Het station
van vroeger
en nu
UIT GROOTMOEDERS ANSICHTENALBUM
Van de Nieuwestad, waar we de vorige
maand de diligences nog op de Lange
Pijp zagen staan, maken we een sprong
naar het plein voor het station, dat
overal elders in ons land officieel Sta
tionsplein heet, maar deze naam in
Leeuwarden niet draagt. Een dergelijk
naambordje komt althans niet voor,
maar de volksmond spreekt gemaks
halve toch van Stationsplein en wie in
de telefoongids het nummer zoekt van
het kantoortje van VVV zal ook daar
als straatnaam Stationsplein en niet
Stationsweg zien staan.
Voor 1889 droeg dit stuk van de Sta
tionsweg nog wel de naam van Stati
onsplein, maar toen noemde men er de
spoorweg nog in een adem bij: Stati
onsplein en Spoorweg.
De hierbij afgedrukte foto's van oude
prentbriefkaarten laten ons dit Stati
onsplein zien, de ene met het stations
gebouw in de vroegere toestand, de an
dere met het gebouw, zoals het er nu
in grote lijnen nog steeds uitziet.
De oudste kaart, een uitgave van Dijk
stra's boekhandel in Leeuwarden, is
van voor 1904 want in dat jaar werd
het station verbouwd. De stationschef,
die eerst in het gebouw woonde en wel
op de verdieping boven de hal, kreeg
toen een vrijstaand huis aan de Stati
onsweg. De woonvertrekken in het sta
tion werden toen uitgebroken en zo
ontstond het hoge koepeldak, dat we
nu nog kennen.
Ook het front van het hoofdgebouw
onderging een gedaanteverwisseling,
zoals we op de jongere (kleuren)kaart
kunnen zien. Dat is een uitgave van
de Haagse prentbriefkaartenfirma
Weenenk en Snel.
Beide foto's ademen de rust van de
goeie ouwe tijd. De gehelmde politie
man staat met z'n handen in de zakken
een praatje te maken met een eenza
me wandelaar, in het gras bij de re
clamezuil hebben een paar vermoeide
mannen een schaduwrijk rustpunt ge
bonden.
De foto van Weenenk en Snel kon wel
eens op een zomerse vrijdag zijn ge
maakt: een koppel schapen marcheert
in de richting van de veemarkt. Overi
gens is het net even druk op straat,
want er kwam pas een trein binnen
stomen, die o.a. de gefotografeerde
schoolmeisjes, twee korporaals met
enorme „bananeschillen" op de mou
wen en die achteromkijkende meneer
met z'n mooie strohoedje, naar Leeu
warden bracht.
Voor de uitgang (nu de ingang) van
het gebouw staat onder de luifel en
daardoor in 't donker een vigelante,
waarschijnlijk van een der „betere" ho
tels" uit die dagen, die hun gasten de
(Voor vervolg zie pagina 11)