„Hoe u/ij u/erken"
Dansen in de Beurs
BEELDEN UIT DE EEESTWEEK
Zwakheid en kracht van JE ROEMSTER"
8
Ondubbelzinnig succes
De tentoonstelling „HOE WIJ WERKEN"
op het Wilhelminaplein heeft weer eens
bewezen hoezeer dergelijke manifestaties
in de gunst van het publiek staan. Dat
is geen wonder, want er ligt een grote
bekoorlijkheid in het onverplicht en op
eigen gelegenheid ronddrentelen langs
de stands, komend en gaand wanneer
men wil, kijkend waar men wil. De expo
sitie heeft verhoudingsgewijs het minst
van het slechte weer geleden; een be
zoek aan het tentencomplex hoefde niet
een zaak te zijn van vooraf gemaakte
plannen. Tussen het moment van het
besluit om een bezoek aan de tentoon
stelling te brengen en de uitvoering
daarvan lag vaak niet meer dan een
(droog) kwartiertje, althans voor de
Leeuwarders. Dat „Hoe Wij Werken"
mee schade heeft gehad van het onge
twijfeld verminderde bezoek van buiten
de stad is wel duidelijk.
De tentoonstelling is, wat opzet en uit
werking betreft, in alle toonaarden ge
prezen en wij sluiten ons daar graag bij
aan. In het zakenleven schijnt op een
gegeven ogenblik een soort expositie
koorts een zeer gezonde ziekte! te
ontstaan, die wild om zich heengrijpt en
een epidemisch karakter aanneemt. Men
sen, die aanvankelijk duizend-en-één
bezwaren tegen het inrichten van een
stand zagen en nauwelijks het bedrag
voor één meter standhuur durfden uit te
trekken, werden ten slotte door deze
ziekte aangegrepen en spaarden moeite
noch kosten om goed voor den dag te
komen. Dit laatste het mag tot eer
van alle exposanten worden gezegd
is voortreffelijk gelukt en met dit alles
is meteen verklaard, dat de laatste dagen
voor de expositie voor organisatoren en
standhouders bijzonder enerverend zijn
geweest. Zoals altijd trouwens,' bij een
dergelijke gelegenheid....
De Stichting Leeuwarder Gemeenschap
heeft, zoals men weet, weer een begin
gemaakt met de dansavonden in de
Beurs, waar jongelui tussen 18 en 25
jaar gelegenheid krijgen op zaterdag
avonden tussen acht uur en half twaalf
te dansen op muziek van orkestjes.
Sfeer en stemming op deze dansavonden
worden bijzonder geprezen en vooral de
bovenzaal, die hiervoor thans in gebruik
is, leent zich bijzonder voor dit doel.
Met enige trots mogen we wel het feit
vermelden, dat Leeuwarden vaak zo
arm aan amusement genoemd thans
een der grootste dansgelegenheden voor
de jeugd in heel het land bezit. Het buf
fet is alcoholvrij.
Het is de bedoeling dit winterseizoen
iedere zaterdagavond in de Beurs te
laten dansen, tenzij de zaal voor andere
doeleinden wordt opgeëist. In de maand
oktober zal op elke zaterdag een dans
avond worden gehouden.
De toegangsprijs is 0,75 per persoon.
„DE BOUMASTER FAN DE ALDEHOU", het openluchtspel dat tijdens de V.V.V.-
feestweek in de Prinsentuin is opgevoerd, heeft in de eerste plaats geleerd hoe
groot en in feite onaanvaardbaar het risico is in de beginnende herfst zoiets te
ondernemen. En waar het bar slechte weer de mogelijkheid om de publieke reacties
op zichzelf te beoordelen vrijwel teniet heeft gedaan, moet de vraag open blijven
of dit spel een succes zou zijn geworden, wanneer het verblijf in de Prinsentuin
op de avonden der voorstellingen plezierig of op zijn minst dragelijk was geweest.
Lagen de elementen van het succes in dit spel opgesloten? Aan de ene kant wel,
aan de andere kant niet, lijkt ons, en het is nu maar de vraag wat het zwaarst zou
hebben gewogen. Het spel als zodanig, het verhaal en de handeling dus, liep niet
over van boeiende en tot de verbeelding sprekende elementen. Het was een be
staande legende en dergelijke uit de overlevering stammende verhalen maken aan
spraak op een plaatsje in de boeken, die zich met deze tak van geschiedschrijving
bezighouden.
Een andere kwestie is echter of ze in deze tijd hun waarde als vertelsel nog kunnen
handhaven. Wat dit betreft lijdt de sage van de Boumaster, naar onze smaak, aan
het euvel van een tot de draad versleten thema. Het motief is immers in duizenden
variaties verteld en vertoond: het meisje, dat verliefd is op de arme jongen en
bemind wordt door de rijkaard, die haar vader in de macht heeft. Dat daarbij de
scheefzakkende Oldehove op de achtergrond meespeelt mag een aardige bijkomstig
heid uit de lokale sfeer zijn, het brengt het verhaal nauwelijks op een ander plan.
Dit gebrek aan verteerbare en boeiende dramatiek, waarbij nog de vraag komt of
het historisch verantwoord is een meisje uit het begin van de zestiende eeuw
zoveel zelfstandigheid te gunnen dat ze de stem van haar hart kon volgen, hebben
de auteurs P. Terpstra en S. J. van der Molen niet weg kunnen schrijven. Ze hebben
ongetwijfeld een goed, toneelmatig verantwoord, taferelenspel opgebouwd, maar het
is een onbezield gelegenheidsstuk geworden. En dat zou waarschijnlijk ook niet
anders hebben gekund, ook al omdat men in de openlucht en stellig in de Prin
sentuin ihet zijn grote afstand tussen spelers en toeschouwers met nuancering
en verfijning in handeling en spel al gauw naast het doel schiet.
De grootste eer van de opvoeringen van de „Boumaster" komt daarom toe aan de
man, die getracht heeft het verhaal te verdoezelen en op te lossen in een bont
taferelenspel. Dat was regisseur Lammert Popma, die de grote schare, in fraaie
habijten (van de firma Bakker) gestoken, medewerkers met vaste hand over het
plankier heeft geleid en daarnaast, in het oplopende tuinpad, een bekoorlijk, schil
derachtig straatje creëerde, dat met het spel niets te maken had, maar desondanks
voortdurend het oog boeide. Het was een kijkspel van groot formaat, groots maar
niet grof, getuige speciaal de verfijnde manier waarop in verschillende taferelen
met de belichting was gewerkt om de dramatische handeling uit het massale geheel
te halen.
Bij dit alles sloten de eenvoudige maar sprekende decors voortreffelijk aan; dat
men ook in de opbouwperiode (bijvoorbeeld bij het leggen van de vierde hoeksteen)
reeds de complete Oldehove op de achtergrond zag, mag feitelijk onjuist worden
genoemd, maar men zat hier met de beperkte mogelijkheden van de (eigenlijk met
bestaande) toneelaccomodatie.
Zo is „De boumaster fan de Aldehou" een experiment geworden, dat gebreken ver
toonde, maar ongetwijfeld een beter lot verdiende dan het nu, door het slechte
weer beschoren is geweest. Wanneer we, buiten allen die in wanhoop de over
macht der weergoden hebben leren kennen, één man dit succes hadden gegund, dan
is het Lammert Popma, die deze teleurstelling waarlijk niet heeft verdiend.
1. Een totaalbeeld van het openluchtspel „De boumaster fan de Aldehou".
Het toneel wordt door het water van de vijver weerspiegeld.
2. De meest dramatische scène uit het openluchtspel: bouwmeester Jacob
van Aken heeft de rijke burger Rinze Koopman, die zijn dochter belaagde,
neergestoken.
3. Een mooie typering uit „De boumaster fan de Aldehou".
4. Met een klap op het aambeeld bevrijdde burgemeester mr. A. A. M. van
der Meulen vijfhonderd aan een draad geregen luchtballonnen. Zo werd
de tentoonstelling „Hoe Wij Werken" geopend.
5. In de stand van Scheppend Ambacht op de tentoonstelling „Hoe Wij
Werken". Links glas-in-lood.
6. Op de tentoonstelling werd een compleet huis gebouwd. Metselaars in actie.
7. Zo druk was het voor hotel „De Nieuwe Doelen", toen de herboren
Patijntjes daar optraden.