BEJllMSOCIETEIT Veel belangstelling - weinig geld ra -ö- 2 De Bejaardensociëteit in het voor malige Stadsweeshuis is een instelling, die zich in een gering aantal jaren heeft ontwikkeld tot eeb onmisbaar centrum voor 'n grote groep Leeuwar ders-op-jaren, die het direkte contact met het maatschappelijk leven hebben verloren en zonder een plaats voor de ontmoeting van leeftijdsgenoten wel licht ten prooi zouden vallen aan ver eenzaming in de massa. U weet, dat er tegenwoordig veel wordt gepraat over het bejaardenpro bleem. Het uitgangspunt is de situa tie, waarin de ouder wordende mens, meestal zonder geleidelijke overgang, wordt gestort, wanneer het werkza me deel van het leven eindigt. Voor de meesten gebeurt dit bij het bereiken van het 65ste levensjaar. De collega's komen bijeen, de directeur voert het woord om de plichtsbetrachting van de scheidende werknemer te roemen, om zijn voortdurende opgewektheid, zijn hulpvaardigheid en menige ande re deugd te prijzen. Er is een geschenk van de direktie, er is een cadeau van het personeel en er zijn bloemen voor de vrouw, wanneer ze deze mijlpaal in het leven heeft mogen meemaken. En wanneer de peukjes van de af- ft De naam „Dijkstra State" zou doen vermoeden, dat hier een boerderij staat, maar er is alleen wat „klein vee" te vinden bij het huisje van Pie- ter Dijkstra en zijn vrouw. Maar wan neer men meent, dat het woord „Sta te" dan wel wat overdreven is, dan mag gewezen worden op de prachtige plaats waar deze woning staat, mid denin het land, vlak bij het water, voorbij de Tijnjedijk en dicht in de buurt van ons aller toekomstig recrea tiegebied: de Froskepolle. Daar heeft het echtpaar Dijkstra, in Huizum welbekend als „Pieter en Jisk", 41 jaar geleden zijn woonstee gekregen, op de plaats van het vroegere Huizu- mer asland. Daar zijn de acht kinde ren groot geworden, terwijl hun vader dorpsreiniger van Huizum was. Dat duurde tot de annexatie door Leeu warden in de oorlogsjaren; sindsdien is het leven rustig voortgegaan, ver van het stadsrumoer, al begint de stad hoe langer hoe meer op te drin gen. Maar nog altijd is het er rustig genoeg voor een rustige oude dag; Dijkstra is nu 81 en zijn vrouw 77. Over het hek van hun „State" kijken ze vergenoegd de wijde wereld van het weide- en waterland in.... scheidssigaren en -sigaretten nog in de asbakjes liggen na te smeulen, dan trekt de 65-jarige definitief en voor het laatst de deur achter zich dicht. Hij kan „van zijn pensioen gaan genieten" en van „de welverdiende rust", waar over de directeur zo treffend heeft ge sproken. Natuurlijk: dit zijn geen ijdele woorden en het is prachtig, dat onze maatschap pij de oudere mensen de gelegenheid van een onbezorgde oude dag biedt als is deze onbezorgdheid niet altijd even groot. Vele bejaarden moeten nog altijd rondkomen van een minimaal pensioentje, dat de teugels van het be staan akelig strak houdt, terwijl zij nu juist, met hun zee van vrije tijd, zo prachtig de gelegenheid zouden heb ben om het leven wat kleur en fleur te geven. Maar kleur en fleur kosten geld De bejaarde zal, ook wanneer het be staan meer of minder royaal is ge waarborgd, al gauw merken, dat zijn nieuwe leven vol vrijheid en zonder grote verantwoordelijkheden een vreemde leegte brengt. Het werk viel de laatste jaren missrhien wat zwaar, maar nu het niet meer tot de dagelijk se plichten behoort, gaapt de ledigheid als een grote ruimte. Niet alleen, niet in hoofdzaak zelfs, zal de arbeidsloos heid na een leven van werken het on behaaglijke gevoel van overbodig heid scheppen, ook en vooral doet dit het ontbreken van de sfeer van kan toor of bedrijf, die naast het gezin de tweede levensruimte was geworden. En de collega's van vroeger zijn uit de gezichtskring verdwenen; de ge pensioneerde komt, vooral in het be gin, nog wel eens aanlopen, maar snel al te snel gaat het persoonlijke contact verloren. De op het 65ste le vensjaar opgetrokken muur blijkt al gauw te hoog te zijn om er nog over heen te kunnen kijken. Daar helpt geen lievemoederen aan, daartegen is zelfs niet bestand de plechtige be lofte van de directeur bij het af scheid: „Wij zullen u nimmer verge ten en onze deur blijft voor u open staan. Er zijn bejaarden, die het nieuwe be staan zo met zelfgekozen bezigheid we ten te vullen, dat ze na hun pensione ring met een nieuw bestaan schijnen te beginnen. Voor deze mensen en het zijn gelukkige mensen bestaat geen bejaardenprobleem, indien het geld voor de dagelijkse behoeften (en af en toe een extra-tje) aanwezig is. Maar er zijn anderen, zeer veel ande ren, die na het plotselinge einde van het werkzame deel van het leven „hun draai niet kunnen vinden". Het leven raakt onttakeld, zowel in de maatschappij als in het gezin, waar Een der biljarters van de Bejaarden- sociëteit overziet met kennersblik de situatie op het groene laken na de drukte en gezelligheid van de kinderen, de rust van het, op zijn best, samen alleenzijn is ontstaan. De we reld rondom, boordevol activiteit en boordevol mensen, biedt geen aankno pingspunten meer voor de dagelijkse omgang met anderen. Een oplossing van dit probleem, dè oplossing in vele gevallen, is het sa menbrengen van al deze bejaarden, die met nietsdoen en eenzaamheid worstelen. Met elkaar kunnen ze een nieuw en eigen wereldje opbouwen, bevolkt door mensen, die elkaar begrij pen, alleen al, omdat ze in dezelfde levensomstandigheden verkeren. In dit samenbrengen ligt de opheffing van het kwaad der vereenzaming. Dit is een belangrijk element van het bejaardenvraagstuk, waarover zo veel wordt gepraat en geschreven. En het blijft gelukkig niet bij praten en schrij ven, daarvan getuigt de Bejaardenso ciëteit te Leeuwarden met haar opge wekte levenskracht, die elk nader be toog over haar bestaansrecht overbo dig maakt. Nu moet u vooral niet me nen, dat deze instelling in het leven wordt gehouden ten behoeve van een aantal „oude stumperds", die zoet gehouden moeten worden. De levens kracht van de sociëteit berust vooral op de vitaliteit van de leden, die de leeftijd van 65 jaar bereikt of over schreden mogen hebben, maar waar lijk niet tot de aftandse grijsaards kun nen worden gerekend. Zou in het al gemeen de grens van 65 jaar getrok-

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1958 | | pagina 2