Woorden van Albert Schweitzer vonden
weerklank in Leeuwarden
Leeuwarden ken ik. Ik houd van het oude,
moeilijk te bespelen orgel. En wanneer het
noordenwind is, dan stijgt bij u het water. Dat
heb ik meegemaakt. Ik houd van Leeuwarden"
10
Dit schreef in maart van het vorige jaar dr. Albert Schweitzer
uit Lambarene in Frans Equatoriaal Afrika aan de heer
J. Bosma in Leeuwarden. Hij had dit toegevoegd aan zijn
brief aan de leider van de vakbondsjeugd .Jonge Strijd" in
de Friese hoofdstad, een brief handelend over de actie ,,De
Eerste Stap" van deze jongelui. En hiermee was de keten
gesloten, waarvan de eerste schakel werd gesmeed op een
bijeenkomst van „Jonge Strijd", waar de heer Bosma voorlas
uit het boek „Ik kom u helpen, dokter" van Johan Winkler,
over leven en werken van dr. Schweitzer. Het ging speciaal
om Schweitzers rede, die hij in 1954 bij het ontvangen van
de Nobelprijs voor de Vrede in Oslo uitsprak. „Zet een stap
op het pad der verzoening. Een eerste stap", zei Schweitzer
tot zijn gehoor. Zijn woorden werden over de gehele wereld
verbreid en overal met instemming begroet. Maar deed men
iets? Werd Schweitzers oproep met daden beantwoord?
-41, -i
Mor Mltrt SCïWtim»
L«mbarén4 - Gabon
*4- i-
AfrJe V
OJI&jlJc 4
t <4. t. tfA - cJUCZ. t -
w-t,Ar*~JU~^jL- CJe,
-Uc irwv 3>^, J). C-t ~a- i.
OJL JLX 'A.J
Woorden moeten daden uitlokken. In Leeuwarden zei jeugd
leider Bosma tot „zijn" meisjes en jongens: „We moeten iets
doen." En er werd iets gedaan. De actie „De Eerste Stap"
begon zich te ontwikkelen en vorig jaar schreef de heer
Bosma aan dr. Albert Schweitzer in Lambarene: „Het doel
van deze actie is mensen die hulp behoeven te helpen. Zo
worden geregeld zieken bezocht, allerlei karweitjes opge
knapt voor oude mensen en invaliden geholpen, terwijl de
groep enige avonden muziek en zang voor de Hongaarse
vluchtelingen, die, zoals u bekend zal zijn, ook naar Neder
land zijn gekomen, heeft gegeven."
Dat was de tweede schakel, die gesmeed werd tussen de
jongelui van „De Eerste Stap" in Leeuwarden en hun grote
„promotor" in het verre Lambarene. En de keten werd geslo
ten met Schweitzers dankbare antwoordbrief, die wij hierbij
reproduceren.
op „eigen mensen", maar op allen die voor belangstelling en
hulp in aanmerking komen.
Via een wijkverpleegster worden adressen verkregen van
mensen die jarenlang ziek te bed liggen en daardoor buiten
het maatschappelijk leven zijn komen te staan. Dit zijn zieken
die thuis worden verpleegd; daarnaast worden gegevens ver
zameld over patiënten die langdurig in ziekenhuizen liggen
en weinig of geen bezoek ontvangen. Al deze zieken krijgen
af en toe manden met fruit, die door de leden van „De Eerste
Stap" persoonlijk worden gebracht. Sinds het begin van de
actie in oktober 1956 zijn al meer dan vijfhonderd manden
met fruit aan zieken geschonken. Verder wordt af en toe voor
een bloemetje gezorgd en de hulp aan langdurig zieken strekt
zich ook uit tot het schenken van eieren aan een lijder aan
suikerziekte.
Hoe zit de actie „De Eerste Stap" nu in elkaar en wat doet
zij precies? In de eerste plaats mag worden vermeld, dat zij
weliswaar steunt op de jonge N.V.V.-ers, die verenigd zijn
in „Jonge Strijd", maar binnen deze organisatie een eigen
leven leidt. „De Eerste Stap" heeft een eigen bestuur (secre
taresse is mej. J. Rispens, Dorp 66, Huizum) en wanneer
andere (jeugd)verenigingen willen meedoen, dan zijn zij van
harte welkom. De activiteit van deze groep richt zich ook niet
Dan zijn er de bijzondere vormen van hulpverlening, die niet
alleen op de zieken zijn gericht. „De Eerste Stap" schonk geld
aan speelgoedacties, aan de organisatoren van de massale
inenting tegen kinderverlamming, aan de Goedzo-actie, aan
de Unicef, voor de hulpverlening aan de Hongaarse vluchte
lingen en onlangs aan het Rode Kruis voor de hulp aan de
uit Indonesië gerepatrieerden. Ook zijn af en toe ontspan-