I 0nze torenjacUt Dïchtcrspen werd beroerd door drama van Strocartonfabriek Vervolg Klokje St. Elisabeth gesticht Het Leeuwarder Stroocartonfabriek 13 zetten de zaak daarna stop. Wat niet stopgezet wordt, dat is onze serie prijsvragen met de kennis van de stad als onderwerp. In het is uw laatste kans op de eer en eventueel op het tientje zendt ons uw „jachtbuit" per briefkaart vóór 8 janu ari van het komende jaar toe En zo nadert het eind van het torenjacht-seizoen; we plaatsen hierbij het laatste plaatje van deze serie en januarinummer krijgt u een heel ander soort problemen voorgeschoteld en daarbij zal het gaan om het herken nen van stadsgedeelten aan de hand van stukjes van de plattegrond, waaruit we uiteraard zorgvuldig de na men der straten zullen weg halen. Ook zullen we daar bij (voor de binnenstad) ge bruik maken van stadsplat tegronden uit vroegere eeu wen. Deze maand vragen wij dus nog uw aandacht voor een torenplaatje en onze vraag is, of u kunt zeggen welk verheven bouwsel erop is afgebeeld en waar de foto graaf zijn opname heeft ge maakt. Doet allen mee, dit en brengt ons aldus (gelijk zo vele malen het geval is geweest) tot verbazing over uw speurzin. Het adres is nog steeds: redactie „De Leeuwarder Gemeenschap" Voorstreek 101-103. Op het trottoir bij de Grote Kerk stond onze fotograaf de vorige keer, toen hij het torenjacht-plaatje maakte. Hij kiekte daar het torentje van het St. Elisabethgesticht, gelijk menige torenjager ons waarheidsgetrouw wist te berichten. Van hen kon ook deze keer slechts één de prijs van tien gulden krijgen; het is de heer J. Vaas, St. An thony Gasthuis, Perkswaltje 12. Op de wijs van ,,De Klassiaan", een lied, dat oudere lezers nog wel zullen kennen, dichtte J. Sibrandi enige tientallen jaren geleden een lied over „Het Leeuwarder stroocartonfabriek". Het is een aardig voorbeeld van de manier, waarop vroeger gebeurtenissen van algemeen belang of algemene belangstelling in dichtvorm onder het publiek werden gebracht. Het gedicht van J. Sibrand,, die gewoond heeft Bontepapesteeg 22, werd op een papiertje gedrukt en aldus verspreid. Het luidde aldus: Wijze: De Klassiaan Lang had men het reeds vernomen, Dat de Stroocartonfabriek Op zou houden door te stoomen, Want de zaken stonden briek. Zuinig moest men daarom leven, 't Volk ontving dus minder loon; Menig oudje stond te beven, Want het kost hun brood en woon. Plotseling hoorde men de tijding Van ontslag van menigeen; Welk een slag in menig huiskring Vrouw en kinderen in 't geween. Oudjes, reeds met grijze haren, Kregen plotseling gedaan. 't Loon van al hun lange jaren Is: al naar het armhuis gaan. Eens zou men op Zondag werken, Al het werkvolk stond reeds klaar; Daad'lijk ging men toen bemerken Och, de vuren zijn niet klaar. Want met turf mag men niet stoken, En de kolen waren op. En de schoorsteen wou niet rooken, Daarom zette men maar stop. Men mocht daarom huiswaarts keeren En naar vrouw en kind'ren gaan; Hun dus met die gunst vereeren, Saam een eindje kui'ren gaan Plotseling blijft de vrouw staan gluren En zegt blijde tot haar man: 'k Hoorde laatst eens van de buren Wat die Arbeidsbeurs toch kan. Daad'lijk ging de man aan 't loopeen And'ren daags, naar het kantoor, Men behoeft geen werk te koopen De Gemeente zorgt daarvoor Menigeen is reeds geholpen Door de brave Directeur. 't Zij gij schoenen draagt of klompen, Niemand stelt hij ooit teleur. Kan de Arbeidsbeurs niet helpen Werkeloozen, houd steeds moed. Een ding wil ik u nog melden, Wat de werkverschaffing doet: Wilt ge kachelhoutjes maken, Kunt ge trekken aan de zaag? Weekloon is daar goed te maken. Hooge loonen geeft men graag. Om heel eerlijk te zijn: wij kunnen dit gedicht niet helemaal thuisbrengen bij de gebeurtenis, die daarin aan de orde wordt gesteld. Maar er zijn wel licht lezers, die ons bijzonderheden over het drama van de strocartonfabriek kunnen vertellen. Wanneer zij zo vrien delijk willen zijn ons hierover te be richten, dan hopen wij in het januari nummer terug te komen op de achter grond van dit vers. En mochten le zers in het bezit zijn van andere gedich ten, waarin actuele gebeurtenissen uit de Leeuwarder historie worden bezon gen, dan houden wij ons aanbevolen deze (ter inzage) te ontvangen. Rein: „En 't meziek fan 'e Post speul- de der oek bij. Fan: Alle steentjes dem- pe mooi het water". Post: „De postmeziek? En daar bin ik self bij. En ik weet fan niks". Bouke: „Dan hewwe jou as Sibbele honderd jaar wurdt, seker een snipper dag".

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1958 | | pagina 13