Ofien&are ^ees2aal s goedkoper dan U denkt 7 De Openbare Leeszaal heeft een aardige enquête gehouden om aan de weet te komen hoe het Leeuwarder publiek over deze instelling oordeelt. Het begin van de vragenlijst betrof natuurlijk de be kendheid van de Leeszaal; van de onder vraagden bleek 3,1 procent er nog nooit van gehoord te hebben en 17,3 procent zou met de beste wil van de wereld niet kunnen zeggen waar het gebouw staat. Wij haasten ons derhalve om, ten be hoeve van deze 3,1 en '17,3 procent, mede te delen, dat men het aan de Tweebaks- markt kan vinden en wel op nummer 64, welk pand nog altijd bewijst, dat de vroegere patriciërs zich de weelde van een ruim woongerief opperbest konden permitteren. Maar hoe vindt het publiek dit oude, royale woonhuis als zetel van de Leeszaal? Het gaat nog al, zo blijkt uit de enquête; de meesten vinden het er gezellig en stil, maar wordt de stilte wel altijd als een deugd gevoeld? „Je moet er vreselijk stil zijn", verzuchtte één der ondervraagden. Bejaarden vin den het in de Leeszaal nu juist af en toe wat rumoerig. het valt dus niet mee om het ieder naar de zin te maken. Zo is het ook met het personeel, dat overigens door de bijeen-geënquêteerde publieke opinie geen minderwaardigheidscomplex hoeft te krijgen, want 28,7 procent noemt de dames „hulpvaardig", 2,9 procent spreekt zelfs van „opgewekt" en een grote rest (66,8 °/o) had geen oordeel en dat wijst in ieder geval niet op ernstige klachten. Daarbij steekt het „plechtsta tig" van 0,9 procent en het misprijzende „uit de hoogte" van 0,7 procent wel bleekjes af. „Was al het rijks- en ge- meentepersoneel zo, dan was het ideaal", heeft iemand geantwoord en zo ziet u maar weer: bij de overheid is het altijd nog erger. „Je hewwe d'r wel es een aardige meid", aldus oordeelde iemand, wiens belangstelling niet alleen op het literaire was gericht, wat dunkt ons geen schande is. Het akelige van het lezen van enquête rapporten is, dat men zo gemakkelijk van het rechte pad der hoofdzaken afdwaalt naar de kronkelige zijwegen der aardige bijkomstigheden. Laten wij, om het spoor niet geheel bijster te raken, gauw iets overnemen uit de conclusie. Geconsta teerd wordt, dat het geregelde bezoek aan de Leeszaal voor een belangrijk deel een kwestie van leeftijd is. Zodra de getrouwde vrouwen „uit de kleine kin deren" zijn stijgt hun belangstelling voor de bibliotheek, bij de mannen begint dit, wanneer ze met pensioen gaan. Op het eerste gezicht lijkt het merkwaardig, dat Leeuwarden-Oost de minste Leeszaal klanten oplevert, maar verklaarbaar wordt dit ten dele door de minder sterk ontwikkelde leesgewoonten bij de arbei ders en verder door het feit, dat hier de meeste mensen van buiten de stad zijn komen wonen. Voor hen geldt dus het „onbekend maakt onbemind", al maakt speciaal de Bibliobus heel wat reclame. Als uitleen-inrichting is deze rijdende bibliotheek echter zwaar overbelast; het streven van het Leeszaal-bestuur is dan ook gericht op de vestiging van filialen, waarvan het eerste in Zuid moet komen. En hoe staat het nu in het algemeen met het bezoek aan de Leeszaal? Het aantal ondervraagden dat er nooit is geweest bedraagt 57,3 procent, 25,6 liet „een enkele keer" noteren en 17,1 pro cent kon tot de geregelde bezoekers worden gerekend. Er is dus wel plaats voor een ruimere belangstelling; met ƒ3,50 contributie per jaar en geen afzon derlijk leesgeld kan men toch waarlijk niet onderschrijven, dat de Leeszaal „alleen foar de riken" is, zoals iemand veronderstelde. Integendeel, de Open bare Leeszaal is voordeliger dan u denkt AANWINSTEN LEESZAAL De Openbare Leeszaal en Bibliotheek schafte onder meer de volgende nieuwe werken aan: Romans: L. Bromfield: Vreemd gebeuren M. Bu- rén: Vreemdeling tussen twee vrouwen A. Christie: Moord in de martelstoel F. Ginjoolen: Werkende handen; roman over de eerste kolonisten van de Haar lemmermeer C. F. Meyer: Angela Bor gia B. Schulberg: Havenkwartier; ka rakter contra corruptie G. Simenon: Mijn vriend Maigret J. Vosmaer: Het leven en de wandelingen van Meester Maarten. Wetenschappelijke en populair-weten- schappelijke werken: W. Ahlbrinck: Op zoek naar de Indianen (expeditie naar zuidgrens van Suriname). G97. H. A. Bernatzik: In het rijk der Bidjogo; (Westafrikaanse eilanden). G70. M. Bouwman: Goedenavond dames en heren; (de televisie-wereld). Hj. C. S. Coon: Het verhaal van de mens; (ont wikkelingsgang gedurende een miljoen jaren). Fa. G. M. Durrell: Dierbare buit; (tocht door oerwouden van West- Afrika). O. J. Eerelman en H. Kuipers: Gezondheidszorg voor schoolkinderen. Ikb. M. Euwe: Handboek voor de ge vorderde schaker; 2 delen. Vn. H. D. Frankfort: Spaanse handelstaal. Hkc40. M. Cooper Gay: Omgang met katten. Rj. J. Gazenbeek: Langs heidezoom en hessenspoor; (Veluwe). G454. J. Glis- senaar: De Jeep Expres; (Java-Holland). Gr. M. P. Zakaria Goneim: De ver dwenen pyramide; (opgraving van on bekende pyramide). Fg. J. Haantjes en W. A. P. Smit: Meesterwerken der lite ratuur. Yll. N. I. Heybroek e.a.: Onze kinderen; (van geboorte tot puberteit). Qhe. H. Hooftman: Landbouwvliegtui- gen. Rg. P. K. Huibregtse: Marokko in het zonlicht. G70. G. H. Knap: Ge kroonde koopvaart; (honderd jaar KN SM). Hj. G. van der Maat: Vrij teke nen en schilderen voor kleuter en school kind. Iia. A. Piccard: Boven de wolken onder de golven. Uu. I. I. Sikorsky: De gevleugelde S; (vliegtuigen en heli kopters). Sz. E. van der Steen: Ge mengde berichten; (verzamelde verzen). Yp. J. J. M. Timmers: De religieuze schilderkunst. (Nederland). Wp. W. Voorbeijtel Cannenburg: De Groene Draeck; het snelle schip van Tromp. F. M. Wagter, M. J. van de Pol en J. Elfers: Wat maken wij van ons huis. Ry. Esperanto: H. J. Bulthuis: Idoj de Orfeo; originala romano. Xof. G. E. Lessing: Natan la sagula; drameca poemo en kvin aktoj. Xos. M. Muller: Rembrandt la ma- giistro. Xos. Isbrücker: Historio kaj organizo de la Esperanto. Xos.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1957 | | pagina 7