa
giers achter gesloten gordijntjes zaten,
maar dat de koetsier die toch moest
kunnen uitkijken naast zijn vrachtje
was gezeten, ten prooi aan weer en
wind.
Het particuliere rijtuig werd door de-
eeuwen heen steeds mooier en verfijn
der. Er waren de lichte jachtwagentjes,
de elegante rijtuigen voor visites, de
lichte wagentjes die een dame kon
koetsieren. Maar er waren ook de statie
wagens van vorsten en monarchen, de
karossen in gebruik bij de intocht van
een koning, bij een vorstelijk huwelijk,
bij de doop van een prinsenkind of in
de rouwstoet van een der groten der
aarde. Het waren zware wagens, getrok
ken door zes of acht paarden, met be
schilderde panelen, vergulde kronen of
wuivende vederbossen bovenop, of met
zware zwarte draperieën behangen, ver-
Ditmaal gaat ons praatje over de zeer
kostbare bibliotheek, die wanneer de
catalogus gemaakt zal zijn voor be
langstellenden toegankelijk wordt. De
bibliotheek is zeer gespecialiseerd, na
tuurlijk komt de ceramiek op de eerste
plaats. Volkskunst en costuumgeschie-
denis zijn rijk vertegenwoordigd, maar
ook boeken over andere onderwerpen
op historisch of kunstgebied werden
door de heer Ottema bijeengebracht.
Voor deze keer viel ons oog op boeken
over de geschiedenis van de wagen, het
rijtuig, de koets. Wat weten wij nog van
al die soorten voertuigen die hebben
bestaan? Eigenlijk niets en toch is het
vervoer-per-as al heel oud. De mens is
altijd een rusteloos schepsel geweest.
Hoeveel volksstammen waren niet steeds
op drift om beter woongrond te vinden
of om oorlog te voeren en buurlanden
te veroveren? En daarbij waren last
dieren en wagens nodig. Boven op een
paard of muildier kon maar één mens
zitten (behalve op het ros Beyaart!), men
kon er geen grote lasten mee vervoeren.
Al heel vroeg is men dus begonnen met
het „wegvervoer" oorspronkelijk met
een soort sleden. Maar
een slee mag op glad
de grond of in de
sneeuw zeer nuttig
zijn, zo gauw er gro
tere afstanden afge
legd moeten worden
over wegen vol kui
len en gaten, dan is
het een onpractisch
ding. En de bijvoor
beeld bij een oorlog
nodige snelheid kon
er niet mee bereikt
worden.
De eerste wagens waren zware, logge
dingen; men kon er veel mensen en
goederen mee vervoeren, maar ook hier
was snelheid ver te zoeken. Honderden
jaren vóór Christus is de uitvinding van
de lichte strijdwagen een wereldgebeur
tenis geweest, die dezelfde betekenis
tóén had als de uitvinding van de gemo
toriseerde strijdwagen (o.a. de tank) in
deze eeuw.
Ook in vredestijd was een wagen van
groot belang voor de landbouwer om
zijn hooi en zijn producten te vervoeren
en naar de markt te brengen. De heren
op hun kastelen, die eerst uitsluitend te
paard reisden, lieten zich* op den duur
reiswagens maken, zware, logge, onhan
dige dingen, waarvoor de vier of zes
trekpaarden geen overbodige luxe waren.
Toen de wegen beter en veiliger wer
den, ging men ook meer reizen en de
postkoetsen of diligences kwamen in
gebruik. Nü lijkt zon voertuig indruk
wekkend en romantisch, maar men zal
er wel met de nodige hoofdpijn en enigs
zins geradbraakt uitgestapt zijn, na uren
lang door elkaar geschud te zijn. De
postkoetsen gingen van stad tot stad en