SCHOLEIt HIDDEN IN DE
De B.B. leert U helpen
P. DE GROOT
*"7TluziekUuió
N.V. Erven Koumans
Smeding
fami[iedru(zujer(z
9
Reeds eerder vertelden we u over de gegevens, die dr.
P. H. Asman over onze stad verzamelde en in 1870 deed
uitkomen onder de titel: „Proeve eener Geneeskundige
Plaatsbeschrijving".
In deze vacantiemaand zullen we u iets meedelen over
zijn bevindingen op het gebied van de scholen in onze
stad. Er waren in zijn tijd 17 scholen voor lager onder
wijs, zes „officieel bekende bewaar- of kleinkinder-
scholen", een gymnasium, een school voor bouwkundig
tekenen en een rijks HBS-in-aanbouw.
De ruimte in de diverse scholen was voldoende, behalve
dokter Asman zijn gegevens verzamelde was er niets op
het gebied van vrije-en-orde-oefeningen. „Naar ik meen
ligt de oorzaak van deze toestand in verschil van opvat
ting van de onderwijswet tusschen den Inspecteur en het
Gemeentebestuur, en er schijnen tot schade van de jeugd
ettelijke jaren nodig te zijn om dit verschil op te heffen".
Gelukkig kan dokter Asman in een voetnoot melden, dat
er verbetering was ingetreden door de oprichting van
een gemeentelijke gymnastiekschool, waar de leerlingen
der betalende scholen tweemaal per week les kregen.
„Wij hopen dat ook de leerlingen der armenscholen spoe-
in de bewaarscholen. De verwarming was in vrijwel alle
scholen onvoldoende. De kachels gaven een ongelijk
matige, soms te grote warmte, zodat zij die er vlakbij
zaten het veel te warm hadden, terwijl de rest het te
koud kreeg.
Wa de verlichting betreft, die stond natuurlijk geheel in
het teken van het gas. Volgens dr. Asman was deze over
het algemeen voldoende, maar de lampen hingen te hoog
en zouden van kappen of ballons moeten zijn voorzien. In
de meeste lokalen was tevéél daglicht en er waren geen
gordijnen om dit te temperen. Er werden dan ook veel
ooglijders aangetroffen en de wit gekalkte muren werkten
hiertoe nog mee. Advies: kalk te muren in een grijs
achtige tint.
De luchtverversing kon uitsluitend door de ramen
geschieden, waardoor de kinderen die daar vlak onder
zaten, rheumatische aandoeningen kregen. Er zouden
luchtkokers moeten worden aangebracht. In de Franse
school voor meisjes kon men in het lokaal dat aan de
tuin grensde niet eens altijd het raam openzetten, wegens
stinkende riolen!
Wat de zitbanken betreft was het huilen! Slechts in de
Franse school voor meisjes, in de burgerschool voor
jongens en die voor meisjes en in een lokaal van de
„tussenschool" bij de Put vond men banken-met-leuning,
elke bank voor twee kinderen. In alle andere onderwijs
instituten, dus ook in de bewaarscholen, moesten de kin
deren uren lang in banken zonder leuning zitten, zodat
veel ruggegraatsverkrommingen onder de scholieren voor
kwamen.
Per dag hadden de kinderen als regel zes uur les, op de
meeste scholen drie uur, op andere twee uur achtereen.
Dokter Asman vond het voor kinderen te lang om drie
uur achtereen stil te zitten en pleitte dus voor sport en
spel als afwisseling. „De waarde van ligchaamsoefening
wordt hier tegenwoordig geheel miskend". Eerst was er
gymnastiekonderwijs onder militaire leiding in de kazer
ne, daarna waren er particuliere gymnastiekcursussen,
o.a. met financiële hulp van het Nut, maar in de jaren dat
NIEUWE OOSTERSTRAAT 4
LEEUWARDEN
Telefoon 7764
Philips - Telefunken
RADIO - TELEVISIE
Grote sortering
GRAMOFOONPLATEN
Voorstreek 101-103
Leeuwarden
Tel. 22046 - 22047
Ook voor
dig in dit voorregt mogen deelen". Wanneer wij nu dage
lijks de vrolijke stoeten kinderen naar „De Overdekte"
zien gaan of hen op een der sportvelden bezig zien, dan
kunnen we met voldoening constateren, dat zijn wens in
vervulling is gegaan. Al zullen ook op dit punt nog wel
vele onvervulde wensen blijven bestaan.
Het befaamde „tonnen"systeem was natuurlijk ook op de
scholen in zwang, onder een afdakje moest men zich dan
even terugtrekken. De nieuwe scholen lieten een over
dekte gang maken, die er heen voerde.
In 1854 waren er 3199 leerlingen op de lagere scholen, drie
jaar later was dat aantal 3343, maar daarna tot en
met 1864 zakte dit aantal steeds, door de koortsepide
mie in 1857 en nog later door de roodvonk-epidemie. In
1864 waren het er nog maar 2632. In de bewaarscholen
was dat ook het geval, hoewel het aantal zich daar
spoediger heeft hersteld. Het gymnasium dat in 1854 met
35 leerlingen voor het daglicht trad, dat het in 1856 tot
45 bracht, moest in 1864 het droeve aantal van 17
opgeven!
M. J. VAN HEEMSTRA
(vervolg van pagina 7)
toepassing bij brand) werd op een moderne manier, in
groots verband, tot nieuw leven gebracht.
Gebaseerd op de ervaringen in het buitenland en hier
tijdens de tweede wereldoorlog werd een organisatie
opgebouwd, waarbij het mogelijk werd door onderlinge
hulpverlening de zwaarst getroffen en bedreigde gebieden
zo spoedig mogelijk en in toenemende mate bijstand te
verlenen. Voor Leeuwarden was daarbij van belang de
verdeling in A- en B-gebieden. A-gebieden zijn de plaatsen,
welke door hun ligging, industrievestiging, havens of
vliegvelden tot de gevaaraantrekkende gebieden moeten
worden gerekend, terwijl de B-gebieden zich over het
algemeen op het platteland bevinden. Het spreekt vanzelf,
dat onze stad het twijfelachtige voorrecht heeft tot de
eerste groep te behoren.
Dit betekent, dat voor Leeuwarden, als A-gebied, een veel
intensievere organisatie nodig is dan voor een B-gebied.
Er zijn hier ongeveer 2100 vrijwilligers nodig, waarvan
thans plusminus 82 procent aanwezig is. Leeuwarden
slaat daarmee geen slecht figuur, want van het landelijk
benodigde aantal van circa 250.000 was op 30 december
1957 67 pet. (167.000) aanwezig.
De leiding van de B.B. in Leeuwarden streeft er echter
naar de honderd procent vol te maken en zij doet daartoe
een beroep op alle welwillende stadgenoten, zowel mannen
als vrouwen, van zestien tot zestig jaar. Wat hebben zij
te doen? Over de plaatselijke organisatie, de opleiding
enzovoort hopen wij de volgende keer iets te vertellen.