GN STRAAT, MET RIJKE HISTORIE doet ons duidelijk beseffen dat het. een wandeling in de verleden tijd is, die we in deze straat maken. Van Abs, die ook oproeper op veilingen was, vertegen woordigde de negentiende eeuwers op bijzondere wijze. Hij was ongekend lang en mager en vergat nimmer zijn wat plechtstatige houding. Hij daalde het trapje van zijn opkamertje af, schreed naar de toonbank, legde beide handen plat op het blad en vroeg naar de wensen van de cliënt, ook wanneer het een jongetje van acht jaar was, die om een potlood of een stukje gomelastiek kwam. Op zijn magere neus wiebelde een knijpbrilletje, dat veiligheidshalve vastgelegd was aan een zwart linnen bandje. In 1906 komt hier de Zwitserse, in Mu- ralto geboren schoorsteenveger Guiseppe Ambrogio Delea te wonen. In het pand ernaast zette horlogemaker Doodkorte voor veertig cent een nieuwe veer in de „remontoir". De timmerman Evert Boon- stra, die de jeugd prachtige grenenhouten en in het vuur geharde klepperhouten kon leveren, doet in het volgende huis zijn timmerwinkel over aan zijn zoon Piet, die later fabrikant van lijkkisten wordt. Het huis krijgt nog een andere bestemming: in 1921 begint Willem Wol- dendorp er een café, dat een paar jaar later wordt voortgezet door Pieter van der Goot. Slaan we even de enige róoms-katholieke arts van Leeuwarden, dokter Woltring, de grossier in gedistilleerd Pieter van Dorssen, de grossier in bakkerswaren Van der Heide en de uit de Breedstraat komende joodse slager Isak de Jong over, dan vinden we slager Kessler, die een groot gezin heeft met artistiek be gaafde zonen, kerels „as bomen". Naast de dan volgende kleermakerij van Hen- drikus Jurres, die hier precies vijftig jaar woonde tot zijn overlijden in 1922, weer een slagerij. Sjoerd en Bouke de Vries, ongetrouwde broers, die hier met een ongetrouwde zuster wonen, oefenen hun beroep uit en brengen af en toe een hele koe in de Hoogstraat. Eén van de ge broeders had een scheve nek, maar dit verhinderde hem niet één der beste schutters van de schietvereniging „Wil- In de Grote Hoogstraat van nu vindt men nog enkele geveltjes van toen, o.m. op de hoek van de Poststraat de iraaie gevel van ,,In de lette Os", het pand, dat onlangs is aangekocht door de Vereniging ,,Hendrick de Keyzer" helmina" te zijn. De gebroeders De Vries worden opgevolgd door de gebroeders Berend en Nico Stoffels. Naast café De Boer (met een uitgang, èn ingang in de Poststraat) vinden we ten slotte de koopman Luitzen Looijenga, een naam, die zich tot in deze tijd heeft gehandhaafd. Slagers hebben we nu genoeg gehad en „In de fette os" woont dan ook de meu belmaker Jetze de Vries. In het huis no. 12 wonen de koopman in bakkersartike len Bauke Dijkstra en de stoomboot kapitein Alders, maar voor hun vestiging in 1911 zetelt er de boekbinder Beetsma, een klein, grijs, ietwat verschrompeld mannetje, dat onafgebroken zijn „kalken- endsje" tussen de restjes van zijn gebit klemde. Beetsma had ook een biblio theekje, vijf cent per boek per week. Wybe Talman volgt op no. 8 Looijenga als barbier op; in dit huis, waarin ook de journalist Douwe Hoekstra een poosje gewoond heeft, wordt de tegenwoordige toneelkapper Rommert Talman geboren. We naderen nu weer de Brol: de in Pruisen geboren manufacturier Johann Suren heeft een goed punt uitgezocht voor zijn handel! En zo zijn we bij de parapluie-koopman Rentier, die aan zijn gevel een paar ge kleurde parasolletjes heeft, weer aan het begin van de straat teruggekeerd. Op de begane grond zouden we haast kunnen zeggen, want de Grote Hoogstraat is door de terp één der hoogstgelegen straten van de stad. Daardoor ook is het één der alleroudste en eerstbebouwde straten. Een straat met een rijke historie, die zijn uitlopers had tot in deze eeuw. F. L. SCHOUSTRA H. W. KEIKES

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1957 | | pagina 11