UIT
EEUW
WIKKELEN IN DE ACHTTIENDE
"^UöKAC
-°VARJ}Iï7S^
Hoe leefde men
vroeger in
Leeuwarden?
9
Boodschappen doen is iets van alle tijden.
Maar hoe weet een mens waar hij wat
kan krijgen? Antwoord: o.a. door het
lezen van advertenties. Nu, de adverten
ties bestaan ook al niet sinds vandaag.
Dr. G. A. Wumkes heeft indertijd uit oude
jaargangen van de Leeuwarder Courant
honderden advertenties overgenomen
voor zijn boek „Stads- en Dorpskroniek
van Friesland"; deel I beslaat de 18de,
deel II de 19de eeuw.
Toen wij in het eerste deel gingen gras
duinen vonden wij natuurlijk ook veel
wetenswaardigs omtrent Leeuwarden en
deszelfs winkels altijd dan per adver
tentie. Zo heeft in juni 1793 Cornelis R.
Bakker naast de Lange Pijp een bedden
winkel gevestigd, waar men diverse
soorten Brabantse en Meppelse tijken
kan kopen, alsook dekens, „gevlamde
Chamoye, Flaamsche linnens en gebloem
de damasten in couleuren en diverse ge
blokte gordijnegoederen." En de boek
handelaar P. Brantsma in de Grote Hoog
straat heeft een electriseermachine en
een zeldzaam luchtkanon verkocht, zaken
waarmee een boekverkoper zich thans
niet onledig houdt.
Boekdrukkers zijn er altijd in onze stad
geweest; wat zegt u van de volgende
titel van een almanak, verschenen bij
J. C. Tophuizen in 1783: „De Faam fin
twaa wudden, ien oprieugte Geschiede
nis tsien Hanzer marke oppe wey tusken
Herbaeem en Midlum forfallen tusken
Rykle Doekles Roonomklear, ien loftig
Ryk Boere Zoon en Jouwerke Komsel-
den, een tygge mooije Boere Dogter mey
Lubbert Hansen Wolbyt agt" en daarbij
kon u dan meteen nemen „De welopvoe-
dende moeder en de gehoorzame dogter",
kamerstukje - waarbij u dan het voor
deel had dat het nooit vóór dezen ge
drukt was!
Dan was er de geelgieter (koperslager)
Teake Plumker in de Slotmakersstraat:
hij giet kerkkronen van 50 - 800 pond,
koperwerk in uurwerken, herstelt zware
klokken in torens, die van ouderdom niet
meer luiden kunnen en maakt dezelve
weer als nieuw. Daarentegen was in 1760
bij de konstvermaarde Jan Klinkhamer te
koop een door hem uitgevonden potvaas-
fontein met twee watervallen en zijn
zelfvervaardigd brandspuitje, waardoor
twee mensen een brand konden blussen!
Een voorloper van onze snelblussers
blijkbaar.
Vroedsman Rienk Keijert schildert in
1756 kamerbehangsels, schoorsteenstuk
ken, basreliëfs en portretten; gaat u
maar naar het Friesch Museum en u zult
zijn stukken kunnen bewonderen.
In 1766 verkoopt Kaspar Kroese, pijper
van de garde, op de hoek van het
Schoenmakersperk allerlei soorten van
dwarsfuiten, hetzij palmhouten of kope
ren.
w C/t r'l/iitlrtJSfn Irrt/Ztrupu
Een apotheek uit de achttiende eeuw
Leeuwarden is bekend geweest door de
daar wonende en werkende zilversmeden,
maar de Friezinnen hadden ook diaman
ten nodig voor haar opschik en zo woont
er in de 18de eeuw een diamantslijper
in de Kleine Kerkstraat, genaamd Isaak
Joseph Levy. Wat nu volgt behoort mis-
schien niet bij het winkelen, maar men
kon zich daar gaan vermeien na zijn
goede geld in allerlei waren te hebben
omgezet: A. Jeltema vertoont ten huize
van H. Wiersma, uurwerkmaker op het
Aarden Waltje dicht bij de Kettingbrug
17 cierlijke afbeeldingen, vervattende
het geheele wisselvallige leven van den
aartsvader Joseph, wordende iedere af
beelding door hem digtkundig verklaard.
Deze vertooning geschiedt des Maandags,
Woensdags en Saturdags, 's avonds om
6 en 9 uur; prijs le rang 6, 2e 4, 3e 6
stuivers; dit was in 1762.
Bij de geboorte van de erfprins, de latere
koning Willem I, kon men in 1772 bij
W. Dominicus twee soorten zilveren me-
daljes kopen, kostende 5.50 en 2.80.
In de Franse tijd was er een meevaller
tje: Op order van de representanten ver
koopt de burger P. Wesselius een fraaie
gedenknaald of pyramide, gebruikt bij
het feest van het Vredestractaat.
In 1789 kon het gebeuren dat men de
volgende advertentie te lezen kreeg:
W. Trapman op den hoek van de Heere
straat en Cyprianussteeg vertoont te 1
uur bij de Froskepólle een werktuig door
hem zeiven gemaakt, een uitgevonden
drijftoestel, waar door men in diep water
rechtop kan staan; het was geen schap-
hander van kurk en doek, die slechts
27 pond kon dragen, gelijk is beschreven
door De la Chapelle, maar vervaardigd
van koper en 100 pond kunnende dragen.
Vermoedelijk is deze schaphand,er
geen succes geweest, want anders zou
den wij er nu nog wel legio zien gebrui
ken bij de Froskepólle!
Boelgoed houden kwam steeds weer te
rug, meestal ging het om de gewone
huis-, tuin- en keukenzaken alsook om
boekenverzamelingen. Maar op 1 febru
ari 1763 was op 't Burmaniahuis te koop
een welsprekende papegaai, terwijl het
ook kon gebeuren dat de diakenen der
Ned. Hervormde gemeente in de tuin
van wijlen de schrijver J. Buma aan de
Spanjaardslaan een partij aurikels, tulp
en hyacinthbollen, aloës, geraniums, enz.
door hem nagelaten, te koop aanbieden.
Wij besluiten deze serie commerciële ad
vertenties met nog een bijzondere titel
van een boek, te koop geboden in onze
stad en wel in 1796 dus ook weer in
die gezegende Franse tijd! Bij G. Ca-
hais te verkrijgen „Geene Heeren meer!
Zalige égalié, medegebragt uit het Parijs,
der vrije Franschen, tot een welkomst
geschonken aan alle Nederlanders, die
hunne waarde kennen, door K. Kammin-
ga, in 1787 buiten de amnestie gesloten
uitgeweken patriot, voor een groot deel
voorgelezen in de Volkssociëteit te Leeu
warden, benevens een lijst der gevlugte
Nederlanders, zo als die zijn betaalt
geworden door C. L. van Beyma, gedrukt
voor rekening van den schrijver." Die
heren, die wij nu steeds in „het verkeer"
en elders zoeken, zijn dus tóén ver
dwenen!
Dat dit artikeltje grotendeels in oude
spelling staat, zal u wel niet gehinderd
hebben - wij zouden het jammer ge
vonden hebben, de advertenties niet in
eigen stijl over te nemen.
M. J. VAN HEEMSTRA