TEGELS: miniatuur-schilderijtjes
IMPORT-KUNST KREEG HAAR EIGEN PLAATS
Wat tegels zijn, weten we allemaal in
Friesland. We zien ze nog wel eens als
muurversiering in oude huizen, we be
wonderen ze in de musea, we kunnen
ze kopen bij de antiquairs. Maar mis
schien weten we niet dat wij de tegel te
danken hebben aan Italië en dat uit dat
zuidelijke land onze reizende schilders
die hebben meegebracht, als onderdeel
van de daar toegepaste tinglazuur-versie
ring in de pottenbakkerskunst.
In de bibliotheek van de Ottema-Kingma
Stichting wordt een boek bewaard: „Oude
Nederlandse Tegels", in 1933 geschreven
door de architect C. de Geus te Amster
dam, naar aanleiding van de collectie
Arthur Isaac, die in het Rijksmuseum
was opgesteld. Genietend van de mooie
afbeeldingen van tegels met zeer ver
schillende versiering, deden we daar in
de tekst allerlei wetenswaardigheden op
over dit kleine stukje pottenbakkers
kunst dat, hoewel geïmporteerd, zulk een
beroemd vaderlands product is geworden.
Een volk dat voelt voor ceramiek en
dat zijn we door de eeuwen toch wel
geweest moest ook wel open staan
voor het gebakken vierkante stukje aar
dewerk. Kleur en versieringsmotief han
gen dan ook nauw samen met wat onze
volkskunstenaars maakten o.a. in de
vorm van borden en apothekerspotten.
De kleuren donkerblauw, geel, oranje,
groen en paars zal men dan ook steeds
weer terugzien op een witte of iets ge
kleurde ondergrond. En wat heel merk
waardig is: onze tegels blijven, behou
dens enkele uitzonderingen, vrij van de
Chinese invloed, die in onze potterij
overigens zeer merkbaar is.
Vermoedelijk zijn in Antwerpen en Rot
terdam de oudste tegelbakkerijen ge
weest, steden waarvan ons nü de naam
als middelpunt van ceramiek niets meer
zegt. In de 17de eeuw is het Delft, dat
aan de spits komt en blijft. Maar waar
schijnlijk zijn er ook tegels gemaakt in
Haarlem, Gouda, Middelburg, Utrecht en
Harlingen. Terwijl Makkum nog steeds
naam heeft op het gebied van de tegel
bakkerij.
De decoratie der tegels is de eeuwen
door zeer verschillend geweest. De geo
metrische figuren, de motieven van
Franse lelie, de bloem- en bladranken,
de oranje- en granaatappels, hebben het
langer uitgehouden dan de tegels met
opschriften. Doet de versiering telkens
nog aan het Italiaanse majolica denken,
de vaderlandse schilder ging dat wat hij
in zijn omgeving opmerkte al spoedig op
de kleine vierkantjes zetten. En wat zou
hij dan beter hebben kunnen kiezen dan
het schip? Of het nu een roeiboot, een
bark, een koopvaarder of een admiraal
schip is hij heeft het met veel liefde
gepenseeld. De statigheid van een opge
tuigd schip, de beweeglijkheid van zei
len en wimpels en golven, het was
boeiend van 't begin tot 't einde. Dat de
zeegod-met-drietand, de zeemeermin en
de dolfijn-met-slaande-staart daarbij niet
konden ontbreken, spreekt van zelf. Actie
was ook te vinden in soldateske ruiters
en in de krijgers met beveerde hoed en
getrokken degen.
Maar 't zijn niet alleen bewegelijke
schepen en strijdlustige soldaten die af
gebeeld werden. Ook de stille, eenvou
dige bloem is op de tegel vereeuwigd:
de tulp en de kievitsbloem, de anjer, de
gestyleerde bloem. En daarnaast de vo
gels: inheems of uit vreemde landen,
sommigen waarschijnlijk nooit in de na
tuur gezien. En de viervoeters: van de
olifant en het stekelvarken tot de huise
lijke hond en koe. Wat kunnen we
voorts de tegelschilders dankbaar zijn
voor hun weergave van de kleding van
eigen tijd: de mutsen en jakken, kragen
en pofbroeken, ze zijn duidelijk te her
kennen en dragen het hunne bij tot de
fundering van de costuumgeschiedenis.
Een zeer verfijnd bloemenstuk, waarop
ieder grasje is weergegeven en waar
vogels en vlinders er uitzien alsof ze zo
op ons toe komen vliegen we hebben
het allemaal wel eens gezien, al was het
maar in reproductie. De meesterhand
heeft er ons een lieflijk schilderijtje aan
nagelaten.
Zeer duidelijk en uitgewerkt zijn de
tegels' met bijbelse voorstellingen, die
door hun weergave meestal niet eens
nodig hebben, dat het bijbelgedeelte op
de tegel genoteerd staat. Onze voor
ouders kenden hun bijbel en konden dat
boek niet missen bij hun kunstuitingen
in steen en hout, met beitel en penseel.
Wie_ de tegel wil bestuderen: in museau
en boeken is van alles te vinden en in
sommige oude huizen kunt u de directe
toepassing van de wandtegel nog zien.
Maar deze tegelmuren worden steeds
zeldzamer. In nieuwe huizen wordt zij
niet toegepast en de bewoners van de
oude woningen hebben dikwijls liever
een traditioneel behangetje, dan de wat
glad en koel uitziende aardewerken vier
kantjes!
M. J. VAN HEEMSTRA