geen plaats voor zware problemen I4KMTIETIJD Een maandblad is, krachtens zijn tra ditie, verplicht elke maand te ver schijnen in winter, lente, zomer en herfst. Daarom is er ook een juli- nummer, ondanks het feit, dat de meeste lezers in deze maand juist met vacantie zijn geweest, met vacantie zijn of met vacantie zullen gaan. De julimaand brengt voor de meesten het grote rustpunt in het jaarlijkse bestaan en voor tal van jongeren brengt juli bovendien het afscheid van de school; straks, na een periode van zorgeloos vertier, komt voor hen het werkelijke leven. Bij deze algemene ontspanning, in deze sfeer van nietsdoen of zorge loze verpozing, blijft het lezen van krant en tijdschrijft er vaak bij en daarom zouden wij ons kunnen voor stellen, dat dit nummer van „De Leeu warder Gemeenschap" minder se rieuze belangstelling geniet dan de an dere elf, die wij jaarlijks met zorg en vlijt voor u samenstellen. Niettemin: de traditie wil, dat een maandblad el ke maand verschijnt en hier is dus het julinummer. Het enige wat wij kunnen doen om de lezers onder deze zorgeloze omstandigheden te gerieven is: een beetje aan het oppervlak te blijven, niet te diep wroeten in de veelheid van problemen, die ons dag- in-dag-uit omringen. Niets in dit nummer over de beste dingsbeperking en de zorgelijke con sequenties daarvan voor de gemeen telijke huishouding. Geen zwaar wichtig betoog over het wel en wee van de Stichting Leeuwarder Gemeen schap en haar financiële toestand, die al evenzeer tot bestedingsbeperking noopt. Over het middel om dit te ver helpen (uitbreiding van de vijf-cents- actie) spreken we in een volgend num mer, wanneer het nieuwe seizoen van vergaderingen en feestelijke bijeen komsten begint. Verder deze keer wat losse notities over uiteenlopende onderwerpen, al of niet de vacantie- tijd betreffend. De radio Bij onze grote waardering voor de vorderingen der moderne techniek voegt zich vaak twijfel over de vraag of de mensheid nu werkelijk altijd is gediend met dergelijke verworven heden. Nee, we beginnen niet over atoombommen, want dan verdwalen we weer in de sfeer van zorg en kom mer; het gaat ons om de draagbare radio. Wij hebben de tijd van de radio- in-opkomst nog meegemaakt, wij her inneren ons nog de loodzware kasten met honigraatspoelen en lampen aan de buitenkant, met een apart „plaat- stroomapparaat", een accu en een anodebatterij eronder of ernaast; appa raten, waaruit men met veel getover Hilversumse klanken te voorschijn kon halen en die, bij onoordeelkundige be diening, het ijselijke gillen van de „Mexicaanse hond" lieten horen. Dat is zo'n dertig jaar geleden; nu bouwt men radio's in de vorm van hand tasjes, die overal zonder verdere voor bereiding willen spelen: op het strand, in het bos of waar u maar wilt. Goed, we hebben voor deze technische vooruitgang bewondering, maar vragen ons af, of we gelukkig met deze dingen mogen zijn. De advertenties der fabri kanten spreken een duidelijke taal: men ziet uitgestrekt op het warme, zonovergoten strand wel-ontklede jon gelui met zalige glimlach bij zo'n muziekkistje liggen, in de sfeer van: „Dit ontbrak nog aan ons levens geluk". Het plaatje vertoont niet de andere strandgasten, voor wie het genieten van de natuur een zaak van vredige rust is. Hun gezichten ver tonen wellicht gramstorigheid, omdat zij Max van Praag of Eddi Christiani slecht met de vacantiestemming weten te rijmen. Wij zijn het met de laatsten eens. Wie echt van de natuur wil genieten, die laat Hilversum thuis. Wij geloven zelfs, dat de afzetmogelijkheid van draag bare radio"s een akelige uiting is van de menselijke onmacht om zich wer kelijk los te maken van het alledaagse, rumoerige bestaan. Hetzelfde demon streert zich in de ijver, waarmee men zich de krant naar zijn vacantie-adres laat nasturen. Waarom aan zee, in bos of hei al die journalistieke narigheid geconsumeerd? Het gaat ook wel slecht zonder dat u het van dag tot dag volgt en in de vacantie heeft u het morele recht u niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk terug te trekken uit de jachtige wereld. Met die krant evenwel plaagt u alleen zichzelf; de draagbare radio kan ook anderen het vacantie-plezier vergal len. En daarom zijn we tegen die dingen; we zouden exploitanten en be heerders van vacantiecentra zelfs durven vragen het gebruik ervan te verbieden. Bij alles wat in ons land al verboden is, zou dit waarlijk een nuttige aanvulling zijn. Het fototoestel Een goede raad voor wie de natuur intrekt, met zijn fototoestel, om de „onvergetelijke momenten" te ver eeuwigen. Denkt er om, dat de grootste vijand van uw camera zand is; vooral aan het strand kan zo'n apparaat grondig worden bedorven door de in het kastje binnendringende zandkor rels, die het vooral op sluiter en bij duurdere toestellen diafragma hebben voorzien. (Hetzelfde gevaar dreigt trouwens voor het horloge). Een handig middel om deze narigheid te voorkomen is het opbergen van het toestel, dat toch telkens even wordt gebruikt, in een plastic-broodzakje van groot formaat. Onze drogist levert zo'n ding voor een dubbeltje; om de kosten hoeft u het dus niet te laten. Uitstapjes Verder de mededeling, dat u elders in dit nummer een verhandeling vindt over dag-uitstapjes in eigen gewest, met reismogelijkheden, reistijden en reiskosten. Dit alles ten gerieve van hen, die aan de vooravond van een mooie, vrije dag zeggen: „Waar zullen we morgen eens naar toe gaan?" Voor de verzameling dezer gegevens stond V.V.V.-Friesland (Stationsplein) ons ten dienste. U weet toch, dat in het gebouwtje van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Friesland, vlak bij het station, de directeur, de heer H. P. Timmermans, en twee hupse joffers steeds klaar staan om u van dienst te zijn met toeristische adviezen? Prijsvraag Tenslotte een mededeling, die wij in één of meer komende nummers nog wel eens zullen herhalen. Het lijkt ons aardig in het begin van de herfst (het oktobernummer bijvoorbeeld) enige lezeressen of lezers eens over hun vacantie aan het woord te laten. Het gaat daarbij om bijzondere vacantie- belevenissen van allerlei aard; echt van die dingen, die het navertellen waard zijn. We vragen dus niet in de eerste plaats te vertellen hoe mooi de Wad deneilanden, de Rivièra of de Noorse fjorden zijn (dat zijn algemene dingen), maar de curieuze, vrolijke, misschien zelfs angstige belevenissen van onze lezers tijdens hun vacantie op de Waddeneilanden, aan de Rivièra, bij de Noorse fjorden of waar ook ter wereld. We maken er een prijsvraag van, in die zin, dat de beste verhalen niet alleen worden gepubliceerd, maar ook beloond. Eigen foto's ter illustratie zullen daarbij zeer welkom zijn. Zoals gezegd: we komen hierop terug, maar u kunt reeds nu met deze komen de prijsvraag rekening houden!

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1958 | | pagina 3