is-
Maar achter de woorden van de Indu
strialisatienota school een belangrijke
ombuiging van het rijksbeleid op dit
stuk van zaken, die inmiddels door de
minister nader uit de doeken is ge
daan, zo bij zijn bezoek in begin dezer
maand aan Friesland. Men wil het be
ginsel van de industriespreiding over
een groot aantal ontwikkelingsgebie
den vervangen door het centraliseren
van de industrievestiging in een be
perkt aantal kernen. En hier komt het
belangrijkste element naar voren van
de nieuwe slagzin: „Leeuwarden
Frieslands Kern".
De gedachte aan de kernvorming
komt voort uit de omstandigheid, dat
het beschikbaar zijn van een bouwrijp
stuk grond niet de enige voorwaarde
voor industrievestiging is. Een fabriek
is nu eenmaal niet „een hutje op de
hei"; de bloei van een bedrijf is in be
langrijke mate afhankelijk van verbin
dingswegen en allerlei voorzieningen
in de naaste omgeving. Met die ver
bindingen kan men op vele ook klei
ne plaatsen letterlijk nog wel alle
kanten uit, maar anders wordt het
met heel het samenstel van allerhan
de voorzieningen, die de fabriek in de
onmiddellijke omgeving nodig heeft.
Op dit punt is er eigenlijk nooit genoeg
en het meeste vindt men in de steden,
met voor Friesland aan de top de
grootste stad: Leeuwarden. Hier is
het grootste aantal toeleveringsbedrij
ven, het bankwezen is in de hoofdstad
het sterkst ontwikkeld enzovoort. Bo
vendien gaat men bij industrievesti
ging steeds meer aandacht schenken
aan het hele complex van plezierige
en nuttige dingen, die het leven van
de werknemers vergemakkelijken en
veraangenamen, op de gebieden van
onderwijs en cultuur bijvoorbeeld. In
het algemeen biedt ook op dit punt de
stad meer dan het land en de grootste
stad biedt het allermeest.
Leeuwarden, als verreweg de grootste
stad van Friesland, heeft dus allerlei
voorzieningen, die het een natuurlijke
voorsprong geven op de rest van
Friesland. Al heeft minister Zijlstra
zich op dit punt in een diplomatiek
stilzwijgen gehuld, als vaststaand mag
wel worden aangenomen, dat Leeu
warden een der nieuwe industrieker
nen van Friesland (en tegelijk de be
langrijkste) zal worden. En dit is dan
de betekenis van „Leeuwarden
Frieslands Kern".
Wat betekent zo'n aanwijzing als in
dustriekern? Het komt erop neer, dat
Den Haag de industrievestiging zal
steunen door het nemen van maatre
gelen en het treffen van voorzieningen,
die het voor de industrieel aantrekke
lijk maken hier zijn bedrijf te stichten.
Een belangrijk punt is de grondprijs.
Men weet, dat deze in Leeuwarden
vrij hoog is, vooral in vergelijking
met de zandgrond. De bodemgesteld
heid is in de Friese hoofdstad nu
eenmaal ongunstig voor het bouwen;
een vlak stuk zandgrond is „van na
ture" bouwrijp, terwijl hier kostbare
voorzieningen moeten worden getrof
fen. Tot dusver heeft de gemeente
Leeuwarden bouwgrond ver onder de
kostprijs beschikbaar gesteld, maar de
vierkante-meterprijs bleef nog altijd
ver boven die van de zandgrond, waar
bij nog komt, dat ook het bouwen zelf
hier doorgaans duurder is.
Uiteraard zal een solied bedrijf, dat
niet alleen naar het ogenblikkelijke
voordeel kijkt, voor de vestiging in een
stad met tachtigduizend inwoners wel
wat méér overhebben dan voor een
plekje in de verlatenheid. Het zou an
ders wel een domme vergissing van
vroegere geslachten moeten zijn ge
weest Leeuwarden tot de grootste stad
van Friesland te laten uitgroeien (en
Amsterdam tot de grootste van Ne
derland Maar toch mag men aan-
Eenzaamtemidden van water en opge
spoten zand, staat deze molen in het in
aanleg zijnde industrieterrein in het
westen.
Recreatie en industrie: twee belangrijke
punten voor de verdere ontwikkeling
van Leeuwarden. Op deze toto zijn beide
verenigd; op de voorgrond ziet men de
nieuwe sportterreinen bij de Jachthaven
aan de Greunsweg op de achtergrond
het oostelijke industriecomplex, met de
in dit beeld dominerende silo's van
Koopmans