De avonturen van Maridolletje en Poeskat
DE JEKiD IIEEWECIM
Verpletterende ervaringen
1 5
Gelukkig waren zij niet ver van de kant,
toen zij allebei in het water vielen! En
het meertje was zo ondiep, dat Mari
dolletje zelfs kon staan. Zij liep naar de
oever toe en wachtte daar op Poeskat,
die. met haar kleine pootjes vlug door
het water zwom.
Toen zij allebei in het gras zaten, zeiden
zij eerst niets. En toen vroeg Maridol
letje: „Poeskat, wat gebeurde er eigen
lijk? Waarom sprong je in 't water? Je
had nog wel gezegd, dat je niet van
water hield. En weet je dat je mij daar
door ook in het water hebt gegooid?"
Ja, Poeskat wist het best. Zij zat nat en
rillerig naast Maridolletje en had wel
kunnen huilen van narigheid. Maar poe
sen hebben geen tranen. En dus zei zij
alleen maar een paar keer heel zachtjes:
„Miaauuuwmiiiaaaaauuuuuuwwwww
En toen vertelde zij van de kleine visjes,
die er zo lekker uitzagen, maar die veel
te klein waren. En van de grote vis,
waar zij zo'n zin in had. En toen kwam
die grote vis opeens langs de boot zwem
men. En toen was zij helemaal vergeten,
dat zij niet mocht schommelen met de
boot. Toen was zij de vis achterna ge
sprongen en verder wist zij niets anders,
dan dat de vis verdwenen was en dat
het water erg koud en nat aanvoelde.
„En waar zijn je mooie laarsjes? vroeg
Maridolletje, die ook al zat te bibberen
van de natte koude kleren, die zij aan
had. Ja, waar waren de laarsjes geble-
ven?"
„Misschien liggen zij nog in de boot",
zei Poeskat zachtjes.
De boot lag in zijn eentje op het meer
en niemand bewoog de roeispanen heen
en weer. Maar gelukkig was er een
beetje wind en die dreef het bootje naar
de oever. Toen de boot dicht genoeg bij
de kant gekomen was, sprong Poeskat
erin en kwam triomfantelijk met de
laarsjes weer terug.
„Gelukkig", zei Maridolletje, „die zijn
droog gebleven. Nu kun je tenminste
droge voetjes krijgen." Poeskat begon in
dé zon al wat op te drogen en trok ver
heugd de mooie laarsjes aan.
„Ik heb 't maar koud in die natte kleren",
zei Maridolletje. „Ik wou dat ik ook iets
droogs kon aantrekken."
„Daar liggen kleren in het gras van die
kinderen, die aan 't zwemmen zijn, ik zal
ze wel halen." Vlug liep Poeskat naar
een stapeltje kleren en kwam terug met
een bloesje en een short.
„Maar dat is geen jurkje", zei Maridol
letje geschrokken. „Ik kan toch niet in
een broekje thuis komen?"
„Wat zou dat nou", zei Poeskat. „Ik heb
zo dikwijls meisjes op straat in een
broekje zien lopen, 't Zal je best staan.
Probeer het maar eens."
Maridolletje trok de bloese en de short
aan en sprong in de lucht van plezier.
„Wat zit dat fijn!" riep zij. „Veel pretti
ger dan een jurk!" Zij danste in t rond,
sprong over een paar mooie bloemen
heen en plukte er gauw twee van.
Poeskat, die weer helemaal droog gewor
den was, stond met plezier te kijken en
stak haar staart hoog in de lucht.
MAJA VAN HEEMSTRA
Zijn wij verplicht u, na alles wat hierover reeds in de kranten
is geschreven, uitvoerig verslag te doen van wat zich rondom
de tentoonstelling en de „Boumaster" heeft afgespeeld aan
feestelijkheden in Leeuwarden tijdens de V.V.V.-feestweek?
Wij sparen onszelf de moeite van het schrijven (en het jam
meren over het weer), wij sparen u de moeite van het lezen
daarvan. Maar wel moeten wij u iets vertellen over de speur
tocht voor de jeugd, die woensdagmiddag om half vier bij het
stadhuis begon en waarvan het begin bijna eindigde met de
roemloze ondergang van de organisatoren en hun vrijwillige
helpers.
Het begon om half vier en om twee uur stonden al zo n
honderd jongelui voor het stadhuis en speciaal op het bordes,
waar binnentredende bruidsparen zich slechts met moeite en
de hulp van stevige gemeente-boden naar binnen konden
begeven. Tussen twee uur en half vier ligt een tijdsverschil
van anderhalf uur en in zo'n periode kan veel gebeuren.
Een groep kinderen kan aangroeien tot een schare kinderen.
Dit gebeurde en uit allerlei ramen van het stadhuis gluurden
nieuwsgierige en ook wel wat angstige gezichten om te zien
wat er gebeurde. Zo'n troep jongelui gedraagt zich namelijk
niet rustig en schept er een bijzonder vermaak in zeer rumoe
rig te zijn. De gezichten achter de stadhuisramen kregen een
uitdrukking, die paste bij belegerden in een vesting, die op
het punt staat stormenderhand veroverd te worden.
Enfin er werden hulptroepen uitgestuurd om de aanval af te
slaan, die zich speciaal op het binnenpleintje bij „Us Heit
richtte. De verdedigers, onder aanvoering van de concierge,
boks-expert Drijfhout, dreven de jonge garde terug en sloten
het hek met zo'n machtig hangslot, dat er geen verwrikken
meer aan was.
En zo werd het kwart over drie, het moment waarop de deel
nemerskaarten moesten worden uitgereikt. Het hek werd ge
opend door lieden, die met een ongemotiveerd optimisme ver
onderstelden, dat de jongelui wel netjes langs de kant zouden
gaan staan. Dezelfde lieden hadden de formulieren in de hand,
ze werden opgenomen, meegesleurd, in een hoek gedrukt door
de opdringende deelnemertjes, die toen in de gaten hadden
bij wie ze moesten zijn. De bloem der Friese journalistiek, die
spontaan medewerking had toegezegd, dreigde verpletterd te
worden. Kinderen gristen papiertjes weg, zoveel ze konden
bemachtigenal konden ze maar één gebruiken. En toen
eindelijk heel de schare van papier en potlood was voorzien
en de onbekende verten in de oude binnenstad was tegemoet-
gerend, zochten enige verkreukelde lieden, die zich niet meer
organisatoren durfden noemen, de rust van het stadhuis op
om bij te komen en om te bepeinzen hoe onberekenbaar en
hoe onstuitbaar de lieve jeugd is wanneer zij eenmaal, ont
stoken door de vonk van het enthousiasme, in beweging is
gekomen.
Maar na afloop, toen het hele binnenplein bezaaid lag met
formulieren, raapten zes kinderen alles netjes bij elkaar, voor
een ijsco van een dubbeltje de man. Misschien is deze zestig
cent wel de goedkoopste post op de lange lijst V.V.V.-uitgaven
in deze feestweek geweest