Nog in de vorige
eeuw sierde99
de mestvaalt
het stadsbeeld
Hoe leefde men vroeger
in Leeuu/arden?
mmmmm
In 1870 verscheen „Proeve eener Ge
neeskundige Plaatsbeschrijving van de
gemeente Leeuwarden", van de hand
van dr. P. H. Asman. In dit geschrift
staat veel wetenswaardigs omtrent on
ze goede oude stad te lezen.
Dokter Asman heeft vele bezwaren te
gen de open goten, de slechte werking
der kolken en der riolen, vooral in de
nauwe stegen en gloppen. De kolken
lijken daar dikwijls op mestvaalten en
het ergste is het in de omgeving der
slachterijen.
De bredere straten en de pleinen zijn
veel schoner en netter en dokter As
man verzucht: „Het ware te wenschen
dat vele inwoners even zindelijk waren
op hun ligchaam als op hun huis met
toebehooren". De stadsreiniging mag
door de bewoners bedreven worden
's morgens vóór 10 uur en het vervoer
moet in gesloten wagens geschieden:
verder is dit werk opgedragen aan de
pachter van het asland en deze mag
het stadsvuil gedurende de gehele dag
en in open wagens vervoeren! waar
door de hygiënische voorschriften voor
particulieren weer te niet worden ge
daan.
De algemene mestvaalt of het asland
lag even ten zuiden van de toenmalige
stad. Maarook in de stad waren
mestvaalten te vinden en wel: in de
Haniasteeg, in de Rochebrunesteeg, in
de Doelenstraat, aan de singel bij de
Hoeksterpoort, in de Boterhoek, in het
Ruiterskwartier, op de Potmargewal,
om de hoek van de Romkeslaan en er
waren er liefst twee op het walletje
op de Oldegalileën. En, hoewel hierte
gen natuurlijk de nodige verordeningen
bestaan, worden er ook nog wel klei
ne mestvaaltj es aangelegd op hoeken
van straten en stegen. Niet alleen ver
breiden deze vuilhopen een afgrijse
lijke stank zodat de omwonenden de
meeste tijd hun deuren en ramen geslo
ten moeten houden, zij kunnen ook nog
het drinkwater in sommige putten be
derven zoals o.a. in de Haniasteeg,
waar een put van het Stedelijk Armen
huis in de regel onbruikbaar is.
U begrijpt dat het ook nog zeer primi
tief was wat de WC's betreft; deze loos
den op de grachten of hadden het ton-
nensysteem. Ook hiertegen gaat dok
ter Asman ten strijde. Hij zal zeker niet
hebben kunnen denken dat nu, 'n klei
ne negentig jaar na het verschijnen van
Dit stadsbeeld uit de tijd van dokter P. H. Asman werd, omstreeks 1850, getekend
door Is. Reynders. Ogenschijnlijk is er sindsdien niet veel veranderd, vooral omdat
het kazernegebouw geen wijziging schijnt te hebben ondergaan. De werkelijkheid is
echter anders; de hier afgebeelde Prins Frederikkazerne is in de nacht van 14 op
15 juni tot de grond afgebrand en daarna in de oude vorm herbouwd.
(Gemeentelijke prentverzameling)
zijn geschrift, Leeuwarden er nog een
welig bloeiend tonnen-systeem op na
zou houden!
De schrijver is zeer te spreken over
de beplanting in en om de stad. De
plantsoenen op de vroegere bolwerken
zijn niet alleen aangenaam voor het
oog, maar dienen ook de gezondheid
der stedelingen omdat men hier fris
se lucht kan inademen. Ook de beplan
ting in de stad langs de grachten en op
de pleinen draagt er toe bij om zuur
stof in de atmosfeer te brengen; de eni-
ge aanmerkingen die hij hierop heeft
zijn, dat men zijns inziens te veel de
zelfde soort bomen plant en dat men
ze te oud en te hoog laat worden. Daar
door nemen ze veel licht en lucht uit
de huizen weg en daardoor raken ook
de goten verstopt wanneer de blade
ren daarin neerdwarrelen, die dan weer
't regenwater, dat naar de drinkwater
putten moet worden gevoerd, veront
reinigen. Nu, de parken en plantsoe
nen zijn nog steeds een aantrekkelijk
onderdeel van Leeuwarden en, wat de
hoge bomen langs grachten en in stra
ten betreft deze zijn zo langzamer
hand wel omgehakt.
Dokter Asman is goed te spreken over
de inrichting van onze kerkgebouwen,
daar nu overal houten vloeren over
de kille grafstenen zijn gelegd. Alleen
de koude 's winters en de tocht zijn nog
vijanden voor herstellende of zwakke
gemeenteleden. Slechts één kerk, de
Waalse, heeft „kunstmatige verwar
ming" gedurende de wintermaanden.
Ook vindt hij het een verbetering dat
bij de doop de kinderen niet gedurende
de gehele dienst in het kerkgebouw
aanwezig zijn, maar kort voor de han
deling binnengebracht en direct daar
na weer verwijderd worden. „Dit neemt
evenwel niet weg, dat voor vele klei
nen, deze plechtigheid, die, naar ik
meen, even goed later kon plaats heb
ben, toch nadelig is, vooral daar ouders
en bakers zich gewoonlijk niet om het
weder of om het jaargetijde bekomme
ren.
De gevangenissen, ziekenhuizen, ver
zorgingshuizen voor ouden-van-dagen
en voor weeskinderen, de kazerne ko
men er bij de beoordeling niet slecht
af. Alleen zijn er de steeds weerkeren
de klachten over gebrek aan goed
drinkwater, slechte ventilatie en ge
brekkige toestanden op het gebied van
de privaten. Overbevolkte slaapzalen,
te lage verdiepingen en de noodzaak
om als zieke, door verschillende zalen
te moeten gaan alvorens een toilet te
bereiken, zijn natuurlijk remmend voor
de gezondheidszorg. Zo heeft het Stads
Armenhuis voor 80 inwonenden een zie
kenkamer lang 6, breed iVz, hoog ZVz
meter waarin zes kribben, een tafel
een paar stoelen en een kachel juist
precies kunnen staan.
U vond dit artikeltje misschien wat
wonderlijk omdat het veel over mest
vaalten en „it hüske" ging, maar het
is wel eens goed te realiseren dat er
veel op het gebied der hygiëne is ver
beterd in onze stad, al is het nog lang
niet voldoende.
M. J. VAN HEEMSTRA.