ZELF BLEEF GELIJK
4
IK!
ift
8
4
"77TÏÏi
1 1
HET «1111
door het aanbrengen van een houten
hek om de gracht.
Zo werd in 1905, toen koningin Wilhel-
mina op bezoek zou komen, het grachtje
afgeschermd, maar mooi vonden de Leeu
warders het hekwerk niet. Er werd
prompt een spotvers op gemaakt, waarin
de dichter het omheinde Naauw met een
schapenmarkt vergeleek:
,,En voor de Naauwbewoners verrees
een statig hek
Heel netjes langs het water, al staat
het ook wat gek
Het lijkt de schapenmarkt wel, zo
midden in de stad
Maar menig dronken Dries, die steun
aan 't hekje had.
Het mocht dan wat gek staan misschien,
maar toen het hek bij de drukte van het
vorstelijk bezoek zijn nut bewees, vond
men het wenselijk, dat het er nu ook
maar bleef. Zo hielden de Naauwbewo
ners hun houten hekje dus, tot het werd
vervangen door de ijzeren hekken, die
er nu nog zijn.
Sinds vijftig jaar is het dus al niet meer
mogelijk, wat daarvoor nog wel gebeuren
kon. Namelijk dit, dat er een roekeloze
grappenmaker over het grachtje van de
ene zijde van het Naauw naar de andere
sprong!
Het moet een forse sjouwerman zijn ge
weest, die om een gulden wedde, dat het
waagstuk te volbrengen was. Hij stelde
zich achter in de winkel van de goud
smid Bakkers op, nam een razendsnelle
aanloop en.... sprong er inderdaad
overheen!
Niet altijd en niet door iedereen is de
schoonheid van dit Naauw met zijn aar
dige, lineaaalrechte nauwe grachtje, met
zijn mooie en harmonieuze oude gevel
tjes, hogelijk gewaardeerd.
Het feit, dat het water van het grachtje
vijftig jaar geleden soms even zwart en
even onwelriekend kon zijn als nu, deed
de bewoners de hoofden bijelkaar steken
en in november 1906 richtten zij onder
aanvoering van de meergenoemde goud
en zilversmid Folkert Bakkers een ver
zoek tot de gemeenteraad om het Naauw
te doen dempen. De raad, die in 1892 het
later zo betreurde besluit had genomen
de schilderachtige Canselarijgracht aan
de Turf- en de Tweebaksmarkt te doen
dempen, die al eerder had besloten tot
het doen verdwijnen van de grachten aan
de Nieuweburen, aan de Eewal en langs
het Heerenwaltje zag het nut van het
dichtgooien van het Naauw niet in. Tot
ergernis van de adressanten wees ze het
verzoek dan ook af.
Zo kon het Naauw dus blijven bestaan
en tot de dag van vandaag handhaafde
het zich prachtig, hoewel er ook na de
actie van de goudsmid Bakkers nog wel
eens stemmen zijn opgegaan om het
grachtje van de kaart te vegen. Stem
men, die gewoonlijk hun kracht ontleen
den aan de slappe argumenten van het
stinkende water en de rattenplaag, maar
die verstomden en nu alleen nog wel
eens opklinken uit de mond van mensen
zonder gevoel voor het weinig overge
bleven Leeuwarder stedeschoon.
H. W. KEIKES
F. L. SCHOUSTRA
De zuidzijde van het Naauw (met De Planteur) gezien van de Brol