ROYAL 0nze torenjacht De gemeenteraad bijeen Het wordt tijd, dat we overgaan tot de oprichting van een Bond van Torenja- gers, aangesloten bij de Stichting Leeuwarder Ge meenschap, die de stoot heeft gegeven tot de be- oefening van deze sport. Wij geven toe, dat deze rage niet de omvang van de hoelahoeperij heeft bereikt, maar wel menen wij, dat onze hoogsteigen liefhebbe rij dieper in de geest van het volk is verankerd en bijaldien een langer leven beschoren zal zijn. Voordat we evenwel verder gaan met het ontwerpen van statuten en huishoude lijke reglement, lijkt het ons zinrijk U mede te delen, hoe het is afgelopen met het vo rige torenjachtplaatje en deszelfs reacties, In één woord zouden we kunnen zeggen: „Best", maar een nadere verklaring en toe lichting lijkt toch wel no dig. Weet dan, geachte to renjagers, dat U in ons ok tobernummer de „toren" zag van het gebouw van de Nederlandsche Bank aan de Tweebaksmarkt een ge bouw, dat in de toekomst aan de Provincie zal toebe horen. De foto werd ge maakt van het trottoir bij het gebouw van de Provin ciale Waterstaat. De prijswinnaar is deze keer de heer H. Hendriksma, Ruusbroeckstraat 26, die per postwissel een tien tje zal ontvangen. En dan is hier het nieuwe plaatje met de oude vraag: waar werd deze foto ge maakt en waartoe behoort deze bouwkundige verhe venheid in het stadsbeeld? Uw oplossing, per brief kaart graag uiterlijk 8 de cember aan het adres: Re dactie „De Leeuwarder Ge- meenschap", Voorstreek 101 -103. Ook deze keer staat een tientje ter beschikking van de winnaar. (vervolg van pagina 13) de soms uren durende vergaderingen een woordelijk verslag maken. Het zijn de dames IJ. Weidema (links) en W. Steffering, die beide ambtenares bij de gemeentesecretarie zijn. Op de foto rechts bovenaan staan achter de tafel van het college de twee raadsdienaren: A. W. Brouwer (rechts) en J. Fei- kens. Eenmaal per jaar wordt de regel van één raadsver gadering in de drie weken doorbroken door de be grotingsvergadering, die dit jaar op 18 november is gehouden. Daar kwam dus de gemeentebegroting voor het komende jaar aan de orde; een lijvig boek werk, dat door het college van B. en W. wordt sa mengesteld en tot in alle details de financiële aspec ten van heel de gemeentelijke huishouding omvat. Uit de daarin vermelde posten blijkt ons wat het college van plan is te gaan doen en uit het ontbreken van posten kan worden geconcludeerd wat het denkt na te laten. Dit laatste hoeft niet een kwestie van on wil te zijn, veel belangrijke zaken moeten helaas achterwege blijven, omdat het geld ontbreekt. Roos kleurig is de financiële positie van de gemeente nu eenmaal niet; op de begroting voor 1959 is een te kort geraamd van niet minder dan ruim één miljoen gulden 1.105.240,-). Maar dat is een schatting, vooral omdat de gemeente niet precies weet wat zij van het rijk zal krijgen. Dit is de zogenaamde uit kering uit het gemeentefonds; de belangrijkste bron van inkomsten voor de gemeenten. Een definitieve regeling van deze zaak laat nog steeds op zich wach ten, zeer tot ongenoegen van de gemeentebesturen. „Het gevolg van één en ander is, dat de gemeenten ook voor 1959 volkomen in de mist varen ten aan zien van de uitkeringen uit het gemeentefonds", zo schrijft het Leeuwarder College in de aanbiedings brief bij de begroting. En wanneer het rijk nu eens AUTOMATIEK Onze Ragoütbroodjes een delicatesse Oude Oosterstraat 5 Leeuwarden Y/////////////////////////M niet over de brug komt? We hebben nog een beetje overgehouden van voorgaande jaren. De algemene reserve, ontstaan uit overschotten van reeds afgeslo ten dienstjaren, bedraagt thans ongeveer 1.050.000. Daar gaat voor het jaar 1958 vermoedelijk zo'n 400.000 af en er blijft dus over 650.000. Maar dat is maar zes en half ton van de ruim één miljoen. we dreigen dus wel hard aan het potverteren te slaan. „Maar", zo zal de scherpzinnige en bedacht zame lezer zeggen: „Waarom wordt de tering dgn niet naar de nering gezet?" Het lijkt een eenvoudig principe, maar in de praktijk laten de gemeentelijke uitgaven zich niet drukken beneden een minimum, dat door de allernoodzakelijkste voorzieningen wordt bepaald. En op dit minimum zitten we met dat te kort van ruim één miljoen. De raad moest hier dus wel in berusten bij de be handeling van de begroting. Had het dan nog wel zin over die begroting te vergaderen? Ongetwijfeld, al was het alleen maar, omdat de gemeenteraad de verantwoordelijkheid voor dit uitgestippelde jaar-be- leid draagt. Maar ook, omdat bij deze gelegenheid heel het gemeentelijke beleid aan de orde kan wor den gesteld; de begrotingsvergadering is een breed voerige gedachtenwisseling over alles wat, er al of niet moet gebeuren .Hoe uitgebreid dit terrein mag zijn, toch speelt de Leeuwarder raad het als regel klaar de begroting in één dag te behandelen. In an dere gemeenten is dit veelal een kwestie van enige dagen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1958 | | pagina 17